Hoofdstuk 18
Shai
Het is niet de reactie waarop hij gehoopt had.
Samen met enkele andere jongens uit het dorp heeft hij zich gewassen in het meer en daarna werden zijn kleren weggebracht voordat hij bezwaar kon maken. Wat hij ervoor in de plaats kreeg, deed hem de hele Efteling opdracht vervloeken.
Aan zijn voeten zitten een soort puntige pantoffels, die hij gaat omruilen zodra hij zijn sneakers weer teruggevonden heeft. De broek is strak, nog strakker dan slim fit jeans en ook nog eens van leer gemaakt. Aan wat hij daaronder moet dragen, wil hij niet eens denken.
Zijn vingers trekken aan de rand van een glanzend, blauw-groen shirt met gouden biezen en grijze mouwen. De stof jeukt onder zijn oksels en is zo dun dat het maar net een eenvoudig wit hemd verhult. Wat hij dan wel weer heel gaaf vindt, is een bruine, leren riem die plaats biedt aan een zwaard. Een echt zwaard, met een stevig handvat en een scherpe punt. Hij heeft hem heel even uitgeprobeerd op een wilg langs de waterkant.
Tot daar aan toe valt de kleding wel mee, het zijn de cape en de muts die ervoor zorgen dat Emma nu volledig in een deuk ligt. Vlug trekt hij het zijden geval met de protserige veer van zijn hoofd.
En het ergste is, hij heeft het aan zichzelf te danken. Het is tenslotte zijn eigen schets die tot leven is gekomen. Hij had zich meer moeten laten leiden door coole outfits, zoals die van Aragorn, of die van een ridder of zo. Maar nee, het was voor de Efteling en dus koos hij voor de overdreven sprookjesprinsen.
Hij kwam het huis binnen in de wetenschap dat hij te maken zou krijgen met een lachende Emma, wat hij echter niet verwacht had, was haar uiterlijk.
Vlug klapt hij zijn mond dicht. Zijn schets deed absoluut geen recht aan de jonkvrouw die nu voor hem staat. Misschien hadden ze toch voor een prinses moeten gaan.
Emma stopt eindelijk met lachen en dit keer weet hij zeker dat de vlekken op haar wangen komen door verlegenheid. Hij slikt en het is waarschijnlijk een goed idee als hij ook even een paar keer knippert.
"Je, eh..." Hij schraapt zijn keel. "Je ziet er goed uit."
Ze maakt een half knikje, dat hij alleen maar kan omschrijven als bevallig, en knijpt haar lippen op elkaar. Een diepe zucht verlaat zijn longen. "Ja, lach maar, blijkbaar is dit officiële kledij voor prinsen in dit land. Zodra ik op de troon zit, ga ik het aanpassen."
Hij zegt het schertsend, maar de gedachte laat hem niet meteen los. De troon. Is dat echt de bedoeling? Dat kan toch niet? Ze zullen vast worden teruggetransporteerd wanneer de drie verhaallijnen voltooid zijn.
Wanneer Emma een gaap achter haar hand probeert te verbergen, worden ze allebei de slaapkamer in gedirigeerd. Hij ziet de tobbe in de hoek en het beeld van Emma die daarin een bad neemt, doet hem vlug wegkijken. De aanwezigheid van een bed, en dan absoluut geen king-size maatje, geeft hem echter een heel nieuw plaatje waarvan zijn bloed harder gaat stromen.
Wat denken meneer en mevrouw Elken eigenlijk? Dat ze bij elkaar horen? Ze kunnen toch wel zien dat ze nog maar tieners zijn? En niemand die hem heeft zien staren, zal denken dat ze broer en zus zijn.
Emma staat met haar rug naar hem toe en aan haar hoge schouders kan hij zien dat ze net zo gespannen is als hij. Er ziet niets anders op, hij moet de gentleman zijn.
"Jij het bed, ik de grond." Daad bij woord voegend, pakt hij één van de kussens en het sprei en installeert zich op de vloer tussen het bed en de muur.
Wanneer ze zich omdraait en hem aankijkt met iets van dankbaarheid, glimlacht hij. Haar volgende vraag brengt echter in één klap al het ongemak terug.
"Kun je mij helpen met het korset? De veters op de rug zijn zo niet handig."
Hij stoot zijn knie aan de rand van de ombouw wanneer hij haastig overeind springt. Emma giechelt en keert dan haar rug naar hem toe.
Juist, een korset. Heeft hij dat getekend?
Wanneer hij het lange haar opzij veegt en een stuk blote huid ziet, slikt hij moeizaam een brok weg. Dat heeft hij zeker weten niet getekend. Het bruine, leren korset zit er net onder en ondanks dat het altijd gezien wordt als een ouderwets martelwerktuig, kan hij niet anders dan bewondering hebben voor de smalle taille die erdoor benadrukt wordt. Onderaan zit een strik en als hij aan de losse einden trekt, ziet hij hoe de veter losgemaakt moet worden. Zijn hart bonst zo hard dat hij zeker weet dat het te horen is in de stilte rondom hen.
Na een minuut of vijf is het gelukt en geeft hij een beetje onhandig de losse veter aan Emma. Hun handen raken elkaar en heel even ziet hij haar blik naar zijn lippen flitsen. Dan keert ze zich van hem weg en duikt onder de deken. Teleurgesteld ontspant hij zijn vingers weer.
