AENL
013•De Caradhras
'Uhh...' zenuwachtig ik draai de ring om mijn ringvinger heen.
Doen of er niks aan de hand was heeft geen zin meer.
'Die vogels vlogen rondjes boven jou hoofd. Het leek wel of jij iets had wat zij heel graag wilden' Aragorn kijkt mij doordringend aan.
'Aragorn beste jongen, maak er nu niet een groter probleem van dan dat het is. Zie je dat amulet om Alatáriël haar nek hangen, de vogels kwamen op die glinstering af' Gandalf legt zijn hand op mijn schouder en knijpt er zachtjes in.
Aragorn kijkt even naar mijn ketting en knikt dan.
'We kunnen ons beter zorgen maken over waarom die vogels hier heen vlogen, dat waren spionnen van Saruman. De doorgang door het zuiden word bewaakt'.
Zegt Gandalf dan terwijl hij de vogels na kijkt 'wij zullen de roodhoornpas moeten nemen'.
Boromir kijkt geschokt op, ook op het gezicht van Aragorn staat enige twijfel.
'Je bedoelt toch niet de reis via de Caradhras?' Zegt Gimli verbaasd.
'Ik denk niet dat ik alleen voor mijzelf spreek als ik zeg dat sneeuw daar tot mijn borst komt' Gimli werpt een blik op de Hobbits.
Gandalf laat mijn schouder los en pakt zijn staf stevig vast. 'Ik zie geen andere optie. De Caradhras is momenteel de veiligste weg'.
• • •
Naar maten wij dichter bij de roodhoornpas kwamen werd de wind ijziger en de temperatuur kouder.
De Hobbits ploeterden door de sneeuw terwijl legolas en ik er over heen liepen alsof het gras was.
'Tara!'
'Tara wacht even!'
Ik draaide mij om en zag tot mijn verbazing dat Pippin met sprongetjes aan kwam rennen.
Ik glimlachte en liep naar hem toe, hijgend hield de hobbit halt.
Het zweet stond op het voorhoofd van de hobbit.
'Pippin had mij geroepen, dan was ik binnen een paar seconden bij jou geweest' zeg ik grinnikend terwijl ik het sneeuw van de hobbit afklop.
'Oohja, bij nader inzien was dat toch een beter plan geweest' zegt Pippin nadat hij een beetje op adem gekomen is.
Lachend pak ik de hand van Pippin vast en lopen we de rest van het reisgenootschap achter na.
'Hoe kan het dat jij zo makkelijk over de sneeuw loopt?' vraagt Pippin verontwaardigd 'het lijkt wel alsof jij de sneeuw helemaal niet aanraakt'.
'Elfen hebben een veel lichtere voetstap dan mensen en hobbits. Als ze lopen kun je ze ook bijna niet horen' vertel ik Pippin.
'Had ik dat ook maar' zegt Pippin zuchtend 'dan was deze weg een stuk makkelijker'.
'Hee hobbits kunnen weer andere dingen' sus ik hem 'jullie kunnen heerlijk koken. Geloof mij als ik zeg dat ik een verschrikkelijke kok ben'.
'Echt? Ik dacht dat elfen in alles goed waren'.
Glimlachend schud ik mijn hoofd 'de meeste elfen kunnen veel dingen goed dat klopt, maar ze zijn niks voor niks onsterfelijk. Wij hebben duizenden jaren om onze vecht techniek tot in de puntjes uit te werken. Eigenlijk is het gewoon een beetje valsspelen'.
'Frodo!' Verschrikt keek ik op bij het horen van de kreet van Sam.
Frodo rolde op hoge snelheid richting de afgrond, hij moest uitgegleden zijn.
Ik haast me richting de hobbit en pak hem net voordat hij in het ravijn kan vallen vast bij zijn cape.
Ik zet de hobbit op bijde voeten neer, 'gaat het kleintje?'.
Frodo haalt opgelucht adem en glimlacht naar mij.
Ik klop het sneeuw van zijn gewaad en en woel even door Frodo's zwarte krullen om het sneeuw uit zijn haren te halen.
