Hoofdstuk 22
Emma
"You've got to be kidding me." Emma kreunt en slaat haar handen voor haar ogen. Toch zijn de emoties die door haar heen golven, bij het zien van haar tante, minder heftig dan ze had verwacht. Iets is veranderd. Zou het komen doordat ze net het zusje heeft gezien waardoor Erika's leven zo overhoop was gegooid? Of het nou echt was of niet, van dat soort arrogantie zou zij ook stapeldol worden. En als de ongewenste dochter van dat tegendraadse zusje dan ook nog eens sprekend op haar lijkt ...
Ze ontspant zich en laat haar handen zakken, dan haalt ze diep adem en vraagt: "Is het echt zo moeilijk om mij te zien en niet Ashlyn? Ik weet dat ik op haar lijk, maar dat is toch alleen maar uiterlijk?"
De stem van haar tante klinkt vermoeid, alsof ze het heeft opgegeven. "Weet je dat onze moeder stierf toen Ashlyn tien was?"
Dat wist ze inderdaad. Logisch natuurlijk, anders kon deze projectie van haar tante dat ook niet weten. Dit komt uit haar eigen gedachten. Maar ze moet toegeven dat ze daar nooit bij stil heeft gestaan. Haar tante was niet alleen opgezadeld met het kind van haar zusje, ook haar zusje zelf heeft ze deels moeten opvoeden. Ze kantelt haar hoofd. Waarom ziet ze dit nu ineens allemaal zo helder?
"Onze vader moest hard werken om ons te onderhouden en ik deed mijn best, maar Ashlyn ... Niets leek haar te interesseren, ze wilde alleen maar plezier maken. Ze ging uit vanaf haar veertiende en kwam zo laat thuis." Hoofdschuddend sloot tante Erika haar ogen en Emma beet op haar lip.
Een deel van haar wilde geen medelijden hebben met haar tante. Zag ze dan niet hoe anders zij was?
"Papa wist het niet, Ashlyn was zijn oogappel en hij had het al zo zwaar. Wat kon ik doen? Ik was zelf nog een kind. Ze haalde slechte cijfers op school, ging om met de verkeerde mensen, op een gegeven moment hield ik op me er druk over te maken. Ik trok mijn handen van haar af."
Emma kneep haar ogen een stukje samen. "En toen werd ze zwanger. Maar dat was niet uw schuld." Haar tante zweeg en aan de stijfheid van haar lippen zag Emma hoe moeilijk ze het ermee had.
Die uitdrukking kende ze maar al te goed. Elke keer als Ashlyns naam, of zelfs maar de gedachte aan haar, voorbij kwam in een gesprek, dan spande Erika haar kaken aan en verschenen er ribbels in haar voorhoofd. Op een gegeven moment bleven die ribbels staan.
Gaf haar tante zichzelf de schuld? Van de zwangerschap? Het sterven? Maar dat slaat toch nergens op? Emma's gedachten draaiden als radartjes in de motor die ze in de tweede had moeten maken bij O&O. Haar tante is niet echt hier, dit is een gedachtespinsel, het is een soort wedstrijd die ze moet winnen. Maar hoe kan ze winnen als ze niet weet wat er van haar verwacht wordt?
Bij het gesprek met haar moeder voelde ze zich op het laatst zo zelfverzekerd en nu, nu is ze weer net zo in de war.
"Wat wilt u van mij?" De woorden komen er trillerig uit en ze slaat haar handen voor zich ineen. Moet ze iets zeggen? Iets doen? Moet ze haar tante troosten? Haar ... Ze zuigt haar adem in. Is dat het? Moet ze haar vergeven? Kan ze dat?
Starend naar de gebroken vrouw voor zich, merkt ze dat haar eerdere boosheid niet meer de boventoon voert. Erika was maar twee jaar ouder dan zij, toen ze niet alleen haar zusje verloor, maar ook gedwongen werd om moeder te zijn. Twee jaar. Emma onderdrukt een huivering.
Is het dan vreemd dat haar tante zo streng is geworden? Zeker wanneer ze zichzelf de schuld geeft van wat er is gebeurd, hoe belachelijk dat ook is.
Ze neemt een besluit, zet haar voeten stevig op de mossige grond en zegt: "Dat mijn moeder zich niet gedroeg; dat ze zwanger werd en stierf, dat is niet uw schuld. Het was niet eerlijk dat uw vader u opzadelde met die zorg. Maar ..." Ze ademt diep in en vervolgt: "Het is ook niet eerlijk dat u mij behandelt zoals u eigenlijk Ashlyn had willen behandelen. Ik ben niet mijn moeder, ik maak niet haar fouten."
"Je bent brutaal, je komt laat thuis, je bent ongehoorzaam", somt Erika op. Haar ogen staan ineens helder, alsof ze het gevecht nog niet opgegeven heeft.
"Eén keer!" schreeuwt Emma, maar dan dwingt ze zichzelf weer kalm te worden. Haar stem trilt maar heel lichtjes als ze nogmaals zegt: "Dat was één keer. Ik was boos en vond mijn straf onrechtvaardig. Het was tenslotte mijn zestiende verjaardag." Bijna begint ze weer te schreeuwen. Een stemmetje in haar achterhoofd fluistert echter dat ze iets te bewijzen heeft en dat kan ze niet doen als mokkende puber.
