H3
Papa en ik zitten in de ambulance met Rose op de brancard. Mama zou met de auto naar het ziekenhuis komen.
De laatste paar minuten besefte ik heel goed dat het allemaal mijn schuld is, omdat ik zo bot deed en niet met haar praatte, dacht ze daar natuurlijk aan en lette niet op het spel. Het is gewoon allemaal mijn schuld! Dat dwaald de hele tijd rond in mijn hoofd. En terecht, het is ook hartstikke waar.
Toen de EHBO man de ambulance had gebeld ging alles heel snel, de ambulance was er al heel vlug, Rose werd opgepakt en in het ambulancebusje gereden. Papa en ik stapte in en zwegen.
Papa liet weer een traan zag ik, ik moest ook huilen. Rose haar tranen kan je ook nog zien zitten. Ze had dus ook gehuild, nadat de in elkaar gezakt was. Dus ze was niet meteen "bewusteloos". De sirene gaan heel hard alleen gaat het allemaal langs me heen. We zijn er al heel snel. Dat komt natuurlijk omdat alle auto's voor ons aan de kant gingen.
We gaan naar een speciale ingang voor ambulances. Voor ik het weet zijn we in een kamer waar naar Rose gekeken wordt.
Papa zegt dat ik in de wachtkamer moet gaan zitten.
Ik voel me zó ellendig, en al helemaal als ik al die zielige mensen voorbij zie komen die zich waarschijnlijk nóg ellendiger voelen dan mij. Ook al kan dat bijna niet.
Er wordt een bed voorbij gereden en een meisje er in waarvan ik denk dat ze ongeveer even oud als mij is. Er zitten overal slangetjes: in haar neus, op haar buik en op haar hoofd. Er wordt een infuus standaard achter haar bed gerold. Ze beweegt niet, ik denk dat ze slaapt.
Dan begin ik weer te huilen, straks ligt Rose er ook zo bij en dat allemaal door mij!!
Het bed van het meisje wordt in de lift gerold en ze gaat omhoog. We zijn op de hoogste verdieping, dus moet ze wel naar een soort dak terras gaan. Als ik mijn tranan weer gedroogd heb, ga ik ook de lift in, naar boven.
Het is heel mooi op het terras. Er zijn prachtige bloemen en bomen. Het is niet heel druk. Alleen een meneer en ik. Maar ik zien het meisje nergens. Zou ze alweer naar beneden zijn gegaan?
Maar dan zie ik haar, ze is uit haar bed en zit tegen een boom aan. De mensen die haar bed zojuist geduwd hadden, zitten een stukje verder op bij een bar waar je drinken kan halen.
Ik ga naast haar zitten. Normaal zou ik dat nooit doen, zomaar naast een vreemde gaan zitten, maar nu wel. Ze kijkt me met een vriendelijke glimlach aan.
'Hoi' zegt ze lief.
'Hoi, wat is het mooi hier' zeg ik.
'Ja, he, dat vind ik ook. Helaas mag ik hier niet iedere dag komen'
'Hoezo niet' Vraag ik.
'Omdat mijn vader en moeder niet zo van de natuur houden. Ze zitten het liefst uren achter de computer en voor de televisie.'
'Zonde' vind ik.
'Ja, dat vind ik ook. Maar wat doe je hier, ik heb je nog nooit eerder gezien.'
'Mijn zus moet naar het ziekenhuis'
'O, wat vervelend. Wat heeft ze?'
'Er kwam een hockey bal op haar slaap en ze blijft bewusteloos.
'Ik hoop voor je dat ze beter wordt.' Zegt ze.
'Ik ook.' Ik voel weer een traan op komen.
Ik probeer hem weg te werken, maar dat ziet ze.
'Als je moet huilen, moet je dat gewoon doen.'
'Ja.'
'Hoe heet jij eigenlijk?' Vraag ik om van onderwerp te veranderen.
'Ik heet Isa en jij?'
'Fleur'
'Mooie naam'
'Dankje'
Ik durf het bijna niet te vragen maar ik doe het toch. 'Waarom ben jij hier eigenlijk?'
Ik had gedacht dat ze me raar aan zou kijken, maar in plaats daarvan geeft ze gewoon antwoord.
'Ik ben in behandeling voor kanker.'
'O, sorry.'
'Maakt niet uit hoor. Dat is toch een normale vraag.' Zegt ze alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
'Als je het zo zegt wel ja.'
Dan valt er een lange stilte, maar geen pijnlijke.
Ik denk ze heel vervelend vind om hier te zijn en dat snap ik heel goed, want niemand hoort in het ziekenhuis thuis.
Eigenlijk moet ik gaan, want ik denk dat papa al naar me op zoek is.
'Zullen we ons telefoonnummer aan elkaar geven, dan kunnen we whatsappen.' Zegt Isa
'Ja lijkt me leuk.'
We geven elkaar ons telefoonnummer en ik stap de lift weer in.
Als ik weer terug in de wachtkamer ben, zie ik dat mama er is. Ze zit bij rose in de kamer. Ik zie papa nergens in haar kamer, dus moét hij wel naar me op zoek zijn. Of hij is natuurlijk naar de wc, dat hij altijd moet als er iets spannend aan de hand is. Ik heb eigenlijk niet zo veel zin om papa te zoeken, want van hem mocht ik er niet bij zijn toen er naar rose gekeken werd. Dus ga ik gewoon de kamer binnen. Ik hoop dat het van mama wel mag.
Rose ligt er heel zielig bij. Er zijn allemaal plakkertjes met buisjes op haar geplakt. Mama neemt me op schoot en haar ogen zijn heel rood, waarlijklijk van het huilen.
'Mama, wat is er met rose?' Vraag ik voorzichtig. 'Ze ligt in coma.' Zegt ze met een brok in haar keel. Ik heb wel eens gehoord dat dat heel erg kan zijn want, soms kan je niet meer lopen als je wakker word, soms ben je vergeetachtig en heel misschien word je wel helemaal niet meer wakker!
Ik eerste instantie ga ik door het lint, want als dat allemaal kan gebeuren zou dat verschrikkelijk zijn. Maar ik moet rustig blijven, ik ben tenslotte al 14 en moet ik me ook wel zo gedragen.
Ik word door mijn moeder van haar schoot getild, ze staat op en bij de deur opening zecht ze met een brok in haar keel en een beetje boos: 'Marie-Fleur, wil je alsjeblieft met je zus gaan praten?' Dan loopt ze de gang op en zie ik haar niet meer door het raam.
Eerst zwijg ik en reageer een beetje verward, want als ze ik coma ligt, kan ik toch zeker niet met haar praten?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top