Hoofdstuk 34
Emma
Vliegen boven land is niets in vergelijking met vliegen boven een enorme kom water. Ze kan de bergen zien in de verte, dus eindeloos is het niet. Links en rechts zijn ook bergen en ze heeft zomaar het idee dat deze wereld ophoudt te bestaan na de toppen van die grens.
Hoe zou het zijn om te leven in zo'n wereld? Er zijn maar weinig mensen, tot nu toe heeft ze drie dorpen en één stad geteld. Er is een beetje geschiedenis, want er was een legende die blijkbaar al een paar generaties is doorgegeven, maar meer dan honderd jaar zal het wel niet teruggaan. Waar zou generaal Oktober vandaan zijn gekomen? Was hij een kind dat geboren is in een dorp en op een dag besloot om generaal te worden en de troon omver te werpen? Of komt hij van een land achter de bergen en is de wereld wel een stuk groter dan ze kunnen zien?
En waarom maakt ze zich daar op dit moment zo druk om?
Eftalia is voortgekomen uit fantasie, die van haar en Shai. Het is logisch dat het niet heel uitgebreid in elkaar zit, ze waren er net een week of wat mee bezig voordat ze erin gezogen werden.
Poffie's vleugels klappen gestaag op en neer. De wind suist om haar oren en ze is blij met de warme mantel om haar heen. De lucht voelt kouder boven de zee, ze hoopt maar dat het wit van de witte bergen niet betekent dat ze straks door sneeuw moeten banjeren. Voor de zoveelste keer verwenst ze de koninklijke pantoffeltjes, haar tenen zijn nu al half bevroren.
Langzaam komen de bergen dichterbij. De lucht wordt donkerder naarmate de zon achter hen steeds verder zakt. Af en toe schiet er een rilling door haar heen en dan voelt ze hoe Shai zich iets dichter tegen haar aandrukt. Wat vervolgens weer een heel ander soort rilling teweeg brengt.
Hoe zal het tussen hen zijn wanneer ze straks weer terug zijn? Zal hij alles zo snel mogelijk willen vergeten? Zijn aanbod om Poffie voor haar te tekenen was ongelooflijk lief, maar daarna? Ze moeten samenwerken voor het project, dus hij kan haar niet volledig negeren, maar over een poosje is het project afgelopen. Wat dan?
En dan gaat ze ervan uit dat er in hun wereld niets is veranderd. Stel je voor dat ze terugkomen en er zijn maanden voorbij gegaan. Dat kan, toch? Natuurlijk kan het ook dat er helemaal geen tijd is verstreken en dat ze straks terugkomen op hetzelfde moment als dat ze vertrokken. Dan wacht haar een overspannen tante en een enkeltje pleeggezin. Net als Shai.
De kou binnenin haar is bijna nog erger dan die om haar heen. Hoe meer ze knippert, hoe meer vocht er achter haar oogleden drukt en na een tijdje kan ze zichzelf niet meer voorliegen. Haar tranen komen niet door de wind. Ze huilt en met moeite weet ze haar schouders stil te houden. Shai hoeft niet te weten hoezeer ze opziet tegen het komende einde.
---
Tegen de tijd dat de eerste sterren verschijnen in de kobaltblauwe nacht boven de witte toppen, heeft ze zichzelf weer enigszins onder controle. Het is niet anders. De verhaallijn moet worden voltooid, Poffie moet terug naar zijn familie.
Als ze goed haar best doet, kan ze zien dat niet alleen de toppen van de bergen wit zijn, maar het hele gebergte. Dat geeft hoop op het ontbreken van sneeuw. Wel is het ijskoud en ondanks Shai's warme lichaam om haar heen, kan ze al een tijdje niet meer stoppen met rillen.
Wanneer Poffie uiteindelijk daalt en zijn poten neerzet op een plat stuk rots voor de opening van een kleine grot, lukt het haar nauwelijks om van zijn rug af te komen.
Ook Shai heeft het duidelijk koud. Hij blaast warme adem in zijn handen en springt een paar keer op en neer, dan wijst hij naar de grot. "Poffie, is het veilig voor ons daarbinnen? Ik denk dat we nu niet meer hoeven te zoeken naar andere draken, het is veel te donker, maar ik heb geen zin in beren of vleermuizen."
De draak schijnt geen last te hebben van kou, hij is zelfs energieker dan normaal, valt Emma op. Zou dat iets te maken kunnen hebben met het feit dat zijn familie in de buurt moet zijn?
Met rechtopstaande oren en open bek, waggelt Poffie de grot in. In ieder geval zo ver als hij kan komen. Zijn schouders passen, maar zijn heupen zijn te breed.
'Zie je iets?' vraagt ze in gedachten.
Als antwoord licht de grot op. Poffie blaast een straal blauw-wit vuur naar binnen en als een reactie uitblijft, voelt ze haar hartslag dalen. Gelukkig, dan hebben ze in ieder geval een schuilplaats voor de nacht.
Ze kijkt om zich heen, maar er liggen nergens takken, zelfs geen blaadjes; niets om een vuurtje mee te maken.
