7. Vulkaan uitbarsting en onweer
Ik wilde weer updaten als het vorige deel 1 of 2 lezers had maar ik heb er nu al 5! Sorry dat ik dat niet op tijd gezien heb ik was even vergetend at ik dit boek had.. Maar ja, er is nu een deel! Veel plezier met lezen, hier komt het verhaal:
Ik word moeizaam wakker van een of ander vaag geluid:
Klingelll Tril Klingelll Klingelll Klingelll Trill... Ik ga rechtop zitten en kijk rond.
Het is donker. Ik sta op en loop op het geluid af. Ik zie een oplichtend scherm. Het is een telefoon. Mijn telefoon. Ik pak hem in mijn hand en kijk naar de tijd. 06:15. Fijn. Dan zie ik dat ik blijkbaar een wekker heb gezet. Slimm, Pip! Dat is waarschijnlijk de wekker van gisteren, toen we heel vroeg weg moesten. Ik ga weer op het bed zitten. Auw, dat zit niet lekker. Dan bedenk ik me dat ik op een slaapbank zit. Ik loop naar het raam en kijk naar buiten. Het is wel al licht.. Zal ik naar buiten gaan? Nee, dalijk wordt de rest wakker en dan weten ze niet waar ik ben. Bovendien, Wie weet wat er kan gebeuren en wie er buiten zit. Misschien wel een zwerver ofzo.
1 uur later word Ties langzaam wakker.
"Om 9 uur gaat het ontbijt dicht dus ik denk dat het slim is als we de rest om half 8 wakker maken, omdat iedereen ook nog moet aankleden enzo."fluister ik.
Ties zit een beetje op zijn iPod en ik een beetje op mijn telefoon, als Noud langzaam wakker word. Hij stapt nog niet uit zijn bed, maar hij zit op zijn telefoon. Dat kun je makkelijk zien in de donkere kamer.
Om ongeveer kwart over 7 maak ik de gordijnen open. Mijn vader wrijft met zijn handen in zijn ogen. "Je was wakker?" Vraag ik verbaast. "Jah, net 30 seconden ja." Zegt hij moe. "Oops.. Sorry." Grinnik ik.
Om 8 uur zitten we met zijn allen aan het ontbijt. Of nou ja, met zijn allen..
Ik met Noud en Ties aan 1 tafeltje, en mijn ouder met zijn 2en aan een andere tafel. Waarom? Er zijn alleen maar tafeltjes met 3 en 2 stoelen.
Voor mij heb ik een kartonnen bakje met Fruit loops en een bordje met een boterham die zwart is van de rooster. Verder heb ik nog een klein, half bruin banaantje.
De ontbijt-ruimte-gedeelte lijkt eigenlijk ook meer op de kantine/koffieruimte van een school..
We zijn nu weer terug in de hotelkamer en iedereen poetst nu zijn of haar tanden. Daarna gaan we weer naar Chicago downtown.
We zitten nu weer in de auto op weg naar Chicago down town.
We zijn weer op de snelweg, midden tussen de super hoge gebouwen.
Mijn vader, die rijd, gaat van de snelweg af en dan rijden we wat rond.
Het is echt heel bijzonder, zo'n stad.
Er lopen allemaal mensen rond: mensen in nette pakken, donkere mensen, (ik ben niet racistisch, maar ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen. Sorry.) lichte mensen, Chinese mensen, mensen met een grote bos krullen, mensen met blauw, rood, roze, geel, groen, paars, of mensen met alle kleuren van de regenboog haar, hele lange mensen, grote mensen, kleine mensen, en ga zo maar door. Ook zijn er heel veel auto's en eigenlijk geen fietsers. En dan heb je nog de ontzettend hoge gebouwen.
We rijden een parkeer garage binnen en stappen uit. De man vraagt wanner we waarschijnlijk terug zullen zijn. "I think arourd 5 or 6 o'clock." Zegt mijn vader. "Oke, have a good day!" Zegt de man. "Thank you." Zegt mijn vader. En dan lopen we de garage uit.
