Het verleden
Toen ik hem volgde begon ik toch mijn twijfels te trekken over hem, de enige Miel die ik kende was de neef van Emmy en die is maar vier jaar.
"Waar gaan we eigenlijk heen?"
Hij liep wat trager om naast mij en mijn fiets te kunnen stappen.
"Naar een plek die jij zeker en vast nog herkent. Als dat jouw geheugen niet opfrist weet ik het ook niet."
We liepen maar een paar straten verder tot we bij het speelpleintje waren. Daar liep ik vroeger bijna hele zomers rond. En er kwamen inderdaad goeie herinneringen bij mij naar boven zoals die ene keer dat de ijskar iedereen een gratis ijsje gaf, of die ene keer dat het opeens begon te regenen en iedereen toch bleef omdat het de dagen voordien snik heet een droog was.
Zou Miel een van die kinderen zijn geweest? De mensen die mijn jeugd definieerde maar uiteindelijk ben vergeten? Ik keek hem met grote ogen aan.
"Speelde jij hier ook vroeger?"
"Dat zou je wel kunnen zeggen ja, maar er zijn niet alleen goeie dingen gebeurd hier, of wel soms?"
Ik kon al zien dat zijn lach vertrok en hij iets uit zijn broekzak haalde.
"Hoe bedoel je? Het is een openbaar speelpleintje waar iedereen je kan horen of zien. Er zou hier nooit iets kunnen gebeuren en al zeker niet bij dagl.."
Het had geen zin meer om mijn waarschuwende zin af te maken, want ik herkende de kappote bril die hij uit zijn zak haalde.
Ga weg, ga weg, ga weg
Ik wou echt luisteren naar mezelf en wegwezen van die grote loser die voor me stond, maar werd overspoel door deze keer slechte herinneringen en de tranen stonden klaar om te vloeien.
"Wat is jouw probleem eigenlijk? Wat heb ik jou ooit aangedaan om dat te verdienen? En hoe durf je... Hoe durf je me die vervloekte bril waarvoor ik jarenlang werd gepest nog eens te tonen."
"Je begrijpt het volgens mij verkeerd, of denk je echt dat ik degene was die dat heeft gedaan?"
Ik kon hem al niet meer deftig horen, het gevoel van woede, angst en verdriet waren me de baas. Ik sloeg de bril uit zijn handen, hopte op mijn fiets en reed rechtstreeks naar huis om huilend in mijn kamer te eindigen.
Waarom ben je niet gewoon van de eerste keer weggegaan slimmie. Wat ben jij ermee dat een medeplichtige pestkop je na jaren een kapotte bril komt tonen.
Alle gedachten aan die namiddag in het park kwamen terug. Het is zo raar dat je jarenlang een hele boel goede herinneren kunt opstapelen. En dat die dan door een slechte gebeurtenis allemaal teniet kunnen gaan.
***
Ik was pas negen en droeg al bijna drie jaar een bril als een van de enige uit mijn klas en buitenschoolse vriendengroep. Natuurlijk kon het mij niet schelen welk montuur ik zou krijgen, zolang ik maar beter kon zien. Zelfs toen ik die zomer naar het speelpleintje ging kon het niemand iets schelen dat ik een rechthoekig brilletje ophad. Ik moest er gewoon op letten dat ik hem niet kapot maakte.
Maar op een dag was er een bende nieuwe, oudere kinderen op het speelpleintje. Ze waren met z'n drietjes: twee grote jongens, die sowieso al in het middelbaar zaten en een kleinere die wat achter hen liep. Ze bleven op een grote afstand van de andere kinderen en uit het zicht van de ouders zitten, dus het kon niemand wat schelen.
Toen de bal opeens heel ver weg werd getrapt, bood ik aan hem uit de bosjes te gaan halen. Eenmaal aan de andere kant van het veld gekomen, kon ik de bal niet meer in de bosjes zien liggen. Ook rook ik de geur, waarvan ik op dat moment dacht dat het een sigaret was. Die geur van weed kwam gepaard met de jongens die me omsingelden. En de grootste van hen had de de bal vast.
Niets vermoedend van wat er zou gebeuren, vroeg ik de bal terug en bood ik zelfs aan om mee te doen.
"Wat denk je wel niet kleine, alsof wij met kleuters als jullie om zouden gaan."
De jongen met het vettige haar spuugde naast mij op de grond, wat mij rillingen over mijn rug bezorgde en me deed opspringen. Ze lachten me uit en de grootste kwam dichter.
"Het is niet eens alleen het feit dat jullie kleuters zijn dat zo dom is. Ik snap niet hoe al die kleuters met iemand die zo een lelijk brilletje als de jouwe heeft willen omgaan."
Ze lachten meer en ik zakte door angst nog meer in de grond.
"Hé, als we haar nu eens van die domme bril af helpen. Zou dat geen goed idee zijn, Mielie muis?"
De kleinste van hen hief zijn schouders op
"Hebben we daar wel iets aan?"
"Oké, als jij het zegt."
Hij zette terug een stap achteruit, keek me met een grijns aan en wierp de bal met een borstpas recht in mijn gezicht.
De tranen van angst die al over mijn wangen vloeiden werden vergezeld door die van pijn. Ik zakte ineen en probeerde mijn bril door de tranen heen te vinden, die ze dan weer afpakten toen ik hem gevonden had.
"Oh nee, nee, nee. Zo gaat dat hier niet."
De jongen met het vettige haar knorde bijna van het lachen, maar hem werd al snel de mond gesnoerd.
"Ze is blijkbaar niet tevreden. Die kleuters denken ook altijd dat ze alles kunnen krijgen dat wat ze willen, hé Fred. Je weet wat te doen."
Fred haalde een hand door zijn vettige haar en knikte grijnzend naar de grote boosdoener.
Toen ik de grootste tranen uit mijn ogen had geknippert zag ik dat de jongste naar me toe kwam. Ik deinsde achteruit en rende zo hard als ik kon terug naar de rest.
***
Ik kon me nog herinneren dat ik helemaal in schok was en die zomer niet meer naar het speelpleintje durfde te gaan en al helemaal geen nieuwe bril hoefde te hebben. En nu hoefde ik ook niets meer van die Miel te hebben.
▲▲▲
Geeft Félicia het nu op in de liefde? Of zal de toekomst haar weer bij Miel brengen?
Hey, hey, de pauze is over! Door meldingen heb ik mijn weg teruggevonden naar WattPad. Dus al die motivatie is super fijn om er weer aan te beginnen. Ik hoop dat het nog leuk is. Ik beloof niets maar wil dit verhaal wel af krijgen. Disclaimer: Dit deel dateerd nog van 2019 en is dus authentiek. Nu zijn we al wat verder dus zou mijn schrijfstijl wel eens kunnen veranderen.
Veel groetjes en leesplezier,
Lovely_dreamer✯
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top