Zijn wenkbrauwen vouwen samen als hij ziet hoe ze onder het grove wollen materiaal een vreemde beweging maakt, maar wanneer haar hand verschijnt die de witte rok laat vallen naast het bed, duikt hij met een heet hoofd op zijn eigen slaapplekje.
---
Ze worden gewekt door gekraai van een haan en tot zijn verrassing heeft hij niet eens zo slecht geslapen. Zodra zijn ogen wijd genoeg geopend zijn, schrikt hij van een persoon aan zijn voeteneind. Het is echter alleen maar mevrouw Elken die telkens een emmer uit de tobbe schept en die leeggiet uit het raam. Hij moet er bijna om lachen.
Het bed is leeg, waar is Emma?
Met vlugge bewegingen trekt hij de het prinsenshirt weer aan en op blote voeten verlaat hij de slaapkamer. Wanneer hij ontdekt dat hij buiten naar de wc moet, schuift hij met tegenzin de belachelijke slofjes aan zijn voeten. Emma glimlacht hem zonnig toe. Duidelijk een ochtendmens.
Na de noodzakelijkheden, waarbij hij bijna over zijn neg ging toen hij het hokje binnenliep, wast hij zich bij een pomp en dan schuift hij naast Emma aan tafel.
Ze heeft de rok niet meer aan, maar draagt haar eigen zwarte legging.
"Waar zijn mijn kleren?" fluistert hij haar toe. Ze wijst naar een tas naast de deur waar hij, tot zijn opluchting, ook zijn schoenen ziet staan. Ernaast staan echter een paar laarzen die er gisteren nog niet stonden. Het leer is donkerder dan zijn broek en er zitten gouden gespen op. Ze zien er ontzettend stoer uit en als hij die mag dragen, wil hij er best over nadenken om zijn sneakers hier te dumpen.
Nadeel is dat hij dan zijn spijkerbroek niet aan kan doen. Hij keert zich terug naar Emma en vraagt, nog steeds op fluistertoon: "Eerlijk zeggen, deze broek: ja of nee?"
Emma kijkt omlaag en commandeert dan: "Ga eens staan."
Hij doet wat ze zegt en wacht geduldig haar nadenkende blik af.
"Als je dat naar school zou dragen, zou je een serieus probleem hebben, maar hier; ik weet het niet. Hier past het wel. Het staat eigenlijk best goed. Trek die laarzen er eens bij aan." Haar vinger wijst naar de deur en zijn ogen worden wijd.
"Die zijn echt voor mij?" Heel even voelt hij zich als de vijfjarige Shai die schoenen met lichtjes kreeg voor Sinterklaas.
Ze passen perfect en als hij trots zijn hoofd heft en Emma aankijkt, klemt ze lachend haar lippen op elkaar. Haar wangen krijgen echter ook weer rode vlekken, dus hij denkt dat het hem wel goed staat.
Prima, de broek blijft, alleen het shirt moet echt verdwijnen. Om zijn gastheer en -vrouw niet te beledigen, besluit hij dat pas te doen als ze het dorp verlaten hebben.
"Dus", begint hij, nadat hij zijn maag gevuld heeft met vers gebakken brood en romige boter, "welke verhaallijn gaan we eerst aanpakken?"
Emma heeft er duidelijk al over nagedacht – hij is niet verbaasd – en antwoordt: "Ik heb Poffie gevraagd of hij ons wil helpen en hij heeft ja gezegd, dus zijn verhaallijn komt op het laatst. En het lijkt me een goed idee om eerst mijn vleugels terug te winnen, wat dat dan ook mag inhouden, zodat we eerst zoveel mogelijk over deze wereld kunnen leren, voor we een of andere koning gaan aanvallen."
Hij knikt. "Denk je echt dat we moeten gaan vechten?"
Ze tikt tegen het zwaard in de schede aan zijn zij en hij zucht. Ja, die zal hij wel niet voor niets gekregen hebben. Hij wil niet zielig klinken, maar de woorden dat hij absoluut niet kan zwaardvechten, liggen vooraan op zijn tong.
Ze krijgen proviand mee voor onderweg, over Emma's schouders wordt een zware, donkerpaarse mantel gedrapeerd en hij gespt zijn wollen cape vast aan zijn schouders. Hij zet de muts op, omdat het hele dorp toekijkt hoe ze hun plekje op Poffie innemen, maar zodra ze hoog in de lucht zijn, propt hij het afgrijselijke ding in de tas.
Poffie heeft een soort harnas gekregen en Shai moet toegeven dat, ondanks de primitieve uitstraling van het dorp, de mensen vakwerk leveren op het gebied van leer. Achter hem is een hoog opstaande rand die ervoor zorgt dat ze allebei stevig zitten en voor hen kunnen ze zich nu vasthouden aan echte handvatten.
Het dorp onder hen verdwijnt al snel uit het zicht en hij is blij dat Poffie weet waar ze naartoe moeten.
"Ben je bang?" roept Emma hem na een tijdje toe.
Ja, shitless, maar dat gaat hij niet hardop zeggen. Dapperder dan hij zich voelt, legt hij zijn handen over de hare en zegt bij haar oor: "Alles komt goed. We hebben Poffie, nietwaar."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top