Hoofdstuk 19

Emma

Ze landen midden in een bos met bomen die er eeuwenoud uitzien. Zelfs met z'n tweeën kunnen ze geen cirkel maken rondom een stam. Dikke takken kronkelen de hoogte in en een vol bladerdek beschermt hen tegen de heetste stralen van de zon.

Emma staart omhoog met haar hand boven haar ogen. "Denk je dat dit onze aarde is?"

Ze kijkt opzij en grinnikt als ze Shai het glanzende shirt ziet omruilen voor zijn hoodie. Met de riem daaroverheen ziet het er best oké uit en de vlek is weg. Die heeft mevrouw Elken er waarschijnlijk uit gewassen.

"Onze aarde?" vraagt hij afwezig. Zijn handen prutsen met de gesp van zijn riem.

"Ja," ze haalt haar schouders op, "maar dan vroeger, weet je wel, in de middeleeuwen enzo."

Onder haar kunststof laarsjes groeit zacht mos, dat terug veert wanneer ze haar gewicht eraf haalt. Mos is best stevig spul. Ze hurkt neer en wrijft met haar vingers over de kleine, groene plantjes.

"Ik betwijfel of er zelfs in de middeleeuwen draken en feeën waren bij ons."

Ze staat weer op en kijkt hem aan. "Waar denk je dan dat we zijn? Een andere planeet?"

Nu staart Shai ook omhoog. Ze volgt de lijnen in zijn gezicht en zet haar tanden lichtjes in haar onderlip als ze de donkere haartjes van een beginnend baardje ontdekt.

"Nee," zegt hij na een tijdje, "dat denk ik niet. Ik denk ..." Zijn blik richt zich op haar en nadat hij zijn lippen heeft bevochtigd, maakt hij zijn zin af. "Ik denk dat dit niet echt is. Dat kan gewoon niet, toch? Ik bedoel: we vinden een steen en die transporteert ons naar precies die wereld, die we net zelf verzonnen hebben. Ik verwacht dat we straks gewoon wakker worden in de werkplaats."

"Jij denkt dat we dit dromen?" Emma negeert het bonken van haar hart en slaat haar armen over elkaar. De punten van de wijde mouwen vallen over het korset heen en nu pas vallen haar de fijne borduursteekjes aan de randen op. Hoe lang zouden deze kleren al hebben liggen wachten op hun komst? "Samen? Tegelijkertijd?"

Shai gooit zijn armen in de lucht. "Ik weet het ook niet. Dit is vaag en weird en ik schijt in mijn bruine, leren broek als ik er aan denk dat ik straks in de pan wordt gehakt door een of andere krijgsheer, maar wat moeten we anders doen?"

Een dun laagje vocht begint zich op te hopen onder haar oogleden en als ze knippert en er rolt een traan omlaag, draait ze zich vlug om. Zolang ze zich in kan beelden dat dit allemaal niet echt is, gaat het prima. Dan is ze haar opgetogen, positieve zelf. Gedachten aan echte zwaardgevechten prikken die illusie hardvochtig lek.

"Hé, het komt wel goed, oké. Eén ding tegelijk. We hoeven nog lang niet te vechten. Laten we ons eerst maar focussen op die fairy wedstrijd. Had jij daar iets voor bedacht? Want ik heb absoluut geen idee."

Shai's opbeurende woorden helpen en ze snuift en droogt haar wangen. Een flinke huilbui in zijn armen was ook leuk geweest, maar hij heeft gelijk, ze moet zich concentreren. De wedstrijd ligt voor de boeg en als hij haar had willen kussen, dan had hij daar nu al zoveel kansen voor gehad, dat ze de hoop een beetje opgeeft.

Ze snuft een laatste keer, ordent haar gedachten en zegt dan: "Ik heb geen flauw idee. We hadden afgesproken om geen doolhof te doen, maar wat wel ... ik zou het niet weten."

Haar gezicht zit vast weer onder de rode vlekken en zonder haar zalf komt ze daar waarschijnlijk nooit meer vanaf. Ze klopt afwezig op Poffie's wang. De jonge draak is weer in slaap gevallen zodra ze geland waren. Hoe groot zou een volwassen draak zijn?

Net wanneer ze wil vragen waar ze nu naartoe moeten gaan, schreeuwt Shai nogal meisjesachtig en Emma werpt zich verschrikt tegen Poffie aan. Ze kijkt om en haar ogen worden groot als ze op een paar meter afstand een jonge vrouw ziet staan met een zelfde soort puntige tuniek als die zij aanheeft. De stof is echter lichtblauw en het korset zo op parelmoer lijkend dat ze zich afvraagt of het wel leer is. Eronder draagt de vrouw een lange rok in dezelfde blauwe kleur, dit keer met opstaande vlinders erop geborduurd. Is dit een fee? Een echte?

Als antwoord op haar onuitgesproken vraag, vouwt de vrouw haar schouders naar achteren en als bij toverslag, verschijnen er twee vleugels achter haar rug. Schitterende, puntige vleugels. In duizend-en-een kleuren en een beetje transparant. Losse sprieten krullen naast de bovenste en onderste punten en Emma weet dat haar mond wijd open staat, maar ze krijgt hem met geen mogelijkheid dicht.

De fee knijpt haar ogen een beetje samen, terwijl ze Emma nauwgezet bekijkt. Wanneer ze afkeurend haar hoofd schudt, krijgt Emma eindelijk haar kaakspieren weer onder controle.

