Hoofdstuk 27
POV Lisa
Ik ben blij dat Tom uiteindelijk mee mocht. Ik vind hem al een tijdje leuk. We kletsen een over een heleboel met z'n allen. We zitten met een bak chips in de kamer van Annebell. Elke keer, ook al is dit nog maar de tweede keer, ben ik verrast over hoe groot dit is. Annebell heeft zelfs een hele vleugel voor zichzelf! En ze hoeft alleen haar kamer wel eens op te ruimen, de rest word gedaan door de kamermeisjes. Eerst haar kamer ook, vertelde ze ons. Maar ze vond het oneerlijk tegenover de kamermeisjes. Zij maakten de rommel toch niet? Dus ging ze in protest door de hele week haar hele vleugel alleen schoon te maken. Zonder hulp of iets. Daarna kreeg ze ruzie met haar moeder. Uiteindelijk kwamen ze tot een compromis, Annebell maakte har eigen kamer schoon en ruimde die op. Na een beetje tegenstribbelen zei Annebell ja, omdat ze het voor haar hele vleugel wou. Eigenlijk. Maat dat vond haar moeder onzin. We kletsten en vergaten de tijd. Opeens ging de telefoon van Annebell, alweer. Annebell nam op. "Met Annebell." We hoorden niks. Annebell's ogen werden groot. "Gaat het wel?" Annebell schudt nee. Ze zei vier woorden. "De Duisterlingen vallen aan." Tom snapte het niet, maar ik en Thijs wisten meteen wie er aan de telefoon was en wat er gebeurde. Anne-Lore was op weg hiernaartoe voor een gevecht tegen de Duisterlingen. Hoe en waarom maakt even niet uit. Tom kijkt ons verbaasd aan. Als Annebell heeft opgehangen lijkt hij er genoeg van te hebben. "Oké jongens. Wat si er aan de hand? Wie zijn de Duisterlingen? Wie was dat aan de telefoon? Is er een invasie ofzo? Leg me dit alsjeblieft even uit." Ik, Annebell en Thijs kijken elkaar aan. "Heu, lang verhaal." begin ik maar. Ik ga voor Tom zitten en kijk hem recht in zijn blauwe ogen aan. "Heel lang verhaal."
POV Anne-Lore
Ik bel Annebell. Lol, dat zit in haar naam. Even normaal doen Anne-Lore, je zit in ene noodsituatie. "Met Annebell?" "Alleen luisteren." Ik vertel Annebell kort wat er net gebeurde. Annebell luistert, maar ik weet dat ze in paniek raken zal. "Ik en Daan zijn nu op weg naar het paleis. We weten niet of we de Duisterlingen af kunnen schudden, maar ga er maar vanuit dat we dat niet kunnen. Bereid je voor op een gevecht." Ik wacht even om de boodschap te laten zinken. Annebell zegt iets tegen de rest daar. Gaat ze Tom erbij betrekken? Ik geef hem Julin wel. Dan is onze vriendenkring compleet. Dt lijkt me dan het meest logisch. "Ik hang op. Tot straks." Ik druk op het rode telefoontje. Het gesprek sluit. "En?" vraagt Daan hijgend. "Ze weten het nu. Moet ik het even overnemen?" Daan schudt van nee. Ik weet dat hij moe is. "Hou je vast." Dus ik ga hem helpen, met een extra zetje. Ik richt mijn handen op het wegdek en laat lucht ontsnappen. Daarna richt ik de ene hand nog steeds op het wegdek en hou mezelf met een hand vast aan Daan. Ik zet een tandje bij. Nu kunnen ze ons makkelijker opsporen misschien, maar dat maakt me niet uit. Ik help Daan op mijn eigen manier. We schieten vooruit.
POV Thijs
Tuurlijk. Er dreigt weer gevaar. Tuurlijk wordt er straks weer gevochten, hier, op het paleis. Het si ondertussen vrij normaal geworden. Kuch kuch. Lisa legt Tom uit wat er aan de hand is, en elk woord die ze zegt levert een blekere Tom op. Tsja, dan had je niet zo nieuwsgierig moeten zijn. Annebell komt naar me toe. "Ik denk dat Tom ook een van de zes of zeven is, Daan is degene die Andras hanteren gaat." Als haar vermoeden klopt, mogen we de voorspelling bijna horen. Joepie. Lisa is klaar met uitleggen, en Tom is zo bleek als papier. "Gaat het?" vraagt Annebell. Hij geeft geen antwoord. Hij staart naar een plek achter ons. Ik kijk om. Twee rode ogen staren ons aan. Blikkerende tanden grijnzend naar ons. Klauwen maken zich voorzichtig klaar. Een monster, een monster in de kamer!