"Kijk, als u excuses wilt, prima: het spijt me. Als u vergeving nodig hebt, voor wat dan ook, dan geef ik dat. U bent dan wel nooit een echte moeder voor me geweest, want u hebt er altijd voor gezorgd dat ik dondersgoed wist dat u dat niet was, maar ... Ik begrijp het nu iets beter, oké." Ze vouwt haar handen open en buigt iets voorover in de hoop dat deze tante Erika genoegen zal nemen met haar woorden.
"Ik ben een tiener, ik maak fouten, ik moet nog een hoop leren, dat weet ik. Maar ik ben Emma, niet Ashlyn. Ik doe mijn best op school, ik drink niet, ik heb geen foute vrienden en ik heb zelfs nog nooit een jongen gezoend, dus ..." Een snik ontsnapt uit haar keel. "Ik ben mezelf, zie dat alsjeblieft en laat mijn moeder los. Ze is dood, ze is er niet meer, oké. Ik ben Emma!"
Een felle flits en een rinkelende gong doen haar struikelen en op haar knieën vallend, beschermt ze haar ogen, totdat het verblindende licht is verdwenen.
Wanneer ze knipperend opkijkt, ziet ze dat haar tante verdwenen is. Rondom haar staan nu acht vrouwen. Ze verschillen van elkaar als dag en nacht en toch ziet Emma ook overeenkomsten. Elk van hen heeft iriserende vleugels en elk houdt een stafje vast die een zachte gloed uitstraalt.
Ze herkent de fee die haar toegesproken heeft, toen ze dit deel van het bos betrad. De arrogante blik is minder geworden, al ligt er nog steeds een sneer om haar lippen.
Om zich heen kijkend vallen haar een aantal dingen op. Kleine herkenningspuntjes, zoals de bloemen in de lange blonde krullen van de fee met het korte, roze jurkje; de bolle wangen van de fee met het rare knotje op haar hoofd.
"Dus," verbreekt de fee in het blauw de stilte, "het is je gelukt. Gefeliciteerd, we zijn allemaal gered." Haar rode krullen dansen op en neer wanneer ze een spottend buiginkje maakt.
"Stil, Fay, accepteer dat je het bij het verkeerde eind had", zegt de fee met de bolle wangen.
Een andere fee, achter Emma, zodat ze zich vlug omdraait, voegt daaraan toe: "En gelukkig maar, het zou een ramp zijn als Eftalia in handen zou blijven van die bruut."
Emma knijpt haar ogen samen en bestudeerd de rok van de fee die net sprak. Zijn dan rails? Ze spert haar ogen wijd. Er draait een achtbaan om haar heen. Dat kan toch niet? Wanneer ze de fee in haar ogen kijkt, krijgt ze een knipoogje.
"Sta op, kind, je hebt je plek onder ons verdiend." Alle feeën doen een paar passen naar voren en een fee met een rok van vogelveren en een tulband op haar hoofd zegt: "Je bent jezelf trouw gebleven, je bent standvastig en gelooft in jezelf, dat zijn waardevollere eigenschappen dan het scherpste zwaard."
Emma's mond valt open. Was dat wat de wedstrijd moest doen? Ze moest laten zien dat ze wist wie ze was? Misschien was een doolhof dan toch makkelijker geweest.
Ze staat op en klopt een beetje ongemakkelijk wat mos van haar benen, dan kijkt ze gespannen naar de gezichten rondom haar. De meeste staan vriendelijk.
"Ben je klaar voor je beloning?" De fee met het roze jurkje – plotseling weet Emma waar ze haar aan doet denken – giechelt en strekt haar hand met het stafje naar voren. Alle feeën doen hetzelfde en Emma moet zich inhouden om niet weg te duiken.
Dan voelt ze hoe een kriebelende warmte zich verspreidt over haar rug. Er is geen pijn, maar toch heeft ze moeite stil te blijven staan. Er is geen fel licht, de topjes van de stafjes gloeien, maar de gloed doet niet zeer aan haar ogen. Het gekriebel op haar rug concentreert zich op één plaats en lijkt haar huid naar buiten te drukken. Ze probeert over haar schouder te kijken en haar handen grijpen in de lucht achter haar en plotseling raken ze iets. Iets glads, dun en puntig. Als ze erin knijpt voelt ze het overal in haar lichaam, maar het materiaal is stevig.
Ze draait in de rondte en zeven van de acht feeën stappen achteruit. De laatste fee, een vrouw die haar een beetje aan Jasmine van Aladin doet denken, maakt een grijpende handbeweging in de lucht en heeft ineens een tweede stafje vast. Ze biedt hem aan en zodra Emma het met bevende vingers vastpakt, begint het topje te gloeien. De fee glimlacht, geeft een knikje en verdwijnt dan in een wolk van mist.
Verward draait Emma een rondje om haar as. Alle feeën zijn verdwenen. Ze is alleen.
Totdat ...
"Emma!" Twee sterke armen trekken haar in een omhelzing en tranen springen in haar ogen wanneer ze de zwarte stof van Shai's hoodie voelt. Hij laat haar echter meteen weer los en door haar tranen heen, ziet ze hem ongelovig naar haar kijken.
"Het is je gelukt", zegt hij schor. "Je hebt vleugels, Em."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top