Hoofdstuk 2
Shai
"Ik wil een headcount. Sta eens stil, zodat ik niet steeds de tel kwijtraak." De stem van de leraar O&O galmt door de hal van de school. Shai knipoogt naar een paar meisjes verderop, die de chaos lachend staan te bekijken en loopt op zijn tenen achter de leraar langs naar de andere kant.
"Zidan, staan blijven, zeg ik, anders blijf je achter."
Onmiddellijk bevriest hij en met één voet overdreven hoog in de lucht en twee armen wijd, blijft hij staan. Tenminste, totdat hij zijn evenwicht verliest en luidruchtig op een bankje neerploft. Gelach alom is het resultaat.
Zijn blik schiet naar de hoge paardenstaart van het meisje een paar passen verderop. Haar gezicht is van hem afgewend en zijn hart zakt een paar centimeters omlaag. Traag gaat hij weer rechtop zitten en als de leraar zijn naam dit keer opnoemt, blijft hij waar hij is.
Hij weet niet waarom hij altijd zo idioot moet doen, maar op de een of andere manier is het vele malen erger wanneer zij in de buurt is. En nu is hij ook nog eens aan haar gekoppeld als projectpartner. Ze zal hem haten tegen de tijd dat het project is afgelopen.
De busrit duurt een half uur en samen met zijn vrienden zoekt hij een plekje achterin. Heel even ziet hij twee blauwe ogen zijn kant op flitsen, maar dan verdwijnt haar profiel achter de hoofdsteun van een stoel vooraan.
Lang blijft hij niet pruilen, al snel laat hij zich afleiden door Thijs en Ahmed, die proberen hun initialen in de achterkant van de stoelen voor hen te krassen.
Omdat het een gewone schooldag is, en ook nog eens een maandag, is het vrij rustig bij het park. De leraar regelt de toegangskaartjes, terwijl de tweede begeleider, een lerares Biologie die hij zelf niet kent, bij de groep blijft. Zijn hart maakt een vreemd soort sprongetje wanneer ze vervolgens de opdracht krijgen om in de aangewezen tweetallen het park te verkennen.
Meteen klinkt er overal om hem heen commentaar en hoewel hij meestal het hardste schreeuwt, houdt hij dit keer zijn lippen op elkaar.
Hij ziet Emma speurend om zich heen kijken en wanneer ze oogcontact maken, worden haar wangen rood. Dat gebeurt wel vaker bij haar heeft hij geconstateerd. Aangezien hij haar ook regelmatig hoort klagen over een droge huid en zalf en dat soort dingen, zoekt hij er niet al teveel achter. Langzaam schuifelt hij in haar richting.
Op een meter afstand blijft hij stilstaan, zijn handen heeft hij diep in de zakken van zijn jeans gestoken. Zijn vorige pleegmoeder heeft hem een keer een ribbroek gegeven, waarschijnlijk ligt die nog steeds achter de kast van zijn oude adres.
Wanneer ze niets zegt vraagt hij: "Waar eh... waar wil je beginnen?" Zijn oog valt op een papier dat ze vasthoudt en in een opwelling trekt hij het uit haar handen.
"Au!"
Hij trekt een moeilijk gezicht als hij ziet hoe ze het stukje huid tussen haar duim en wijsvinger in haar mond stopt. Deed hij dat?
"Ik had het je heus wel gegeven als je erom had gevraagd, hoor!" mompelt ze, tussen het zuigen door. Een rode streep is zichtbaar wanneer ze uiteindelijk haar hand uit haar mond haalt. Een papiersnee. Sukkel die hij is.
In de verte ziet hij Ahmed in de richting van de achtbanen lopen. "Zullen we eh... die kant op gaan?" Hij wijst en als ze zijn blik volgt, bijt ze op haar lip. Misschien is ze bang voor achtbanen. Gespannen wacht hij haar reactie af.
Ze haalt een keer diep adem en zegt dan, zonder hem echt aan te kijken: "Ik wil niet nog een achtbaan doen. Daar zijn er al genoeg van en dat gaan ze nooit bouwen. Ik wilde eigenlijk Droomvlucht bekijken."
Shai fronst. Welke was Droomvlucht ook alweer? Hij werpt een blik op het papier in zijn hand. Er staat een lijstje woorden op, maar zijn ogen registreren alleen de bovenste. Droomvlucht, juist.
Gelukkig geeft Emma al antwoord. "Het is een zweefvlucht door een sprookjeswereld."
Ah, nu weet hij het weer. De laatste keer dat hij hier was, wilde zijn pleegzusje daar de hele tijd in. "Is dat niet iets voor meisjes?"
Meteen schiet ze in de verdediging. "Ik wil ook niet precies zoiets doen. Niet iets met elfjes en trollen en zingen en zo. Ik dacht meer aan ..." Haar stem wordt zachter en hij buigt naar voren om haar te kunnen verstaan. "Aan een soort meerkeuze-iets. Met verhaallijnen. Dat er dan aan de hand van je keuzes wordt bepaald in welke richting je gaat."