"Ehm... hallo?"

De reactie die ze krijgt, hoort ze, net als bij Poffie, niet hardop, maar in haar hoofd. Zou zij dat ook kunnen? Praten met haar gedachten, zonder haar mond te gebruiken?

'Dus jij bent degene waar al onze hoop op is gevestigd?'

Emma's ogen flitsen naar Shai, maar die staat de fee nog steeds verbouwereerd aan te kijken. Hij heeft niets gehoord.

"Ik weet niets over jullie hoop. We zijn hier gisteren beland en nu moeten we een of andere wedstrijd doen?" Ze eindigt haar zin als een vraag en ziet Shai's hoofd haar kant op draaien.

"Doe je dat telepathie-gedoe weer?" vraagt hij, half fluisterend.

Ze wil antwoorden, maar de fee doet net of Shai er helemaal niet is en zegt in gedachten: 'Ik betwijfel of je het doel zult behalen. Je krijgt één kans om je vleugels te winnen. Faal je, dan faalt het koninkrijk.'

Ze zwaait met haar hand en nog net ziet Emma iets dat lijkt op een toverstafje, maar dan is de fee verdwenen.

"Dat is precies hoe ze ineens verscheen. Ik schrok, daarom ehm... ik gil normaal nooit, maar ze stond daar zomaar uit het niets." Shai's poging om zijn eer te redden, gaat aan haar voorbij. Ze is veel te ondersteboven van de verschijning. Alle hoop. Hoezo is alle hoop op haar gevestigd? En wat bedoelde ze met het koninkrijk faalt als zij faalt?

"Wat zei ze?" Shai's vraag gaat het ene oor in en het andere uit.

De redding van het complete koninkrijk kan toch niet alleen van haar afhangen? Beledigd steekt ze haar borst naar voren. Ze zal ze eens laten zien wat ze kan. Dit is tenslotte haar eigen verzonnen wedstrijd. Hoe moeilijk kan het zijn?

"Hé, Em? Wat zei ze, wat moet je doen?"

Een hand op haar arm trekt haar terug naar het heden en even staart ze verdwaasd naar Shai's bezorgde gezicht. Dan concentreert ze zich tot ze weer scherp ziet en haalt diep adem. Ze wil antwoorden dat de omhooggevallen fee niet zo moet zeuren en absoluut niet behulpzaam was, wanneer haar oog valt op een strook lichtgevend gras. Nee, het geeft geen licht, het glinstert.

"Zie je dat?" Ze wijst naar de strook die een bijzonder donker stuk bos in leidt. Shai's blik volgt haar vinger, maar als ze hem ziet zoeken, weet ze dat hij niets ziet.

"Ik denk dat we dat moeten volgen." Nog steeds halsstarrig vanwege de onverdiende belediging, stampt ze met haar kiezen op elkaar naar het paadje.

"Emma, waar ga je heen? Wacht op mij."

Een dreun en een soort rinkelende gong doen haar van schrik in de lucht springen en als ze omkijkt, ziet ze Shai met gesloten ogen op zijn rug liggen.

"Shai!" Ze rent naar hem toe, maar breekt bijna haar neus tegen een onzichtbare muur. De rinkelende gong klinkt nog een keer. "Nee", schreeuwt ze, bonkend met haar vuisten tegen het krachtveld. Dit kunnen ze niet maken. Ze kan het toch niet helemaal in haar eentje doen? En Shai, is hij dood?

Met ingehouden adem staart ze naar zijn borst. Eén, twee, ja, hij gaat omhoog. Beverig laat ze haar adem ontsnappen. Al haar onverschrokkenheid is verdwenen. Ze blijft net zolang staan schreeuwen en bonken tot er beweging komt in de bewusteloze jongen. Bijna barst ze in tranen uit als ze een been ziet trekken.

Shai voelt aan zijn hoofd, knijpt zijn ogen nog stijver dicht en komt dan overeind. Zijn mond gaat open op het moment dat hij haar ziet staan. Hij zegt iets, springt op zijn voeten en trekt zijn zwaard.

Emma kan alleen maar staren. Ze hoort hem niet. "Shai!" schreeuwt ze voor de tiende keer.

In zijn blik ziet ze ook het besef dagen. Ze stompt op de ondoordringbare barrière en wacht tot hij vlak voor haar staat. Hij heft zijn hand met het zwaard en zet de punt tegen het transparante materiaal. Het doet niets.

"Ik durf niet in mijn eentje, Shai." Haar stem klinkt zielig en haar wangen worden natter.

Hij zegt iets wat lijkt op haar naam, maar de uitdrukking in zijn ogen is net zo verslagen als dat zij zich voelt. Zijn vingers raken de muur en ze kopieert zijn beweging. Het krachtveld is niet dik, het lijkt of ze elkaar raken, maar ze voelt niets. Hij kan net zo goed aan de andere kant van de wereld zijn.

Emma slikt, dan wrijft ze haar gezicht droog met haar mouwen. Genoeg gehuild. Er is maar één manier waarop de muur zal verdwijnen; maar één manier waarop ze kan bewijzen dat ze het waard is om in deze wereld een hoofdpersoon te zijn.

Ze heft haar kin, balt haar vuisten en neemt een stap achteruit. Ze moet de wedstrijd winnen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top