Fragment III | Nein!

"Legs of wood waves

Waves of wooden legs

And boy did they have fun

Behind the sea"

Panic ! At the Disco (2008)

-- ❀ --


De felle zon weerkaatste op de witte pagina's van Chris' boek. Hij probeerde zich alles voor te stellen, hij was een beelddenker. Door de lus terug naar het begin. Chris stelde het zich voor. Het touw draaide om en ging terug door de lus van de kleine acht. Hij pakte het kleine touwtje naast hem en probeerde het. Hij stopte de uiteinden bij elkaar waardoor het nu een dubbel touw was en er een lus ontstond. De lus haalde hij onder het touw door, draaide hij om en terug door de lus. Hij trok het touw aan. Het oude touw maakte een knisperend geluid, maar het was hem gelukt. Hij had een soort galg gemaakt.
'Wat doe je?' zuchtte Charles. Die vraag had hij al tien keer eerder gesteld, maar Chris gaf geen antwoord. Met zijn tweeën zaten ze boven in het kraaiennest. Hij ging bij Charles kijken, misschien was dat iets voor hem, op de uitkijk staan. Al betwijfelde hij dat. Al uren was er niks te zien, maar dit was Charles' baan. Chris had al bij de kok gekeken, dat was niks. Waarschijnlijk zou hij een mannetje van alles worden net als Willem, Koos en eigenlijk het grootste deel van de bemanning. Touwen knopen, zeilen hijsen, alles waar werk is.
'Lees is wat voor.'zei Charles. Chris zuchtte. Hij had geen zin om Charles aandacht te geven, maar wilde ook dat hij zou stoppen met praten en voelde zich nog schuldig over het waterincident. 'De mastworp is de knoop die men gebruikt om een touw vast te ma-' 'ZZZZ.' Charles deed alsof hij snurkte en Chris stopte meteen met lezen. Gefrustreerd om de reactie sloeg hij het boek dicht en legde het op zijn knieën. Hij had de afgelopen weken vooral veel gelezen om de enorme achterstand in te halen. De bemanning hier wist precies wat ze moesten doen. Ze kenden niet de wettelijke regels uit het boek van Chris, maar ze konden het wel.
'Wat nou weer?' Charles haalde zijn schouders op. 'Saai. Heb je geen zin om te kaarten?' Hij toverde een pakje kaarten tevoorschijn en zwaaide ze hypnotiserend voor Chris' gezicht. Chris rolde met zijn ogen. 'Alstublieft heer Christopher Hammond, vergok je geld met kaarten.' smeekte Charles overdreven. 'Vooruit.' Chris legde het boek bij zijn dagboek en schrijfgerei. Trots lachte Charles en begon de kaarten te delen. Hij had prachtige oude kaarten met een sierlijke paarse achterkant. Zo'n versiering had Chris nog nooit gezien, hij vroeg zich af waar iemand als Charles zulke kaarten vandaan haalde. De afbeeldingen op de kaarten waren nog mooier. De heer, vrouw en boer leken levensecht. Alsof ze elk moment van de kaarten af konden springen. 'Mooi hè.' lachte Charles trots. Die heb ik ergens aan een warme kust gekocht. De man van wie ze waren had al zijn geld vergokt met de kaarten. Hij was zo blut dat hij de kaarten zelf moest verkopen. Hij dacht dat ze vervloekt waren.' Chris knikte, Hij wist niet hoeveel hij van dit verhaal moest geloven. Charles was de koning van sterke zeemansverhalen. 'De kaarten zijn vervloekt, Chris. Zet niet te veel in één keer in, straks ben je alles kwijt. Ik ben een ster in kaarten.' waarschuwde Charles hem nog snel.
In kleermakerszit zaten ze tegenover elkaar met de kaarten en het ingezette geld in het midden. Charles had al twee rondes verloren en het zag er naar uit dat hij ook dit potje niet ging winnen. Hij voelde in de zak van zijn jasje. Nog maar twee munten en dan was hij blut. Zijn bluf verhaal had Chris niet bang gemaakt en de nieuweling had meteen enorme bedragen ingezet. Hij wilde zich niet laten kennen en dus ging Charles mee. Hij keek naar zijn kaarten, een harten drie en een klaveren vijf. Dit ging hem niet worden. Hij besloot het anders aan te pakken. Misschien als hij heel lief deed tegen de nieuweling, liet Chris hem zijn geld houden. 'Waarom lees jij?' vroeg Charles. 'Ik wil graag nuttig zijn op dit schip.' antwoordde Chris. Hij wist wat Charles probeerde en legde zijn kaarten neer, twee koningen. Hij won. Charles sloeg zijn hand op de vloer van het houte kraaiennest en vloekte. De kaarten maakte een sprongetje en de munten rinkelde. 'Dat kan niet! Valsspeler!' Chris pakte het geld en stak het in zijn zak. 'Nog een rondje?'