POV Daan
Hijgend trap ik verder. Ik hoef geen hulp. Ik hoor Anne-Lore wat zeggen. Voordat ik kan vragen wat ze zei schoten we vooruit. Ik hou me stevig aan het stuur vast. Ik voel een hand in mijn zij. Een warme tinteling gaat door mijn lijf. Ik vond Anne-Lore al leuk toen ze in de klas stond, toen ze voor het eerst op onze school kwam. Bij gym verbaasde ik me over het feit dat ze zo goed was in judo. Daarna, bij bio was ik de enigste, op Lisa na, die zag wat er met die bloem gebeurde. Het rare was alleen, ik vond het niet eens eng. Ik zei haar dat ik niks zeggen zou, maar waarom? Ik heb het er even met Lisa over gehad, maar toen begon Lisa erover. Anne-Lore was al vreemd, maar alles werd vreemder toen ze bleek het gordijn dichtschoof en we moesten vluchten. In de toekomst zal ik waarschijnlijk nergens meer van opkijken. "Wat is dit?" schreeuw ik naar Anne-Lore. "Een zetje! We moeten opschieten! Ik hoop dat je goed bent in sturen!" schreeuwt ze terug. Sturen? Een boom doemt voor ons op. Ik geef een ruk aan het stuur. Mijn been schaaft aan de bast, maar het was niet erg. "We moeten deze kant toch op?" "Ja! Rijd door!" roept Anne-Lore in paniek. We gaan wat sneller. Ik kan niet zien wat er achter ons is, dus moet ik Anne-Lore maar vertrouwen. Dat is niet zo moeilijk. We komen bij een splitsing. "Waarheen?" "Rechts!" Ik trek het stuur naar rechts en we schieten de weg in. We gaan wel heel hard, wat ook een kickend gevoel geeft. Keihard racen, met het meisje dat je leuk vind achterop.
POV Annebell
Thijs staat oog in oog met het monster. Ik raak in paniek. Cool down, komt goed. Ik maak me gevechtsklaar, maar bedenk dat Tom zich niet kan verdedigen. "Lisa, Tom kan zich niet verdedigen. Wat nu?" fluister ik. Lisa staat naast me, dus ze zal het wel gehoord hebben. Laten we hopen dat het monster geen Nederlands kan en niet zo goed kan horen. "Krachtveld?" Ik knik. Ik maak een cirkel om Tom heen, zijn krachtveld. Tom kijkt verbaasd toe. Dan pakt hij zijn computer en maakt foto's. "Interessant." mompelt hij. Ik moet me inhouden om niet in de lach te schieten. Midden in een gevechtsfase op leven en dood gaat hij mijn magie fotograferen en 'interessant' mompelen. Lol. Het monster kijkt ons een voor een aan. Dan blijft zijn blik op mij hangen. Lisa's ogen worden groot. "Ik weet het weer! Dat monster had mij en Anne-Lore aangevallen in het winkelcentrum, toen ik haar opvrolijken ging!" Ik kijk het monster aan. Lisa begint koortsachtig, en hardop, na te denken. "Er is een manier om dat monster te verslaan, één manier. Vechten niet, het was iets anders..." Het monster valt aan. Ik spring aan de kant. Het lijkt duidelijk een doel te hebben, mij. Thijs begint toverspreuken op het beest af te guren, terwijl ik de hele tijd moet wegduiken, aan de kant springen en liggen, om het monster te ontwijken. "Zingen!" roept Lisa uit het niets. Ik kan haar niet verbaasd aankijken, en spring weer aan de kant voor het monster. "Je moet zingen. Een euh..." Ze begint weer na te denken. "Schiet op!" schreeuw ik. Het monster zet zijn klauwen in mijn been. Ik gil, Thijs schiet nog een toverspreuk en Tom wordt bleek. Volgens mij gaat hij flauwvallen. Ik ruk me los, waardoor het nog meer pijn doet. Thijs gaat voor me staan en weert de volgende aanval van het monster af. Ik kan me amper concentreren om mijn wond te helen. Lisa denkt nog steeds na, maar heeft niet door dat het monster zijn staart naar haar zwaait. De staart raakt haar bijna. Ik verzamel mijn krachten en maak een krachtveld. Net op tijd. Lisa kijkt verbaasd naar het krachtveld. Nu zijn alleen ik en Thijs nog over, en het monster. Het kijkt ons dreigend aan.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top