We gaan naar het water, omdat Noud graag langs de rand wilde lopen.
Als we op de stoep, naast de weg, lopen, gooit opeens iemand zijn telefoon uit het raam. De telefoon ligt bijna naast ons op het asfalt (de weg dus)
We kijken om naar de auto waar de telefoon uit kwam. Hij staat voor het stoplicht. Dan wordt het groen. Hij rijd door.
Mijn vader pakt de telefoon en klapt hem in. Aangezien het zo'n klap telefoontje is.
Naast waar we staan is een speeltuin met een hek eromheen, op de hoek van het hek ligt een bril. Mijn vader haalt de bril eraf en legt het telefoontje op het hoekje. De bril doet hij er weer overheen. "Nou, als de eigenaar hem zoekt, ligt ie hier." Zegt hij.
We lopen langs de rand van het water.
Dan lopen we opeens op het strand.
De rand ging dus over in een strand.
Op het strand staat een soort van restaurantje. Mijn moeder stelt voor om even wat te gaan drinken.
Iedereen vind het een goed idee, dus we gaan zitten en bestellen wat te drinken.
Als we klaar zijn met het drinken lopen we naar het park omdat het leuk is om daar even doorheen te lopen.
In het park zien we allemaal mensen met hun honden.
"Kijk! Kijk dan! Die lijkt sprekend op Jip!" Zeg ik verbaast. "Hij kauwt zelfs op dezelfde manier op dat takje!" "Hij is alleen een beetje oranje.." Grinnikt Noud.
Even later zien we een hond die een beetje op een varken lijkt.
"Haha kijk dat hondje lijkt een beetje op een varken!" Zeg ik. Het hondje is wit en klein en heeft een mooi figuur. Het heeft dikke poten dus het is nog maar een pup. Hij heeft een witte neus en kraaloogjes. En een soort van varkens oortjes. Hij loopt, of nou ja eigenlijk rent, met een vrouw door het park. De vrouw is aan het hardlopen en is waarschijnlijk het baasje van de hond.
Even later zien we zo'n beer-hond. (Weet je wel?) en een kleine poedel. In totaal hebben we nu al wel 14 honden gezien in nog geen 10 minuten.
We lopen over een soort van straatje met bomen ernaast. Er zijn veel mensen in het park.
Ik loop wat langzaam, en daardoor raak ik achterop op de rest. Ik kijk naar links. Ik zie een man rennen voor zij hond en de hond rent achter hem aan. De man heeft een frisbee vast en zwaait ermee. Ik lach. Opeens mis ik Jip een beetje. Dan kijk ik naar rechts. Mijn mond gaat een stukje open staan en ik stop met lopen. Ik kijk naar een mooi uitzicht. Over het water zie je hoge gebouwen. Ik pak mijn telefoon uit mijn zak en maak een selfie mat de achtergrond. Want ja, why not?
Dan kijk ik weer voor me uit. Ik zie de rest een heel stuk verderop lopen. Ik begin ook weer te lopen en nu in een snelle pas. Langzaam kom ik dichterbij. Dan zie ik opeens dat mijn vader en Noud de varken-hond aaien. Ik wil hem ook aaien dus versnel ik mijn pas en ren ik bijna naar ze toe. Als ik er ben aai ik het hondje ook even. Dan kom ik erachter dat het een kruising is van een pitbull en waarschijnlijk een labrador. We zeggen gedag en dan lopen mijn vader, Noud en ik weer door. De vrouw draait zich om en rent weer verder.
Als we een heel stuk verder zijn willen we de hoek om gaan. Dus we gaan de hoek om. Maar dan zien we een hek. We kunnen niet verder. "Zullen we dan maar dezelfde weg terug nemen?" Vraagt mijn vader. "Het zal wel moeten." Zegt Noud. "Ja, of wilde je in het water springen, pap?" Grinnik ik. "Eigenlijk wel.. Maar weet je wat? Ik volg jullie wel." Zegt mijn vader.
