"Ik ga dan nu wel weg, maar denk niet dat ik je zomaar laat gaan. Onthoud dat!"
"Donder op, Stijn!" Schreeuw ik. "Lieverd, laat het me alsjeblieft uitleggen! Begrijp het dan en laat me gewoon praten!" Ik kijk gefrustreerd uit het raam terwijl ik nadenk. Nou ja, dat kan je het niet echt noemen. Want in mijn hoofd staat gewoon vast dat ik hem het huis uit moet schoppen. Punt.
Ik heb me nog nooit zó ongelofelijk rot gevoeld. Althans, in tijden niet. Alles ben ik kwijt. Mijn familie, en vrienden heb ik opgegeven... Voor hèm!
"Ik heb zoveel spijt dat ik jou ontmoet heb," zeg ik dan. Met kleine passen loop ik richting Stijn. "Donder op. Ik hoef je nooit meer te zien." We kijken elkaar met tranen in onze ogen aan. Dan draai ik me om en loop weg naar de woonkamer. Er rollen tranen over mijn wangen. Snel veeg ik die met mijn duim weg. Ik haat hem, ik haat hem, ik haat hem. En dat, met heel mijn hart.
"Ik ga dan nu wel weg, maar denk niet dat ik je zomaar laat gaan. Onthoud dat." Hij draait zich om, opent de deur, en gooit die met een harde klap dicht waardoor de foto's aan de muur wiebelen.
Ik zucht, en pak een flesje bier uit de koelkast. Ik neem een flinke slok, en laat mezelf dan op de bank neervallen. Ik staar voor me uit. Ik denk aan de mooie momenten van mij en Stijn, waardoor ik nog meer verdrietiger raak. Ik voel me bedrogen, misbruikt.
Ik bijt op mijn lip en kijk wat om me heen. Het is stil. Akelig stil. Ik sta op, em loop naar mijn slaapkamer. Ik pak een groot dik fotoboek uit de kast en ga dan op bed liggen. Ik open het boek en er verschijnt gelijk een glimlach op mijn gezicht.
Hier waren we in Parijs. En hier waren we op onze derde date. En hier waren we op de trouwerij van de moeder van Stijn. En daar vierden we onze verjaardag samen, omdat we in dezelfde maand jarig zijn. Ik zucht, en sluit mijn ogen. Alle mooie herinneringen spelen zich opnieuw af in mijn hoofd. Een traan glipt achter mijn oog vandaan. Ik sluit het boek en leg die onder mijn bed neer.
Ik trek mijn kleding uit, poets mijn tanden, knip het licht uit, en kruip dan diep onder de dekens. En voordat ik het weet ben ik in een diepe slaap.
Gapend word ik wakker. Mijn haar staat rechtovereind als ik mezelf in de spiegel bekijk. Ik giechel, en fris mezelf dan op. Ik stap in mijn hakken, en loop dan naar het dichtbijzijnde eettentje dat ik tegenkom. Ik bestel een croissant met een verse fruitsmoothie. Ik drink, en eet alles op terwijl ik om me heen kijk. Het is best wel druk op straat. En dát nog wel op zaterdagmorgen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top