Hoofdstuk 22

POV Anne-Lore
Ik zit in een tunnel. Aan de ene kant is het licht, aan de andere kant het duister. Het duister trekt aan me. Ik werk tegen. De duisternis is sterker. Opeens komt er een flits. De duisternis trekt zich terug. Ik ren naar het licht. De duisternis komt weer achter me aan. Ik ren harder. Een hand lijkt zich naar me uit te strekken. Ik pak het vast. Er komt weer en lichtflits, erger dit keer. Ik ren het licht tegemoet. Ik open mijn ogen.

POV Lisa
Anne-Lore kreunt. Langzaam opent ze haar ogen. Ik wil haar knuffelen, maar weet dat ze rustig wakker moet worden. Ze zit onder de splinters, krassen en sneeën, maar ze wordt wakker. Ze knijpt haar ogen samen. "D-de ontploffing." zegt ze zachtjes. Ze kijkt mij, Annebell en Thijs aan. Thijs zit op de grond, naar zijn handen te staren. Annebell heeft tranen in haar ogen, van vreugde. "Wa-wat doen jullie hier? De ontploffing... Ben ik dood?" Ik schiet in de lach. Anne-Lore kijkt me vreemd aan, maar lacht snel mee. Annebell knuffelt haar. Ik daarna. Thijs kijkt nog steeds naar zijn handen. "Lukt het?" Hij schudt zijn hoofd. Ik stel opnieuw een vraag. "Wat is er met je handen dan?" Ik ga naast hem zitten. Anne-Lore probeert op te staan, maar valt weer in een zit-houding. Annebell kijkt Thijs verbaasd aan. Thijs zucht. "Ik- weet niet wat ik deed. Ik deed het ook bij mijn moeder, toen we in het winkelcentrum van ons oude dorp gegijzeld waren." Ik, Anne-Lore en Annebell kijken hem verbaasd aan. Thijs doet zijn verhaal, wat nogal heftig was. "Ik denk dus dat Mellie en mijn moeder dit al wisten, maar me niks vertellen wouden erover. Misschien is het gevaarlijk..." eindigt hij. Ik kijk hem met open mond aan. "Wow. Heftig." Annebell kijkt Thijs meelevend aan. "Dus... Jij hebt mij, met behulp van Annebell wakker gekregen?" Thijs knikt. Anne-Lore kijkt hem vrolijk aan. "Ik wist het!" We kijken haar verbaasd aan. "Wist wat?" vraag ik. "De voorspelling! Thijs is ook iemand van de voorspelling! De tovenaar!" roept Anne-Lore. Thijs kijkt haar verbaasd aan. Ik snap haar redenen. "Thijs! Je hoort hier te zijn! Misschien is het gevaarlijk... Maar we overleven het wel!" zeg ik enthousiast. Thijs schudt zijn hoofd. "Ik weet niet waar jullie het over hebben, maar ik hoor daar zeker niet bij." Anne-Lore schudt haar hoofd. "Je hoort er zeker bij. Dit gebeurt al eeuwen, milennia! Feeën en tovenaars zijn al vanaf het eerste moment dat de aarde bestaat bezig geweest met de natuur. Hoe dacht jij dan dat het allemaal te werk ging? Toen er mensen kwamen werden de wonderen die de feeën en tovenaars maakten gewaardeerd. Maar uiteindelijk zijn ze vergeten. Ze stierven een voor een uit. De natuurwonderen werden als natuur beschouwd en als werkend, door iemand gemaakt. God kwam tevoorschijn. Feeën en tovenaars werkten zonder dat de mensheid ze zien ging. Verder met de natuur. Ze waren vergeten, maar gingen zonder mokken door. Daar horen we bij! Daar ben jij deel van, van die geheime organisatie die de natuur werken laat. Ben blij!" roept ze verontwaardigd. Ze probeert weer op te staan. Na een tijdje wankelen lukt het. "Kom. We moeten een paar Duisterlingen verslaan gaan." Ze draait zich om naar Thijs. "Jij gaat mee. Beslis straks maar of je mee doen gaat of niet. Maar je moet een ding in je achterhoofd houden. De wereld loopt gevaar, en als wij het niet tegenhouden, wordt het vernietigd." Resoluut draait ze zich om en loopt weg. Ze knalde bijna tegen een boom aan, hield zich even vast om de duizeligheid weg te laten trekken en liep weer verder. Ik kijk Annebell en Thijs aan. "We moeten mee, toch?" Annebell knikt. Thijs kijkt beteuterd naar ons tweeën. "Is ze nu boos?" Ik knik. "Ik denk dat je haar beledigd hebt. Ze is ook pas weer bijgekomen, dus moet ze een beetje settelen. Laat haar maar even, het komt wel goed." stel ik hem gerust. We moeten rennen om haar in te halen.

