Hoofdstuk 4
9 januari 2015
'We kunnen niet naar de politie, Amy,' zei ik toen we buiten stonden. Ze zuchtte en bond haar tas onder haar snelbinder.
'We moeten wel. Hij bedreigt ons!' zei ze. Een beetje onhandig stapte ze op haar fiets. Amy fietste niet vaak.
'En dáárom kunnen we absoluut niet naar de politie. Dadelijk gebeurt er iets met mijn zusjes. En Lilly is doodsbang dat er iets met Thom gebeurt!' Amy beet op haar lip. 'Ze heeft haar zus al verloren.'
'Oké. We doen het niet,' zei ze. Ik stapte ook op mijn fiets en we fietsten richting de stad. Bij de stoplichten zei ik haar gedag en sloeg toen een bospad in.
Eenmaal thuisgekomen werd ik enthousiast begroet door Ann. Elise was gelukkig niet thuis. Mijn moeder zei dat ze wegging en dat ik op Ann moest passen.
'Penny! Wil je een spelletje doen?' vroeg ze. Ze klom op mijn rug en ik pakte Ganzenbord uit de kast. Nog steeds met Ann op mijn rug, zette ik de speldoos op tafel. We haalden de pionnetjes uit de doos.
Een uur later viel Ann bijna gierend van het lachen van haar stoel.
'Nou ja zeg! Dat kan niet!' riep ik verbaasd uit. 'Hoe kan ik dat niet gezien hebben?' Ann zette haar pionnetje eentje vooruit en begon door de kamer te rennen.
'Ik heb gewonnen, ik heb gewonnen! Nanananana!' Toen struikelde ze over Ko en knalde ze met haar hoofd tegen de bank. Meteen begon ze te huilen. Bezorgd rende ik naar haar toe.
'Kom, ga maar eens op de stoel zitten.' Ik begeleidde haar naar de stoel en pakte een ice pack uit de vriezer. Ook haalde ik een glas water en pakte ik een aspirine. Ik legde de ice pack op haar hoofd en zei dat ze de aspirine moet slikken. Daarna vertelde ik haar een verhaaltje, waardoor er een glimlach door haar tranen heen kwam. Mijn moeder kwam niet veel later thuis, gevolgd door Kay en een krijsende Elise, die zoals altijd veel te druk was.
'Kan dat kind nou voor één keer eens stil zijn?' mopperde hij. Elise was rondjes aan het rennen en mijn moeder riep kwaad dat ze rustig moest doen. Ze zette de televisie aan en Kay zuchtte.
'Kay, ga jij ook mee een spelletje doen? Ik heb net gewonnen van Penny!' riep Ann, die haar bult vergeten leek te zijn.
We speelden nog een spel van een uur en daarna gingen we eten.
'Ik heb een verrassing voor jullie!' zei mijn moeder glunderend. Ik keek nieuwsgierig op.
'Wat dan?' vroegen Ann en Elise. Ze begonnen meteen met raden. Toen ze het na vijf pogingen nog niet wisten, gaven ze het op.
'We gaan morgen naar de Efteling!' zei mijn moeder enthousiast. De twee begonnen te gillen en te springen op hun stoel. 'Jullie moeten nu wel jullie bord leegeten!'
10 januari 2015
Die ochtend vertrokken we al vroeg, want we moesten wel lang rijden. Laurens kwam naar huis en ging ook mee naar de Efteling. Ann en Elise zaten samen op de tweede achterbank een filmpje te kijken op de tablet, Kay zat naast me op zijn mobiel te spelen en Laurens kletste met mama over zijn studie. Ik keek naar buiten.
Ik haatte auto's, grotendeels door het ongeluk van mijn vader. Ik werd ook snel ziek in de auto, dus kon ik niet veel anders dan naar buiten kijken. Niet dat ik dat erg vond, want ik kreeg er inspiratie van. Ik hield van de natuur en al die dieren. Insecten en vogels bijvoorbeeld hadden altijd mooie kleuren en ik vond het mooie beesten, zolang ze maar uit mijn buurt bleven.
Na een rit van een uur en driekwartier kwamen we aan bij de Efteling. Nadat we binnen kwamen werden we bijna meteen gedwongen om naar het Sprookjesbos te gaan. Ik vond het niet erg, stiekem vond ik het Sprookjesbos nog best leuk. Ik maakte een foto voor Amy en Lilly en verzond die. Daarna nam ik Ann bij de hand en we gingen het Sprookjesbos door.
Door de nepsneeuw op de paddenstoelen kreeg ik een kerstgevoel, hoewel kerst net was geweest.
Nadat we het sprookje van "Het meisje met de zwavelstokjes" gezien hadden, barstte Ann bijna in huilen uit, zo zielig vond ze het. Kay en Laurens vonden het tijd voor wat actie en wilde naar de achtbanen.
'Ik wil nog naar Villa Volta en naar de Droomvlucht,' zei ik. We besloten eerst naar de Droomvlucht te gaan. Samen met Ann en Laurens ging ik in een wagentje en ik keek mijn ogen uit. Het zag er net zo magisch uit als de laatste keer dat ik erin ging, maar toen was ik vijf.
Ik was die ochtend zo enthousiast dat ik al om zes uur bij mijn ouders' bed stond te springen. Om halfacht vertrokken we toen en ik kon onderweg niet stilzitten. Toen we bij het pretpark aankwamen, sleurde ik mijn gezin gelijk het sprookjesbos in. Helaas waren mijn broers het daar niet mee eens en ze begonnen te zeuren dat ze naar de achtbanen wilden, niet beseffend dat ze misschien te klein waren. Mijn moeder ging met de jongens naar de achtbanen, terwijl ik samen met mijn vader het sprookjesbos doorging en hem naar Villa Volta en de Droomvlucht sleurde.
