Deel 2
Lucy gooide moe de deur van haar appartement dicht. Ze liep in een rechte lijn richting haar slaapkamer waarna ze zich herinnerde dat Apollo nog eten nodig had en richting de keuken liep.
Apollo kwam vanuit de kleine woonkamer binnenlopen in de keuken waarna hij op het aanrecht sprong en Lucy glimlachte. "Hallo knappie. Wat heb jij uitgespookt vandaag?" Vroeg ze terwijl Apollo als antwoord zacht miauwde en Lucy grinnikte. "Kijk eens. Eet smakelijk Apollo." Zei ze terwijl ze hem een aaitje gaf en het bakje voor de kat neerzette op het aanrecht.
er werd geklopt op de deur.
Lucy fronste en keek richting Apollo. Er kwam niets binnen vandaag?
Ze fronste en liep richting de deur die ze voorzichtig opende.
"Hallo?"
~
"Alle kerstbellen nog aan toe James schiet eens op!" Riep Sirius boos naar boven terwijl hij een harde klap hoorde en zuchtte. Hij rende de trap op en kreeg James' op slot gedraaide deur open met een gemakkelijke spreuk. "Je moet toch wel gaan James. Je hoeft niet uit een raam te klimmen." Zei hij terwijl hij in de deuropening leunde en James licht geschrokken omdraaide.
"Je moet daarmee stoppen." Zei hij terwijl hij uit zijn raamkozijn stapte en zijn koffers van zijn bed afpakte. "Je was niet echt van plan om weg te gaan of wel? Anders had je wel gewoon geteleporteerd." Zei Sirius terwijl James zuchtte.
"Misschien wordt het wel leuk. Dat we mevrouwtje 'oh ik ben zo goed en aardig' moeten vinden betekent niet dat we geen problemen mogen maken." Zei hij terwijl er een kleine grijns op zijn gezicht kwam en Sirius zuchtte.
"Doe alsjeblieft een keer je best James. Misschien is hij of zei wel heel aardig." Zei hij terwijl James humorloos lachte. "Ja dat is de bedoeling slimmerik. Mijn pa stuurt me niet naar de aardigste persoon op de wereld omdat ze gemeen zijn." Zei hij terwijl Sirius zuchtte en zijn tassen pakte.
Ze liepen richting het kantoor van Fleamont vanaf waar ze zouden teleporteren met een beetje hulp van Fleamont.
Hoewel James het zelf goed kon, hij kon nog niet op lange afstanden teleporteren en was niet van plan om ergens te stranden.
Sirius kon niet teleporteren. Dat was iets wat alleen de familie Claus kon. Of mensen die in de Claus familie trouwden zoals James' moeder.
Sirius en James verschenen op een lege straat waar een paar van de lantaarnpalen flikkerde. Ze keken beide even rond en besloten om alle appartementen langs te gaan voor iemand die er aardig uitzag.
Tot James realiseerde dat zijn vader iets had gezegd over 23.
Ze besloten om op iedere verdieping alleen huis 23 langs te gaan.
Het eerste huis was van een paar mannen met brede schouders en smerige baarden. Degene die de deur opende keek de twee boos aan en er stond een niet zo vriendelijk lijkende hond achter hem.
Ze wisten in ieder geval dat het niet de eerste verdieping was.
Op de tweede verdieping zat een iets oudere, dove mevrouw die er heel aardig uitzag. James had aan haar gevraagd of ze misschien een plaats had voor hun om te slapen, maar haar hele huis was vol volgens haar. Sirius kreeg het gevoel dat ze honderden katten had en kreeg de rillingen waarna ze beide gokten dat ze daar niet moesten zijn.
Sirius hield over het algemeen niet van katten. Hij was zelf meer een hondenmens en was niet van plan om zichzelf aan te passen.
Op de derde verdieping klopte James moedeloos aan.
Wat nou als zijn pa hem gewoon hierheen had gestuurd omdat hij hem weg wilde hebben?
Een meisje van ongeveer 20 deed de deur open een keek verbaasd richting de twee jongens die in de deuropening stonden.