We lopen weer langs de rand van het water. In het water, verderop, liggen allemaal bootjes. Het ziet er wel leuk uit.
Ik moet alleen heel nodig plassen, maar dan ook echt nodig. "Mam, ik moet echt nodig plassen!" Zeg ik benauwt. "Ik wil eigenlijk ook wel graag even naar de wc.. Wie nog meer?" Vraagt mijn moeder. "Ik niet." Zegt mijn vader. "ik ook niet echt." Zegt Noud. "ik heb dorst." Zegt Ties. "Nou, misschien is het slim als we dan even een restaurantje met een wc gaan zoeken." Zegt mijn moeder. "En snel ook!" Zeg ik.
We lopen nu langs de bootjes. Iedereen loopt normaal, maar ik met mijn benen gekruist. Niet aan water denken! Niet aan water denken! "Kijk hoe leuk al die bootjes in het water liggen!" Zegt mijn vader. Water? Dan voelt het sirrieus alsof ik het in mijn broek aan het doen ben. Ohh jee.. "Jongens, ik moet nu wel echt heel nodig, hoor!" Zeg ik gespannen. Mijn moeder kijkt mij aan om iets te zeggen. Dan ziet ze hoe ik erbij sta. "Ach, uhhm.." Zegt ze. En ze kijkt even rond. "Ja! Daar is een wc!" Zegt ze. En ze wijst een richting op. Ik kijk de richtig op waar ze heen wijst. Ik zie een grijs viezig gebouwtje. 'public toilet' staat er op het bordje dat erboven hangt. "Ja, oke!" Zeg ik, en ik waggel erheen als een pinguïn. Met mijn moeder achter me aan. Ernaast is een restaurantje en daar gaan de jongens proberen een tafel te regelen. Wat denk ik best wel moeilijk is want ik zag door een snelle blik, voordat ik de wc's binnen ging, dat veel tafeltjes gereserveerd waren.
We lopen door de doorgang en dan zien er dat het echt heel vies en goor (ik gebruik dat woord echt nooit, maar het was er sirrieus goor.) is.
We doen een wc deur open en dan zien we een hele vieze wc. ik moet bijna overgeven. "Oke, hier is geen wc papier.." Zegt mijn moeder met een dichtgeknepen neus. Ik blijf verstijft voor de eerste wc staan, terwijl mijn moeder even de andere twee wc's checkt. Als ze terug komt zegt ze:"Nee, nee, het is hier allemaal heel vies en smerig! Kom, Pip! We gaan hier snel weg! Hopelijk heeft het restaurant een wc!" En ze loopt gehaast weg. Snel loop ik achter haar aan.
"Hopelijk hebben de jongens een tafeltje weten te regelen.." Zegt mijn moeder, terwijl we naar het restaurant lopen. We zijn bij het restaurant. Er is niet echt een "binnen", er is gewon een soort van friettent barretje, een klein keukentje en een terras met zoveel parasollen dat het wel een plafond lijkt. Om het terras loopt een laag witgeverfd muurtje met bloembakken erop. Aan een kant staat wit hout, in elkaar gezet als een soort muurtje en dan wit geverfd met een beetje klimop en bloemen erop. Het ziet er eigenlijk wel heel gezellig uit.
Het heet of Migelle ofzoiets...
Als je ooit in Chicago komt, moet je daar heen gaan en dan de aardbei smoeltie nemen. Dan kom je in de hemel. Echt waar. Dan zie je ook feeën en eenhoorns. Oké dat is niet waar. Maar het is wel lekker.