POV Anne-Lore
Boos loop ik weg. Bijna tegen een boom aan. Handig... Ik sta even stil om de duizeligheid weg te laten trekken. Mijn magie werkt nog niet optimaal. Ik denk dat ik Thijs een beetje te streng behandelt heb. Ik werd gewoon boos omdat hij me een beetje kwetste. Hij is een tovenaar, dan moet hij toch weten van de magische wereld om ons heen? Nee, dat wist hij zelf ook niet, dat hij een tovenaar is. Daar is hij net pas achter gekomen. Schuldgevoel overmant me. Stomme ik, ik reageerde te vlug. Ik bots tegen iemand op. "Kom op!" roep ik. Tot ik zie tegen wie ik opbotste. Ziltan.

POV Annebell
"We zijn haar kwijt." Ik ga hijgend op een rotsblok zitten. Lisa en Thijs ploffen op de grond. Ik voel. Het klinkt raar, maar zo had ik haar ook gevonden toen ze bijna dood was. Opeens word ik bang. Waar moet ik bang voor zijn? Het duurde even tot ik het snapte. Ik en Anne-Lore zijn een feeëntweeling, met bijna alle krachten. We kunnen elkaars gevoelens voelen, want ik voelde steken in mijn borstkas terwijl Anne-Lore bewusteloos was. Nu voel ik me bang. Is ze bang? Ik denk aan Anne-Lore. Het bange gevoel werd sterker, en viel weg. Het maakte plaats voor woede. Ik denk weer aan andere dingen. De woede verdwijnt. Anne-Lore is kwaad op iemand, wie? "We moeten verder." Ik sta op. Lisa en Thijs lijken niet blij met deze mededeling. "Kun je niet teleporteren ofzo? Anne-Lore kan dat wel." zegt Lisa mokkend. Thijs gaat in een of andere trance, mompelde woorden en was weg. "Zelfs Thijs kan het! Wacht! Voordat je teleporteerd, neem me mee. Ik wil niet lopen." Lisa kijkt me smekend aan. Ik zucht. "Als ik weet hoe het moet, oké. Dan mag je mee. Maar ik moet eerst uitvogelen hoe ik teleporteren moet." Ik steek mijn hand naar haar toe. "Voor het geval ik het onbewust doe, pak mijn hand vast. Dan teleporteer je denk ik wel mee." Ik concentreer me. Ik denk aan Anne-Lore. Eerst voel ik een verbazing, maar daarna ook opluchting. Daarna voel ik adrenaline door mijn lichaam stromen. Opeens kwam er een flits en stonden we oog in oog met een Duisterling. Meneer Wart.

POV Thijs
Ik kom naast Anne-Lore terecht. Huh? Waar zijn Annebell en Lisa? Anne-Lore kijkt me verbaasd aan. De meneer die haar arm vastheeft ook. "Heu..." Ik ken die meneer. Meneer Wart! Wat doet die hier? En waarom heeft hij Anne-Lore vast? "Euh.. Meneer Wart? Waarom heeft u Anne-Lore vast?" De vraag is eruit voordat ik een hand voor mijn mond slaan kan. Oeps... Meneer Wart kijkt me boos aan. Anne-Lore zag haar kans schoon en trapt hen tegen zijn scheen. Meneer Wart schreeuwt het uit en probeert haar vast te pakken, maar Anne-Lore glipt tussen zijn handen door naar mij toe. Ze wankelde even, maar bleef wel staan. "Dat is meneer Wart misschien wel, maar hij is slecht. Door en door slecht. Zijn echte naam is Ziltan." fluistert ze in mijn oor. Fijn om te weten. "En nu?" vraag ik. "We kunnen rennen of vechten, wat kies jij?" Ik denk na. Als we wegrennen kan meneer Wart, Ziltan, ons gewoon achterna komen, en dan moeten we alsnog vechten. "Vechten." Niet dat ik het leuk vind, maar beter nu dan straks. Anne-Lore lijkt blij met mijn keuze. "Vecht je mee?" vraagt ze. "Ja. Ik zal wel moeten. Hij heeft mij ook op het oog." Anne-Lore begint meteen met lichtflitsen op hem afvuren. Ik prevel weer wat woorden. "Limnua kolinsa mondruna." mompel ik. Een paar bliksemflitsen komen op de aarde terecht. Nu weet ik wat ik zeg. Ik zie Anne-Lore moe worden. Ze schiet al de hele tijd lichtbollen en lichtflitsen op Ziltan af. "Wernada spetuna." Groene vonken verlaten mijn handen en komen op Anne-Lore terecht. Ze kikkerde op en ging weer verder. Kracht versterken. Ik kan steeds meer. Annebell en Lisa komen voor Ziltan terecht. Voordat die aanvallen kan heb ik al een krachtschild om ze heen gemaakt. Kranta yinsata. Hoeveel toverspreuken bestaan er eigenlijk? Ziltan stuurt een zwarte bol op me af. "Kranta minsata." zeg ik. Er komt een schild om me heen. Er zijn blijkbaar verschillende spreuken voor jezelf en anderen. Ik laat weer bliksemflitsen op de grond terecht komen. Ziltan roept iets. Opeens staat er een heel leger om ons heen. Het zijn er een heleboel, maar ik ben er klaar voor. Ik, Lisa, Annebell en Anne-Lore gaan in een cirkel staan, met onze ruggen naar elkaar toe. "Iemand plannen?" vraagt Lisa. "Aanvallen." antwoordt Annebell strijdlustig. "Hoe?" vraag ik. Het blijft even stil. "Geef me wat tijd. Ik weet iets." zeg ik opeens. Mijn plan is krankzinnig, maar het zal kunnen werken. Het is de enigste oplossing die ik verzinnen kan. Anne-Lore begint direct. Met blauwe bollen begeeft ze zich in de strijd tegen een groepje Duisterlingen en monsters. Lisa en Annebell dekken haar. Annebell riep me nog wel wat toe. "Succes!" Dat zal ik wel nodig hebben. Ik maak me klaar.