Niet veel later stond de bemanning beneden. De Kapitein, Asher had iedereen verzameld, hij had een idee. Waarschijnlijk had Isaac een idee, maar dat zei Chris maar niet hardop. 'Heren, ik heb een plan.' Verwachtingsvol keken de tientallen mannen naar Asher die heen en weer liep over het dek.'We gaan leven in sprookje. We gaan naar een eiland!' riep Asher. Als holbewoners begon de mannen enthousiast te schreeuwen. Verward klapte Chris in zijn handen. Was dat zo bijzonder, een eiland? 'Mannen!' schreeuwde Asher boven het geschreeuw uit. 'Mannen, het beste deel moet nog komen!' Als een kleuterklas stonden ze doodstil te luisteren, alsof Asher hun docent was. Of als een volk dat naar en koning luistert, dacht Chris. 'We gaan een prinses kapen!' lachte Asher. Een luid gejoel echode over de oceaan. Met opgetrokken wenkbrauwen keek Chris naar Charles, die naast hem wild aan het klappen was. 'Gaan we echt een prinses kapen of is dit een codewoord?' vroeg hij. Charles lachte. 'En of wij een prinses gaan kapen.' antwoordde hij lachend. Chris wist niet zeker of Charles serieus was of met hem zat te sollen. Gelukkig begon op dat moment Asher het plan uit te leggen.
Ze gingen naar een klein eiland. Daar zat een prinses, die ook nog een waarzegster zou zijn. Het idee was om haar mee aan boord te nemen en terug te brengen naar haar vader, de koning van een ander warm land. En dan veel geld innen.
Chris geloofde zijn oren niet. De bemanning vond hem raar voor het meebrengen van een houten been. Dat was namelijk te cliché, maar een prinses kapen was normaal?
'Ja hij schijnt heel rijk te zijn. Plus het meisje heeft een speciale gave, ouwe stomp.' antwoordde Emmett later die dag. 'Oké, gaaf.' lachte Chris. Een echt avontuur. Hij ging een prinses redden.
'Ik ben net Lancelot.' zei hij tegen Emmett. 'Wie?' vroeg die verbaasd. 'Lancelot du Lac, de rechterhand van koning Arthur.' zei Chris alsof hij de man uitlegde dat één plus één twee was. 'Waarvan is Arthur de koning?' vroeg Emmett geïnteresseerd. 'Brittannië!' Emmett schudde zijn hoofd. 'Nee, nee. Ik weet niet waar jij vandaan komt, maar wij hebben een koningin, Anne Stuart, koningin van Brittanië. Je moet een beetje mee met de tijd. Vrouwen kunnen ook koningin worden' zei Emmett hoofdschuddend. 'Ik geef je mijn boek wel.' zuchtte Chris. Emmett schudde afkeurend zijn hoofd. 'Wat moet ik nou met een boek?' Chris bleef zich verbazen over het gemiddelde IQ van de bemanning. Hij had altijd gedacht dat Emmett één van de slimste was. 'Lezen...' ze hij langzaam. Bodhi, die van een afstandje hoofdschuddend stond mee te luisteren, mengde zich in het gesprek. 'Je kan het beter toch gewoon vertellen.' zei hij. Chris kon de jongen amper verstaan door de golven die tegen het schip aan kletste.
'Denk jij dat de mannen hier kunnen lezen? Dan heb je het goed mis.' zei Emmett. Hij pakte de pijp uit zijn mond en wees ermee naar Chris, zoals ouders afkeurend hun vinger schudden als hun kind iets fout doet. 'Maar jij leest de kaarten.' stommelde Chris. 'Ik lees de kaart ja, niet de plaatsnamen.' zei Emmett. 'Dat kan helemaal niet! Hoe weet je dan waar wat ligt?' Chris werd er gewoon boos van, dat hij de mensen hier niet begreep. 'Ik lees de graden en kijk naar de vorm van het land.' legde Emmett rustig uit. 'Maar dat is zo veel moeilijker.' verzuchtte Chris. 'Dan leer je ons maar lezen!' zei Bodhi.
Chris dacht na. Als hij Emmett en Bodhi ging leren lezen, zouden zij het ook weer door kunnen leren aan de rest van de bemanning. Of was hij nou naïef? Wilde de bemanning überhaupt wel leren lezen? Kon hij het ze wel leren? 'Oké.' zei Chris. Hij waagde het er gewoon op.
'Waar heb jij eigenlijk leren lezen?' vroeg Emmett verbaasd. Chris gezicht verstrakte. Hoe moest hij zich hieruit redden? Het liefst vertelde hij Emmett gewoon de waarheid, de man was zo aardig geweest tegen hem. Hij besloot de waarheid te verdraaien. "Een leugen klinkt het geloofwaardigst als je het dicht bij de waarheid houdt" zei zijn vader altijd. Nu Chris daar aan terug dacht, besefte hij pas hoe raar het was dat een vader dat tegen zijn vijfjarig zoon zei.
'Een vriend van mijn vader.' zei Chris. Emmett keek hem bedenkelijk aan, alsof hij dwars door de leugen heen prikte. 'Bijzondere vrienden had je vader.' concludeerde hij. Chris knikte voorzichtig. 'Hij was.... Zijn baan was.' waarom was hij daar nou aan begonnen? Hij had het niet eens over de baan van zijn vader gehad. Deze leugen kon hij niet dicht bij huis houden. Hij besloot voor het leven te kiezen van een jongen die in de paardenstal werkte. Zijn vader zou de bediende zijn, verzon hij.
'Mijn vader werkte voor een graaf in Wales. Hij zorgde voor de paarden en hielp de graaf. Daardoor kende hij belangrijke mensen.' Het kwam er trotser uit dan Chris had gehoopt. Hij vond dat hij zichzelf goed uit de situatie had gered. 'Welke graaf? Ik ken er nog wel een paar, maar dan om andere reden, ouwe stomp.' zei Emmett en hij knipoogde. 'Hij heeft ze beroofd.' zei Willem, de slungel van twee meter die Chris had geholpen met het tillen van zijn kist toen hij aankwam. Emmett lachte. De lage lach, waarvan Chris bijna meteen mee ging lachen. Het deed hem denken aan de lach die hij voorstelde bij de kerstman.
'Dat hadden wij ook gekund.' siste een stem met een vet accent. Chris keek geschrokken om. Achter hem stond Willems vriend Koos, die ook geholpen had met het tillen van zijn kist. Willem zuchtte. 'Ben je daar nou nog niet overheen.' Langzaam schudde Koos zijn hoofd. 'Nooit.' Dreigend liep Willem naar Koos.
Koos was erg klein en Willem was de langste man aan boord. Koos liet het er echter niet bij zitten. Hij was misschien niet lang, maar wel enorm sterk. Hij pakte Willems arm met beide armen en trok hem hard naar beneden. 'Stop!' riep Chris in paniek. Hij wist waar dit heen ging, dit werd knokken. Toen begon Koos te slaan. Met al zijn kracht liet hij een regen van vuisten neer komen op Willem. Geschrokken deinsde Chris en Emmett naar achter. Chris keek naar Emmett, maar aan zijn gezicht te zien gebeurde dit regelmatig.