Mijn moeder vraagt aan de ober meneer waar de wc's zijn. De man zegt dat ze geen wc's hebben, maar dat er daar wel openbare wc's zijn. Mijn moeder zegt (in het Engels dan) :" Ja, daar zijn we net geweest alleen die waren heel erg vies.." "Ohh ja.. Het spijt me maar daar kunnen wij niks aan doen want dat is van de gemeente-regering-ding en dat word niet schoongemaakt.. Het spijt ons.." Zegt hij verontschuldigend. (En in het Engels) Als wij niks meer zeggen, en hij ook niet, loopt hij weg om een bestelling op te nemen van een andere tafel.
"Misschien dat het bij de mannen wc's beter is?" Vraagt mijn moeder. "Ja, nou ik hoop het!" Zeg ik. "Wat was er met de dames wc dan?" Vraagt mijn vader verbaast. "Die was heel smeerig." Antwoordt mijn moeder kort. "Okee? Nou, dan neem ik Pip wel even mee naar de mannen wc." Zegt mijn vader. En hij staat op. "Ik moet ook plassen." Zegt Ties. En hij staat ook op. Ik sta ook op en samen lopen we naar de mannen wc's.
Ik loop naar binnen en zie meteen dat het veel minder erg is dan de vrouwen wc. Wat mij wel verbaast. Ook al staat er met een paarse stift iets geschreven op de spiegel en ligt overal wcpapier, de vrouwen wc was erger.
Mijn vader en Ties lopen ook naar binnen. "Ieuw!" Zegt Ties meteen. En hij knijpt zijn neus dicht.
De vrouwen wc's waren erger, hoor!" Grinnik ik. "Echt?" Vraagt Ties ongelovig. Mijn vader loopt naar de gehandicapte wc. "Ja, echt." Zeg ik. Mijn vader doet de wc deur open en roept ons, ookal staan we maar 2 a 3 meter van elkaar af.
Ties en ik lopen naar mijn vader toe. "Hier, ga maar plassen. Ik ga wel voor de deur staan, aangezien het slot kapot is." Zegt mijn vader.
Ties en ik lopen naar binnen. Dat kan, want het is een gehandicapte wc. Of nou ja, een wc voor gehandicapte...
Ik ga als eerst plassen.
Ik pak wat wc papier en leg het over de wcbril heen.
Ik doe de deur dicht en -Tot zover de details.
Als ik klaar ben gaat Ties plassen. Hij gaat er gewoon op zitten (het boeide hem dus echt geen drol dat het vies was) en doet zijn plas.
Als we klaar zijn trekt Ties de deur open en loopt erdoor. Alleen.. Mijn vader stond er nog voor. Dus Ties loopt vol tegen de rug van mijn vader op. "Ga is aan de kant." Zegt Ties droog. "Ja meneer." Zegt mijn vader. En hij loopt de wc's uit.
Ties en ik lopen naar de wastafel en wassen onze handen. Gek genoeg is er wel zeep, dat had ik nou niet verwacht.
Nadat we onze handen hebben gewassen lopen we weer terug naar ons tafeltje en gaan we zitten.
Mijn moeder vraagt hoe het in de wc's was. "Beter dat bij de vrouwen." Zeg ik. "Ohh, nou dan ga ik dalijk ook even." Zegt mijn moeder. Dan komt de ober eraan en vraagt wat we willen eten. We bestellen en dan loopt hij weer weg. Mijn moeder gaat naar de wc. Ik verveel me een beetje, dus ik ga bubbels in mijn smoeltie blazen, door door het rietje te blazen. Mijn hele smoeltie gaat schuimen en al snel zit hij weer tot 3 kwart vol. dan stopt het geschuim. Cool denk ik bijmezelf. "Hu?? Jou smoeltie is een lichtere kleur dan de mijne! Maar hoe dan??" Vraagt Ties verbaast. "Ik heb bellen geblaast." Antwoord ik. "O." Zegt Ties. En hij gaat ook bellen blazen door zijn rietje. Bij hem groeit het ook. "Wowiejo kijk het gaat omhoog!" Zegt Ties verbaast. Ik grinnik. Bij Ties komt ie voller dan 3 kwart. Hij komt zelfs bijna tot de deksel. Dan stopt het gelukkig. "Wow kijk hoe groot ie is!" Zegt Ties blij. "Ja inderdaad." Grinnik ik. Ties gaat nog meer bellen blazen en het gaat nog meer groeien.