POV Anne-Lore
Nadat ik Thijs hoorde zeggen dat hij een plan had, maakte ik me klaar voor wat er komen zou. Ik sprong direct daarna de strijd in. Tijd, Annebell's element. De een na de ander sla ik neer, maar Thijs lijkt nog steeds niet klaar te zijn. Lisa is ook goed bezig met haar dubbelbijl, Majan. Zal ze geoefend hebben? Ziltan komt voor me staan. Hij heeft moordlustige ogen, en bloeddoorlopen ogen. "Hier kom jij niet levend vandaan. Er mag een heleboel gebeuren, maar jij moet dood." Hij valt aan. Hij heeft een zeis als wapen. Ik activeer een magisch schild op mijn arm. Dat si als een gewoon schild, maar dan door magie gemaakt. De eerste slag wend ik af. De tweede net. De derde schampt langs mijn arm. Het is maar een klein sneetje, maar dat is het rare niet. In plaats van bloed, komt er zwarte vloeistof uit. Ik frons mijn wenkbrauwen. Ziltan lacht. "Weet je wat dat is? Gif, het sterkste dat er bestaat. Dat wordt een pijnlijke dood." Ik heb een paar seconden om iets te doen. Opeens doet mijn arm verschrikkelijk veel zeer. Ik hoor Annebell gillen. Ik ga staan, ondanks de pijn die zich via mijn arm door mijn lichaam gaat. Het verspreidde zich heel vlug. Ziltan lacht kwaadaardig. Hij draait zich om naar Annebell en probeert nu haar te steken. De eerste paar pogingen mislukken, maar uiteindelijk raakt hij haar in haar been. Ze kijkt er een beetje verbaasd naar. Lisa valt aan. Ik voel leven wegvloeien. Nee, ik wil blijven leven.. Vlekken dansen voor mijn ogen. Niet nu. Ik zie Annebell op ze grond zakken. Ze doet het zachtjes, om Ziltan geen leedvermaak te geven. Oké, als er hier iemand dood gaat mag dat Annebell niet zijn. Doe mij dan maar. Ik pak Annebell's arm. Genees... Blauwe vonken verlaten mijn lichaam. Annebell krabbelt op. Ik voel haar beter worden. Het gif komt als een bolletje boven haar snee hangen, en wordt steeds groter. Genees. Het bolletje is klaar en zweeft weg. Ik ga weer liggen. Annebell staat op en gaat naast me zitten. "Niet doen. Niet doodgaan. Ik wil nog zoveel samen doen, als zusjes. Please..." smeekt ze. Ik wil wat zeggen, maar ik kan niks zeggen. Annebell schrikt van iets. Ik voel mijn borstkas gloeien. Ik geef blauw licht. Ziltan, die nog steeds bezig was met Lisa kijkt ons aan. "Di-dit kan niet... Onmogelijk!" roept hij verbaasd. Ik lach. Ik voel me heerlijk. Ik weet wat deze blauwe gloed is. Aura, en het maakt me beter. "Weet je wat het is Ziltan? Ik denk dat jij me onderschat hebt. Ik ben een fee, een zeer sterke fee. Mijn moeder was de heerseres van alle feeën, de koningin. Ze heeft mij en Annebell krachten gegeven, omdat ze wist dat we die nodig zouden hebben. Annebell kreeg Tijd, en ik? Aura. Ik heb de sterkste aura van alle feeën." Het blauwe licht omhult me als een cocon. "Als ik dus de sterkste aura van alle feeën heb én de dochter ben van de feeënkoningin, ben ik machtig. Machtiger dan dit gif. Ik beheers geen aura, ik ben aura." Het toeval wou dat er op dat moment iets ontplofte. Een nieuw leger stond klaar.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ik heb enorm veel inspiratie. Anne-Lore is back! Dat konden jullie waarschijnlijk wel voorspellen, ze is een van de zes of zeven. Maarja, het einde van dit boek is nog niet in zicht. En daarna moet ook nog de overloop naar boek twee! Ik ga boek twee Lost noemen en ben bijna klaar met de kaft.
Tot bij het volgende hoofdstuk!
xoxo_writer_xoxo

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top