Willem kroop overeind, nu was het zijn beurt. Met een rake klap, raakte hij Koos' neus, die een krakend geluid maakte en hevig begon te bloeden. Al snel vormde zich een menigte, die in een keurige cirkel om de vechtersbazen ging staan. Aangespoord door Watt, die een zeeman was geworden voor dit soort gevechten, werd er gejoeld. Als één grote stem galmde het geluid van de bemanning over de zee.
Met een luide schreeuw, tilde Willem Koos op en liet hem vallen op het hout. Het gejoel uit de menigte werd nu harder en Koos kermde. Als een held die terugkeerde van de oorlog hield Willem zijn armen in de lucht. De euforie was echter van korte duur. Als een ninja stak Koos zijn been uit en schoof de lange slungelige benen van Willem onder zijn lichaam vandaan, waardoor hij omviel en languit op het dek viel. In zijn val sloeg zijn hoofd tegen de reling van het schip. 'En nu is het verdomme afgelopen!'
Kapitein Asher liep langzaam de trap af. 'Hoe vaak moet ik het nog zeggen? Geen gevechten onder mijn bemanning!' Willem en Koos keken naar de grond. 'Vergeef ons.' mompelde Willem.
Verwonderd keek Christopher naar de voorstelling. Als Willem en Koos hun krachten zouden bundelen, zouden ze Asher in een seconde om kunnen leggen. Toch stonden ze er verslagen bij. Als dieven die op heterdaad betrapt waren.
'Ik heb jullie gewaarschuwd, meerdere malen. Ik heb jullie opgevangen in zware tijden. Het is afgelopen en jullie krijgen de straf die jullie verdienen.' In doodse stilte wachtte iedereen het oordeel af.

