Hoofdstuk 3 - Goed gesprek
"Hoe was je werk vannacht?" vraagt hij, wetende dat hij me een half uur geleden al had moeten afwisselen.
"Goed genoeg," antwoord ik. "Het jong is tegenwoordig bang voor teckels, misschien leuk om daar iets mee te doen."
Adrien blijft kort stil en daarna hoor ik gekras. "Het zit in de familie." De kast is sterk, maar een van de planken kraakt al sinds jaar en dag. Ik luister hoe de muziek van knappend hout zich weet te dragen tot het bed en hoe het het jongetje weet af te schrikken. "Ik haat kinderen."
"Ik weet het."
Maar die informatie, die hadden we al. Daarvoor zijn we monsters.
"Ben je er morgen weer?" vraagt hij.
Ik glimlach en tik met mijn vinger tegen het glas water naast het bed. De volgende morgen zou hij toch wel weer te horen krijgen dat de natte vloerbedekking komt door de deken. Ja, morgen ben ik er weer. Morgen en de rest van de vele jaren die nog gaan komen. Tot angst verdwijnt, tot kasten niet meer piepen en mensen niet meer dromen. Tot die tijd ben ik er en tot die tijd is hij er ook.
Dat is wat ik zeker weet, dat is waar ik vanuit ga dat het niet zal veranderen tot de wereld niet meer is zoals het eens was. Dat is hoe monsters zijn.
En diezelfde jaren zal ik doorbrengen op vijf meter afstand van Adrien, wachtend, bangmakend.
Hij ook, maar toch wil hij het altijd weer weten. Of ik bij hem blijf, ook de volgende nacht en hem niet ga vergeten in uren waarop de zon de plaats aan de hemel in neemt.
Maar als de schaduw komt en wij weer ontwaken in de gapende leegte van de menselijke geest, wij weer worden gecreëerd iedere dag opnieuw, dan nog zullen we aan elkaar denken.
---------------
Zo nou wat romantisch zeg.
Poh.
Als je meer had verwacht van dit boek, ik heb je gewaarschuwd.
:D
Laterssss, Surv.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top