Het raakt de deksel.
Dan komt het zo vol dat de deksel,omhoog gaat en dat de smoeltie overstroomt.
Het komt bijna over heel de tafel terecht.
"Ties! Wat heb je gedaan?!" Vraagt mijn broer verbaast. "Ik wist niet dat dat kon!" Zegt Ties, nog verbaasder. Ik grinnik om hun verbaasde gezichten.
Dan komt mijn moeder terug. "Wat is hier nou weer gebeurd??" Vraagt mijn moeder, net zo verbaast als Noud. "De smoeltie vulkaan is uitgebarsten." Zegt Ties droog. "Oke?" Zegt mijn moeder, nog steeds verbaast.
Ongeveer 2 minuten later komt de ober ding meneer man eraan met een doek om alles droog te maken. Daar hadden we met zijn allen nog niet eens aan gedacht.
Het word allemaal netjes droog en schoon gemaakt en dan loopt de ober weer weg.
Even later komt hij weer terug met ons eten.
We eten het op (duh) en vragen na het eten de rekening, die we even later ook krijgen. We betalen en vertrekken.
We lopen nu weer langs de rand van het water. Ik zie 3 hoge gebouwen met een paarse wolk erboven en een roze lucht. Ik vind het wel een mooi plaatje dus ik vraag of ik de camera mag en ik maak er een foto van. 5 minuten later zijn de paarse wolken veel dichterbij, en hangen ze bijna boven ons hoofd.
Opeens zie ik een flits. 5 seconden later hoor ik een keiharde donder.
Ties schrok ervan, dat kon je zien. Hij ging meteen veilig naast mama lopen. Wel schattig.
Even later kunnen we niet anders lopen dan een trap op en dan de straat over steken en dan op de stoep lopen.
Dus lopen we zo. Ik kijk naar de lucht. Het is paars en blauwig. Terwijl het net nog heerlijk zonnig was. Wel echt vreemd, hoor.
Net op het moment dat ik weer naar de straat wil kijken, om te zien waar ik loop, zie ik een bliksemschicht. Ik tel in mijn hoofd: 1, 2, 3, 4, BOEMERDERBOEBOEM!! Ik weet het, ik kan geen donder omschrijven 😂 "Kak ik heb niet geteld!" Zegt Noud. "Maar ik wel!" Zeg ik. "4 tellen." "Dan is ie dus niet echt heel dichtbij.." Zegt Noud.
We steken een 2e weg over en dan komen er donkere wolken boven ons hoofd. Hopenlijk waait het over... Denk ik bij mezelf. Maar het waait niet over; de eerste druppels beginnen namelijk al te vallen. We lopen nog een straat door en dan wachten we aan de kant van de weg om over te kunnen steken.
Er komen steeds meer mensen bij staan.
Het gaat nog ietsje harder regenen en iedereen doet zijn of haar capuchon (of hoe schrijf je dat?) op.
Als het stoplicht groen word, steekt iedereen over.
Het is echt heel grappig, want je steekt dan met zo veel mensen over, dat het lijkt alsof je een groep bent. Terwijl je elkaar niet eens kent! Dat vind ik wel heel bijzonder.
We lopen nog een straat door en gaan dan naar links. Dan gaat het nóg harder regenen. Ik doe mijn capuchon nog verder over mijn hoofd en vraag aan mijn moeder: "hoe ver moeten we nog naar de auto lopen, mam?" "Nog 7 blokken." Zegt mijn moeder. Ik zucht. "Maar we gaan ook nog even langs een of ander beeld dinges.." Zegt ze. Ik zucht nog dieper, maar wel zacht, zodat ze het niet hoort. "Zullen we dan doorlopen?" Vraag ik aan mijn moeder. "Ja, goed plan." Zegt mijn moeder. En we gaan nog iets sneller lopen. De rest volgt ons voorbeeld.