'Kikkers.' verkondigde hij. Met een pijnlijk gezicht keek de menigte naar Koos en Willem. De twee zagen eruit alsof ze zojuist de doodstraf hadden gekregen. Koos keek naar de hemel, alsof hij nog een laatste gebed deed. Willem deed niks, hij had het al opgegeven. 'Jullie gaan de zee in voor één minuut als jullie dan nog leven, mogen jullie weer aan boord.' Dit heette "kikkers" omdat het eigenlijk de bedoeling was dat de veroordeelde een minuut zou watertrappelen, de meeste konden echter niet zwemmen en spartelde een minuut lang in de golven. Chris keek over de reling. De zee zag er rustig uit. Ze waren echter midden op zee en er waren nog steeds flinke golven. Af en toe sloeg er één hard tegen het schip aan, dan spetterde de druppels omhoog. Zo hoog dat je ze nog kon zien vanaf het dek. Als iemand niet kon zwemmen, was een minuut ineens heel lang.

De stilte van geshockeerde bemanning werd onderbroken door Papa Papegaai die hard tjilpte. Het leek alsof iedereen uit hun gedachten paleis terugkeerde op het schip. 'Naar bakboord.' zei Asher en hij wees naar rechts. Ongemakkelijk keek de bemanning naar de linkerkant van het schip, dat was bakboord. Een pijnlijkere fout kon een kapitein niet maken. Willem en Koos twijfelde. Moesten ze de vinger van Asher volgen of naar bakboord? Ze besloten de vinger van Asher te volgen en schuifelde langzaam naar de rechterkant van het schip. 'Asher.' begon Chris. Hij zag hoe Charles zijn hoofd schudde en Bodhi iets probeerde duidelijk te maken met gebaren. Emmett gaf hem een stomp in zijn zij, hij wist wat Christopher wilde zeggen en het leek hem geen goed idee. 'Au!' riep Chris en hij stompte Emmett terug. Daar had hij meteen spijt van, want iedereen zag het. 'Ga jij ook al vechten?!' zei Asher boos. 'Van mij mag je meteen met deze twee mee hoor.' Chris schudde zijn hoofd. 'Ik wilde alleen maar zeggen dat bakboord link-' 'Zijn zin was nog niet eens af, maar het was duidelijk wat hij wilde gaan doen; de kapitein verbeteren. Charles sprong naar voren, klaar om Chris te vloeren. Nog liever dat dan de kapitein verbeteren. Bodhi, Koos, Willem en Watt besloten te schreeuwen en onderbraken Chris met een luidde; 'NEEEEEEEE!!' Niemand verbeterd de kapitein.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top