37
De tijd lijkt letterlijk voor je ogen voorbij te kruipen als je niet meer kunt lopen. Ik zie het de laatste tijd vaak voor mij. Een soort stripfiguurtje, in zwart wit, dat over de grond heen kruipt. Aan de muur hangt een klok en hoewel de personificatie van tijd kruipt, loopt de tijd op de klok toch in een rap tempo vooruit.
Het is best een absurd gevoel te weten dat je er binnenkort niet meer zal zijn. Hoewel je zou verwachten dat je een beetje gewend raakt aan het idee na een paar weken, is dat toch niet gebeurd.
Integendeel, het lijkt nu pas tot mij door te dringen dat ik er letterlijk niet meer zal zijn. Ik zal niet op deze aarde staan, zal niets meer voelen, zal niet meer ademen. Ik zal helemaal niks meer zijn, behalve een herinnering van sommige mensen. Een aantal zullen mij als goed herinneren, denk ik. De meeste mensen slecht.
Ik ben de afgelopen weken zoveel bezig geweest met het wegduwen van mensen, zodat ik hen geen pijn zou kunnen doen met mijn dood. Ik ben daar zoveel mee bezig geweest. Het heeft zolang in mijn hoofd rondgespookt, dat ik mij alleen maar heb kunnen focussen op het "doe hen geen pijn", en niet op het "hoe voelt het om dood te gaan" gedeelte.
Ik ben inmiddels al bijna voor de helft uit steen gemaakt. Het beweegt met de dag, met het uur, met de minuut, met de seconde omhoog. Inmiddels zijn al bijna mijn heupen aan de beurt. Uit vrees dat ik wakker zal worden en mijn laatste weken in een liggende houding door zal brengen, probeer ik zittend in slaap te vallen. Het heeft niet helemaal mijn voorkeur, maar veel keuze heb ik niet. Zittend kan ik nog rondkomen in een rolstoel, liggend niet echt. Of echt niet.
Ik heb de hoop opgegeven Thagan en Vasily weg te duwen. Die laatste had ik al eerder de hoop opgegeven, maar Thagan pas sinds eergisteren. De dag dat bleek dat Vasily en Thagan in dezelfde situatie verkeren met betrekking tot mij.
Zelfs al zou ik nog de moed en de wil hebben Thagan proberen weg te duwen - alweer - dan denk ik dat hij alsnog niet weg zou gaan. Niet nu hij weet dat ik hem aan kan raken zonder hem pijn te doen. Niet nu hij weet dat hij officiële toestemming heeft gekregen van het lot en het universum, om het maar zo te noemen. Niet nu hij weet dat hij en ik... voor elkaar gemaakt zouden zijn.
Mijn gedachte kruipt van een toekomst die we hadden kunnen hebben weer terug naar het kruipende stripfiguur. Naar de klok aan de muur en het mechanische, galmende geluid dat het voorbrengt. Misschien is het een stem die ik niet kan verstaan. Een stem die mij vertelt dat mijn tijd er bijna opzit. Ik zou nog één, misschien twee weken hebben.
Wat ik nog zou willen doen, vroeg Thagan mij kort nadat ik dat te horen had gekregen. Ik had geantwoord dat ik niets kon bedenken, maar natuurlijk was dat niet de waarheid. Natuurlijk waren er genoeg dingen die ik wilde doen. Misschien durfde ik ze niet uit te spreken, misschien durfde of wilde ik niet ze niet uitvoeren. Misschien dacht ik zelfs dat ik het niet verdiende die dingen te doen.
Maar dat boeit me nu even niet meer. Wat mij wél boeit, is dat ik nog maximaal twee weken te leven heb en dat er nog zoveel dingen te doen zijn die ik nog nooit heb gedaan. Nog zoveel dingen die ik nog wil doen, terwijl ik nog zo weinig tijd over heb.
Dus het eerste wat ik doe als ik Thagan die ochtend tegenkom, is hem de waarheid vertellen. Het eerste wat ik van mijn lijstje af wil strepen, is nog een laatste zonsondergang zien. Nog een laatste zonsopkomst.
En nog veel meer dingen, maar die zullen later moeten volgen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top