Ik glimlachte bij de gedachte aan vroeger. Nadat we de Droomvlucht en Vila Volta gehad hadden en Ann en Elise weggetrokken hadden bij het Laafland, gingen we eindelijk naar de achtbanen. Mijn moeder besloot dat we beter eerst konden eten, want het was al rond enen. Nadat we geluncht hadden, splitsten we op. Ann en Elise waren te klein voor de meeste attracties, dus ging met mijn moeder met ze naar de speeltuin.
Kay, Laurens en ik hadden de grootste lol met z'n drieën en ik vond het fijn dat we nu een keer niet die twee drukke kinderen rond ons hadden. Ik hield enorm van ze, maar ze waren zo energiek dat ik er soms knettergek van werd. Toen we in de Python stapte, gierden de zenuwen door mijn lijf. Dit was een van de eerste keren dat ik in een achtbaan ging. Ik gilde het uit en ik vermoedde dat Kay nu doof was.
Toen we bijna alles hadden gehad, behalve de waterattracties, het was immers januari, besloten we naar de speeltuin te gaan. Toen we mijn moeder vonden, besloten Ann en Elise te zoeken. We vonden ze nergens, waarschijnlijk waren ze in al hun enthousiasme ergens heengerend.
Uiteindelijk deelden we ons op. Mijn moeder bleef bij de speeltuin wachten en mijn broers en ik gingen ieder een andere kant op. Ik vond ze na een tijdje in de rij van de zweefmolen.
'Ann! Elise! Jullie mogen niet zomaar weglopen zonder het tegen mama te zeggen!' Ze keken me met een ondeugende grijns aan. Ik belde mijn moeder op en zei dat ik ze gevonden had. Samen met Kay en Laurens kwamen ze niet veel later aan bij de zweefmolen. Ik stond bijna vooraan met de twee duiveltjes, want ze mochten er niet alleen in.
Mama hield een preek dat ze nóóit meer zomaar weg mochten lopen en ging met Laurens en Kay aan een tafel zitten, waar ze koffie en thee dronken en een pak koekjes opentrokken.
De man bij de zweefmolen opende het hek en keek een beetje spottend naar me. Ik voelde mijn wangen rood worden. Welke vijftienjarige ging er dan ook in de zweefmolen? Ik staarde naar de grond en ging in een stoeltje zitten voor drie personen. Ik in het midden, Elise rechts en Ann links. Ik was al een beetje misselijk van de achtbanen, maar toen de zweefmolen begon te draaien, voelde ik me al helemaal ziek.
'Dag meisjes,' zei de man van de zweefmolen, 'zorg maar goed voor jullie grote zus.' Hij grijnsde en ik kreeg kippenvel. Snel wendde ik mijn blik af.
'Lusten jullie een koekje?' vroeg mijn moeder toen we bij de picknicktafel stonden. Ann en Elise grepen er gretig een uit het pak.
'Ben misselijk. Doe maar thee,' zei ik. Ik ging aan tafel zitten en liet mijn hoofd op mijn handen steunen.
'Penn, wat was dat een slimme actie van je,' grijnsde Laurens. Ik gaf hem een zachte mep en hij lachte.
'Ga jij de volgende keer maar met die twee in de zweefmolen,' mompelde ik en ik nam een slok van mijn thee. Kay en Laurens verschilden echt enorm van elkaar. Laurens was degene die lachte als je pijn had, terwijl Kay medelijden had. Daarnaast hield Laurens ervan zijn grenzen op te zoeken en Kay totaal niet. Kay had ook meer bewondering voor mijn tekeningen dan Laurens. Laurens vond tekenen verspilde tijd, net als hij kaarsen geldverspilling vond. Ik had altijd al een betere band met Kay, zeker nadat Laurens het huis uitging.
Toen we allemaal genoeg gedronken en gegeten hadden, gingen we nog even naar Laafland, want Ann en Elise dwongen ons er bijna heen. Rond vijf uur waren ze daar uitgespeeld en gingen we naar de Pandadroom. Na de film, waarbij Ann de helft van tijd bang tegen mij aangeklemd zat vanwege de slangen en apen, of door de omvallende bomen, gingen we een hapje eten. Op onze weg terug naar de auto zagen we nog een watershow, maar toen die afgelopen was wilden we écht weg. Helaas wilde Ann en Elise nog héél graag op de foto met Pardoes en Pardijn. Ik glimlachte toen ik hun blije gezichtjes zag en kon het niet laten om ze allebei een kus op hun wang te geven toen we naar de auto liepen.
Moe kwam ik uiteindelijk thuis. Ann en Elise werden meteen naar bed gestuurd en ik keek samen met Kay en Laurens nog een film. Mijn moeder had om negen uur 's avonds plots nog zin om taart te bakken, dus genoten we rond elven van een stuk taart. Nadat de film afgelopen was, gingen Kay en ik naar boven. Laurens sliep bij mijn moeder op de kamer beneden. Ik waste mezelf snel en controleerde ik mijn telefoon nog even.
Dat had ik beter niet kunnen doen, want het viel Kay ook op dat ik mijn hand verschrikt voor mijn mond sloeg.
M.E.
M.: E3110,
Bereid je voor. Morgen
krijgen jullie opdracht 1.
M.E.
vandaag om 15.03
|| Joehooeee, ben ik weer met een hoofdstuk. Ik heb een tijdje weinig kunnen doen, door de toetsweek (IK HEB NUL ONVOLDOENDES GEHAALD, YES) en omdat ik nu werk heb. Ik hoop dat je het leuk vond, tips zijn altijd welkom -xxx- ||
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top