Als we na 2 blokken bij het ding zijn aangekomen, maken we er even wat foto's van.
Dat is dus het ding.
Ennnn dat is onze foto, hij is alleen niet heel duidelijk, dus vandaar ook
die andere foto.
Na heel wat foto's en selfie's gemaakt te hebben, lopen we weer verder terug naar de auto. Als we weer een blok verder zijn, begint het nog harder te regenen. Ik trek mijn mouwen over mijn handen en mijn capuchon nog verder over mijn hoofd. Ik loop gearmd met mijn moeder omdat ik net bijna uitgleed.
Het is niet meer zo druk op straat, behalve de auto's dan. (Duh, wie gaat er nou weer in de regen over de straat lopen? Wij dus.)
We lopen nog net 1 blok verder als het nóg veel harder begint te regenen. Het giet nu echt. We lopen nog 1 blok verder. Dan zien we weer een lichtflits en 2 tellen later, horen we weer een donder.
We ziet een soort afdakje van ongeveer 3 bij 5 meter, en we gaat eronder staan om te schuilen. Langzamerhand komen er steeds meer mensen bij staan.
Na ongeveer een half uur word het regen wat minder. "Ik denk dat we nu snel de laatste 3 blokken moeten lopen, en dan snel in de auto moeten springen, om naar het hotel te rijden." Zegt mijn moeder. "Ik denk het ook.." Zegt Noud. "Maar het regent nog!" Zegt Ties beledigt. Ik grinnik. Dan krijg ik een por in mijn zij. "Niet lachen! Ik ben sirrieus!" Zegt Ties met een zo sirieus mogenlijk gezicht. Ik grinnik nog meer. Ties kijkt naar mij. Dan lacht hij uiteindelijk ook en zegt:" kom, we gaan snel naar de auto!" En hij rent onder het afdakje vandaan.
Als we eenmaal bij de auto zijn, stappen we in en rijden we weg. (Duh)
We rijden naar het hotel. Als we geparkeerd staan en allemaal, uitstappen, bedenkt mijn moeder zich dat we nog niet hebben avondgegeten. "We hadden nog een stokbrood, en wat Nutella volgendsmij.." Stel ik haar gerust.
We lopen het hotel binnen en gaan naar onze kamer. We lopen allemaal naar binnen, alleen Ties struikelde over de deurdrempel, waardoor hij nu op de bank ligt. "Ohh gaat het, Ties?" Vraagt mijn moeder meteen bezorgd. "Ja, hoor, het ligt eigenlijk wel lekker, zo." Zegt hij. Ik grinnik.
We gaat avondeten met stokbrood en Nutella. (beste avondeten ooit, niet?) daarna poetst ieddereen zijn tanden.
Ties en ik staan naast elkaar onze te tanden poetsen. Ik kijk naar Ties via de spiegel.
Dan grinnik ik. "Wat?" Vraagt Ties. "Er zit nog Nutella rondom je mond.." Grinnik ik.
Ties pakt een wcpapiertje en maakt zijn mond schoon.
Daarna gaat de rest tanden poetsen en dan gaat iedereen slapen, want iedereen is heel moe.
Ook ik, dus nu ga ik ook slapen.
Hallooo!
Ik heb heel lang, echt heel lang aan dit hoofdstuk gewerkt, dus ik hoop dat jullie het leuk vinden. Laat alsjeblieft een reactie achter met wat je ervan vind, dat zou ik heel erg waarderen! Ik heb het gevoel dat ik steeds beter word in het schrijven :) Een sterretje zou lief zijn.
Hoe spel je sirieus, en capuchon? Best slecht dit, van mij, maar ik weet het gewoon niet!
Als er nog andere dingen zijn die ik volgends jou foutspel, mag je me daar ook gerust op verbeteren. 😊
Toedeloeee!
3644 woordjes ;)
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top