Terwijl ik het sneeuw weg klop merk ik dat de hobbit trilt als een rietje.
Ik haal mijn eigen cape los en sla hem over de schouders van Frodo 'dit is hopelijk wat warmer'.
Frodo kijkt mij dankbaar aan.
Frodo bind de cape vast rond zijn nek maar terwijl hij de knoop maakt kijkt hij verschrikt op.
Paniekerig tast hij naar zijn nek, dan glijd zijn blik naar iets wat achter mij gebeurd.
Boromir zakt door zijn knieën en pakt de ring van de grond, hij houd hem in de lucht en kijkt er haast betoverd naar.
'Boromir' zegt Aragorn waarschuwend.
'Het is een vreemd lot, dat zovele moeten lijden door zo'n klein ding. Zo'n klein ding'.
'Boromir geef de ring aan Frodo' zegt Aragorn nu strenger.
Het lijkt wel alsof Boromir uit zijn betovering komt,verbaasd kijkt hij op. Hij knippert even met zijn ogen voordat hij beseft dat iedereen hem aankijkt.
'De ring?' zeg ik tegen Boromir.
'De ring?' vraagt Boromir, dan pas merkt hij dat hij de ring nog steeds in de lucht houd. Vlug laat hij hem zakken 'de ring. Natuurlijk'. Hij komt naar mij en Frodo toe en legt de ring in Frodo zijn hand.
Hij glimlacht zenuwachtig en aait even over Frodo zijn bol voordat hij zich omdraait en terugloopt.
Vlug hangt Frodo de ring om zijn nek, 'ga maar naar Aragorn' zeg ik terwijl ik hem een duwtje in zijn rug geef.
Frodo loopt naar Aragorn en langzaam komt het reisgenootschap weer in beweging.
Niet veel later komen we bij een smalle richel aan, iedereen moet nu achter elkaar lopen.
Je moet recht vooruit blijven lopen en geen stap verkeerd zetten want dan val je de afgrond in.
Pippin loopt vlak achter mij, voor mij loopt Frodo.
Mijn hand ligt op zijn schouder, als hij dan uitglijd heb ik hem nog.
Stapje voor stapje komen we verder.
Uiteindelijk komen we bij een breder deel aan, we kunnen weer met zijn tweeën naast elkaar lopen.
De sneeuw is hier wel een stuk hoger en dikker maar dat nemen we dan maar voor lief.
Terwijl de rest van het reisgenootschap aanstalte maakt om verder door de sneeuw te ploeteren blijft Legolas staan.
Zijn blik is gevestigd op iets wat het menselijk oog niet kan zien.
'Legolas? Wat is er?'
'Ik hoor wat, in het huilen van de wind' zegt Legolas terwijl hij in de lucht tuurt.
Ik luister goed, eerst hoor ik alleen maar het huilen van de wind en de sneeuw die steeds harder neerkomt.
Maar dan hoor ik het, een donkere stem. Het klinkt slecht, de stem is duister. Het is een stem vol met macht, duistere macht.
'Cuiva nwalca Carntrasse ; Nai Yarvaxea Rasselya'.
'Het is Saruman! Hij spreekt een spreuk uit over de berg!' Roept Gandalf plots.
'We moeten hier weg!' Roept Aragorn terwijl hij Frodo stevig bij zijn schouders pakt en wenkt dat Sam met de pony deze kant op moet komen.
'Uhm jongens ik weet niet of dit van belang is maar de wolken spugen brokken met sneeuw. Ik dacht ik meld het even' zegt Gimli.
Vlak daarna vallen de sneeuw brokken naar beneden, 'tegen de berg!'
Legolas pakt mij bij mijn pols en trekt mij mee.
De sneeuw brokken spatten kapot op de berg en veroorzaken een enorme lawine.
Ik slaak een kreet en druk me tegen Legolas aan.
JAWEL JAWEL. EEN NIEUW HOOFDSTUK. IK HOOP DAT JULLIE HET LEUK VONDEN. NU KUNNEN JULLIE WEER EEN TIJDJE VOORUIT ;^).
XX
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top