20
Hoewel ik graag had willen blijven, zijn Thagan en ik na een uur al naar benden gegaan. Hij had het over veiligheid en orders. Hij is echt de perfecte soldaat. Hij luistert altijd en volgt ook gewoon de bevelen op. Ik zou zoiets nooit kunnen doen, zelfs niet als ik normaal was geweest. Ik zou geen bevelen op kunnen volgens als ik ze onrechtvaardig vond.
'Je vond het leuk, toch?' vraagt Thagan als we weer beneden staan. Hij ziet er uit alsof hij veel energie heeft. Alsof hij nog een hele dag rond zou kunnen wandelen, zonder zich ook maar een klein beetje moe te voelen. Ik glimlach.
'Zeker. Ik zou het echt leuk vinden om nog een keer heen te gaan.' Hij glimlacht alsof hij daarmee wil zeggen: mijn plan is dus gelukt. Ik lach om zijn uitdrukking, waarna hij mij verontwaardigd aankijkt. Dan wendt hij zijn hoofd af.
'Heb je honger?' Ik ga voor zijn neus staan, zodat hij mij wel aan moet kijken. Dit is de eerste keer dat ik hem zal uitnodigen. Dat ik zal vragen of hij met mij wil eten. Hij knikt. 'Kom op dan, anders zijn die lekkere broodjes weg.'
Het begint echt op een ritueel te lijken. Een ritueel dat mij in leven lijkt te houden en mij zelfs geluk bezorgt. Ik begin met grote passen verder te lopen, maar als ik hem hoor grinniken, stop ik en draai mij om. 'Waarom lach je?' Hij kijkt mij geamuseerd aan. 'Je bent zo anders dan ik mij had voorgesteld. Je bent zelfs heel anders dan vorige week. Ik vind het gewoon leuk om te zien.'
Ik heb het gevoel dat er een andere betekenis ligt achter zijn laatste zin. Alsof hij een woorden heeft weggelaten. Ik vind het gewoon leuk om jou te zien, volgens mij bedoelt hij dat. Ik draai mij om en besluit weer verder te lopen. Ik mag er niet over nadenken. Ik kán er niet over nadenken. Zelfs al zou ik hem leuk vinden, dan zou het nog niet mogelijk zijn. Als ik hem aanraak, dan zal hij sterven.
Zwijgend pak ik wat ik nodig heb en ga aan een tafel zitten. Vandaag zijn er weinig mensen. Ook Jem zit er niet. Misschien ligt het gewoon aan de tijd waarop wij zijn aangekomen. We zijn later dan normaal dankzij ons uitstapje. Er zijn maar een paar tafeltjes bezet. Thagan volgt vlak na mij. Hij heeft zijn gebruikelijke koffie met twee broodjes. Ik heb deze keer voor sinaasappelsap gekozen. Ik probeer elke keer wat anders te doen, maar binnenkort zal ik moeten kiezen wat ik het lekkerst vind. Wat ik wil blijven drinken.
Het verbaast mij echt dat ik zo snel gewend ben geraakt aan het leven hier. Ik leef in een soort van vrijheid. Ik hoef niks te doen wat ik niet wil doen. Ik hoef geen mensen aan te raken. Hoef geen tests uit te voeren. Ik heb een eigen keuze en ik word geaccepteerd. Die laatste twee betekenen het meest voor mij.
'Je hebt echt iets met pecanbroodjes,' concludeert hij terwijl ik gulzig begin aan het eerste broodje. Hoewel er niet veel emotie in zijn stem ligt, kan ik aan zijn ogen zien dat hij er blij mee is. Dat ik iets heb gekozen. Een eigen keuze heb gemaakt. Ergens voorkeur aan heb gegeven. Dat ik überhaupt iets eet, lijkt hij al heel fijn te vinden. Hij geeft om mij. Ik ben blij dat hij dat doet. Dat iemand dat doet. Dat iemand zich iets van mij aan lijkt te trekken. Dit is de eerste keer. En ik ben blij dat het iemand is die ik kan vertrouwen. Iemand zoals Thagan. Iemand bij wie ik mij fijn en veilig voel.
Misschien is dat de reden dat het mij dwars zit. Misschien is dat de reden dat ik mij eraan irriteer dat ik hem nooit aan zal kunnen raken.
~
En wat denken jullie nu van deze twee? Is dit het begin van een dodelijk liefde?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top