"Hallo?" Vroeg ze terwijl James een vreemd gevoel kreeg en gelijk wist dat dit het meisje was dat zijn vader had bedoeld. "Eh, hoi." Zei Sirius terwijl hij James iets dichter richting haar duwde en hij hem licht geïrriteerd aankeek.
Hij kuchte even en zuchtte daarna. "Hallo. Luister, dit gaat misschien vreemd klinken, maar ik ben de zoon van de kerstman en hij heeft me dus hierheen gestuurd omdat jij blijkbaar ene van de meest aardige mensen op de wereld zou zijn, en ik moet dus van jou leren om aardiger te zijn ofzo zodat ik de volgende kerstman kan worden." Zei hij waarna hij diep ademde en het meisje hem aankeek alsof hij gestoord was geworden.
"Heeft Regulus jullie gestuurd? Want geloof me ik ben echt niet geïnteresseerd." Zei ze terwijl Sirius fronste en vragend "Regulus?" vroeg. "Nee? Remus dan? Of Alex?" Vroeg ze terwijl James zuchtte.
"Nee. Ik maak serieus geen grapje eh?" Vroeg hij terwijl het meisje zuchtte. "Lucy." Zei ze waarop hij glimlachte. "Dus jij gaat mij vertellen dat je denkt dat ik twee onbekende mensen zomaar binnen laat in mijn huis omdat de kerstman jullie gestuurd zou moeten hebben?" Vroeg Lucy terwijl James zijn hoofd schudde. "Ik ben gestuurd. Hij is hier voor morele steun." Zei hij terwijl Lucy zuchtte.
"Wat gebeurd er als ik nee zeg?" Vroeg ze waarop Sirius zacht aan James' arm trok. "Dan gaan we weer en proberen we het op de volgende verdieping. Kom James zij is het waarschijnlijk toch niet." Zei Sirius terwijl James zijn hoofd zacht schudde. "Nee. Zij is het wel. Ik weet niet waarom maar ik heb een voorgevoel." Zei hij terwijl Lucy de twee vragend aankeek en Apollo bij de deur kwam.
"Ahh!" Riep Sirius terwijl hij achteruit sprong en Apollo beledigd mauwde. Lucy pakte hem op en keek kort richting Sirius. "Goed. Wat is iets dat de kerstman alleen zou weten over mij?" Vroeg ze terwijl James diep zuchtte.
"Ja jemig dat weet ik niet. Ik ben de kerstman nog niet he? Daar moet jij me mee helpen." Zei hij licht gefrustreerd waarop Lucy zuchtte. "En je verwacht dat ik geloof dat jij de kerstman moet worden?" Vroeg ze waarop James knikte.
Lucy zuchtte en keek kort naar Apollo die uit haar armen sprong en terug naar binnen liep in het appartement.
"Goed. Je mag een nacht hier slapen en dan wil ik iets als bewijs dat ik geen gestoorde mensen in mijn huis neem." Zei ze terwijl Sirius haar kort aankeek. "Dat we de waarheid vertellen spreekt niet uit dat we niet gestoord zijn." Zei hij terwijl James zuchtte en hem aan zijn arm mee naar binnen trok.
"Zeg hallo? Wals lekker gewoon binnen alsof je hier woont. Doe vooral je schoenen niet uit en zeg ook vooral niet dankjewel." Zei ze terwijl James haar licht verbaasd aankeek en zijn schoenen uittrok. "Sorry." Mompelde hij terwijl Sirius hem kort aantikte.
"Weten we zeker dat ze de goede is?" Vroeg hij waarop James zijn schouders ophaalde. "Ik denk dat we gewoon in mijn pa moeten geloven." Mompelde hij waarop hij richting Lucy draaide.
"Dus, waar slapen we?"
~~~
A/N: Hallo iedereen :D
Waarschijnlijk wordt dit boek wel iets korter als ik had verwacht omdat het best wel druk is de laatste tijd, dus niet boos worden als ik dit boek niet eindig voor kerst.
Maar dit was het weer, tot ooit!
Groetjes Caya! 1193 woorden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top