Shai is tot dezelfde conclusie gekomen, want hij loopt naar haar toe en vraagt: "Hé, Em? Kun jij iets met je feeënstafje doen? Ik zie niks om een fikkie mee te stoken."
Met bevende vingers trekt ze het stafje uit de zak van haar mantel. Ze sluit haar ogen en probeert zich te concentreren, maar haar tanden klapperen zo erg dat het haar afleidt.
"S- sorry, het lukt, lukt me n- niet." Vlug steekt ze haar hand weer onder de mantel.
Zodra Poffie aan de kant gaat, duikt ze de grot in. Het is zowaar een beetje warm binnen, dat komt vast door het vuur dat de draak zojuist heeft gespuwd. Een ideetje komt in haar op en hardop zegt ze: "Hé Poffie, kun jij af en toe wat warme stoom naar binnen blazen? Dan bevriezen we tenminste niet."
Als antwoord krult Poffie zich voor de ingang op, zodra ook Shai naar binnen is gelopen. Zijn nek is opzij gebogen en zijn neus wijst naar de muur. Zachtjes blaast hij zijn hete adem de grot in en Emma sluit haar ogen wanneer de verwarmde lucht om haar heen wervelt.
Er is nog maar weinig licht, helemaal nu Poffie de ingang zowat volledig blokkeert. Vlug zoekt ze een plekje op de grond dat niet al teveel scherpe hoeken heeft en daar gaat ze zitten. Haar mantel trekt ze stevig om zich heen en als Shai haar een stuk brood aanreikt, pakt ze het snel aan.
"Dankje", mompelt ze met haar mond vol. Na het brood krijgt ze de veldfles en dit keer hebben ze allebei geen commentaar. De wijn warmt haar van binnen op en langzaam voelt ze haar oogleden zwaar worden.
Het is niet gek dat ze doodop is, na alles wat ze de afgelopen dagen hebben meegemaakt. Was het echt nog maar gisteren dat ze voor hun leven moesten vrezen?
De harde grond is geen lekker bed, maar ze is zo moe dat het haar niet veel uitmaakt. Wanneer ze gaat liggen en probeert haar voeten te bedekken met de mantel, hoort ze Shai's stem. Hij klinkt verlegen.
"Hé, Em?"
Ze vindt het grappig als hij haar zo aanspreekt en een trage glimlach schuift over haar lippen. Poffie blaast nog steeds af en toe een stroom warmte de grot in en het is zowaar behaaglijk, ook al ziet ze nu bijna niets meer.
"Ja?" Ze gaapt en drukt haar kin tegen haar borst.
"Ehm... in de hut sliepen we met de eh, ruggen tegen elkaar, maareh... vind je het erg als we nu, je weet wel ... tegen de kou enzo." Hij hapert, maar praat snel. "Ik weet niet of Poffie nog steeds warmte kan blazen als hij in slaap valt en nou, jouw mantel is groot, mijn cape niet echt."
Als hij vraagt wat ze denkt dat hij vraagt, dan klinkt het ontzettend logisch, maar toch kan ze geen woord meer uitbrengen. Slapen met zijn rug tegen de hare was al zo moeilijk geweest, als hij lepeltje-lepeltje wil gaan slapen, dan doet ze echt geen oog dicht.
Toch komt ze overeind en met trillende vingers knoopt ze haar mantel los. Zonder iets te zien, voelt ze hoe hij haar een stukje opzij schuift en even later drukken zijn handen haar schouders onhandig naar beneden. Ze stoot haar teen, maar merkt dat hij zijn eigen cape op de grond heeft gelegd. Met haar handen strijkt ze de randen glad en dan gaat ze liggen.
Al haar zenuwen staan op scherp als hij achter haar plaats neemt en dan komt de moeilijke opgave om de mantel helemaal over hen heen te leggen. Met handen en voetenwerk, krijgen ze het uiteindelijk voor elkaar, daarna blijft Emma met een rood hoofd doodstil liggen. Het is maar goed dat het donker is.
Ze voelt Shai's adem tegen haar hoofd blazen. Haar hart bonkt luid, maar ze voelt ook die van hem. Het is eigenlijk best fijn zo. Warm, geborgen. Heel helder zijn haar gedachten niet meer, vanwege de moeheid en de wijn, toch kan ze nog net bedenken dat, zelfs als hij straks niets meer met haar te maken wil hebben, ze in ieder geval deze herinnering heeft.
---
Ze is opgerold tot een balletje, wanneer ze haar ogen opent. Licht schijnt op het plateau voor de grotopening en Poffie is in geen velden of wegen te bekennen. Achter haar ligt Shai nog zachtjes te snurken, zijn ene arm ligt opgevouwen onder haar hoofd en de andere hangt zwaar over haar middel. Ze glimlacht om het grappige geluid dat hij maakt.
Een bekend gekrijs doorklieft de lucht en het geluid van klapperende vleugels die dichterbij komen, bereikt haar oren. Wanneer echter een tweede, veel zwaardere brul door de bergen weerkaatst wordt, schiet ze met een ruk overeind.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top