Ze ziet het niet, want ze kijkt hem niet aan, maar hij is verrast. Blijkbaar heeft ze er al heel wat over nagedacht in het weekend. Hij niet. Zijn weekend bestond voornamelijk uit rondhangen bij de bankjes aan de rand van het bos. Hebben ze de spuitbussen eigenlijk weer mee naar huis genomen?
Voordat Emma hem weer aankijkt, knippert hij een paar keer met zijn ogen. "Oké, ja, goed punt om mee te beginnen. Droomvlucht it is. Welke kant op?" Hij ziet opluchting in haar ogen en geeft zichzelf inwendig een schouderklopje.
Tijdens de wandeling naar de beoogde attractie, probeert hij een paar keer een gesprek te beginnen. Hij komt echter niet verder dan het maken van een lukrake opmerking over waarom ze nog steeds die suffe oude sprookjes houden. Ze kan er niet om lachen en dus geeft hij het op.
Voor de poort van Droomvlucht sluiten ze aan in de rij. Ze kunnen een heel eind doorlopen, want er zijn niet veel mensen, maar wanneer hij over de touwen heen stapt, in plaats van netjes tussen de paaltjes door te lopen, krijgt hij alleen maar een geïrriteerde blik. Wat? Hij kruipt toch niet voor? Zijn geweten geeft hem een mep tegen zijn achterhoofd en fluistert hem toe: 'Zo maak je geen indruk op meisjes.'
Gedwee volgt hij Emma de laatste paar bochten om, tot ze achter een vrolijk gezinnetje moeten wachten tot ze aan de beurt zijn. Vanuit zijn ooghoek ziet hij hoe Emma's lange haar voor haar gezicht valt, als ze iets in haar rugtas opzoekt. Hij heeft niet eens een tas bij zich. Meisjes.
Een paar stappen verderop ziet hij nog net hoe ze de dop op een tube draait, waarna ze, half van hem weggedraaid, haar wangen begint in te smeren. Zijn mondhoeken krullen op. Hij vind de rode wangen best schattig, maar dat kan hij waarschijnlijk beter niet hardop zeggen.
Een kleine tien minuten later zijn ze eindelijk aan de beurt.
Vlak voor hij wil instappen hoort hij gejoel achter hem. Thijs schreeuwt vanaf zijn plekje achteraan in de rij: "Whoo, Aladin, niet wegvliegen, hè."
Shai steekt zijn middelvinger naar hem op, wat hem op een paar boze blikken van ouders komt te staan en lachend stapt hij in het wagentje. Zijn lange benen tikken tegen de metalen stang die Emma vast klikt en als hij haar aankijkt, trekt ze vragend haar wenkbrauwen op. "Aladin?"
Hij haalt zijn schouders op. "Half Egyptisch. Duurde niet lang voor ik die bijnaam kreeg." Ze gaat er niet op in en hij vraagt zich af of het haar iets uitmaakt welke achtergrond hij heeft. Hij heeft zijn haar en zijn tint van zijn vader. Qua lengte is hij net zo Nederlands als negen van de tien jongens in zijn klas.
Het wagentje is niet heel breed, ze raken elkaar op meerdere plekken en hij moet moeite doen om zich te concentreren op de donkere sprookjeswereld rondom hen. Als ze vanuit het niets weer begint te praten, schrikt hij op.
"Ik dacht aan iets met meerdere verhaallijnen, een soort queesten, weet je wel?"
"Je bedoelt van die ridder-dingen?" Hij heeft wel eens van een queeste gehoord. Gingen de ridders van de ronde tafel niet op een queeste?
De vouw boven haar neus verdwijnt en ze kijkt hem verheugd aan. Ja, hij is niet helemaal van gisteren.
"Ja die, alleen dan niet met ridders, tenminste, dat kan natuurlijk, als jij dat wilt. Ik heb nog niet nagedacht over welke verhaallijnen. Maar het moet wel bij de Efteling passen. Dus sprookjes, fantasie en zo."
Hij tuit zijn lippen en doet zijn best om iets nuttigs in te brengen, hij wordt echter afgeleid wanneer haar mond zijn beweging kopieert. Ze heeft het zelf meteen door, want ze kijkt weg en zet haar tanden in haar onderlip.
Fantasie. Hij grimast. Nee, niet die fantasie.
Een tijdje kijken ze stil naar de zwevende werelden om hen heen. Droomvlucht is al oud, maar nog steeds een geliefde attractie. Wat maakt het zo goed? Het spreekt de verbeelding aan? Een andere wereld, één waarin je je onder kunt dompelen.
Tot zijn verrassing komt er een idee in hem op. "We kunnen een portaal maken."
Hij begint zo onverwachts te praten, dat zij dit keer schrikt. Hij ziet haar schouders omhoog schieten.
"Wat?"
Terwijl hij probeert zijn lachen in te houden legt hij uit: "Een portaal, een poort naar een andere wereld. Je weet wel, fantasie en zo. Voor je verhaallijnen. Je moet tenslotte ergens beginnen."
Het kost haar een paar tellen om zijn woorden te verwerken, dan lacht ze hem opeens stralend toe en vanaf het puntje van zijn tenen, tot aan de bovenste krul op zijn hoofd, trekt er een warme gloed door hem heen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top