Hoofdstuk 2
Sarena
Zodra de draak geland is splitst de vrouw weer van de draak af. Ze helpt me van de rug af en gebaart me dat ik haar moet volgen. Ik doe dat ook, op een respectabele afstand. De draak volgt mij weer. De vrouw leidt me naar een klein dorp dat in de bomen gebouwd is. Het dorp is groot genoeg om draken te huisvesten. Veel draken zie ik niet. Een enkele draak kijkt naar buiten als we langskomen, maar veel huizen lijken leeg te zijn. Uiteindelijk stopt de vrouw voor een huis en klopt ze aan. Een grote rode draak doet de deur open. De draak kijkt ons nors aan, waardoor ik mijn hoofd weer afwend. De vrouw kijkt niet eens om, maar duwt met een tengere hand mijn hoofd weer zodanig terug dat ik de draak aan moet kijken. Ze is de eerste die spreekt. 'Kenasena. Ik heb iemand gevonden.'
De rode draak lijkt op te knappen. 'Dus jij bent mijn reddende engel, Sentarena? Jij hebt degene voor mij gevonden?'
De vrouw lacht hartelijk. Haar stem klinkt als het geritsel van de bladeren. 'Verbaasd dat jouw leerling het voor elkaar krijgt? Ik ben het niet. Tijdens de vlucht liet ik mijn gevoel me leiden, wat me naar haar leidde. Ze heeft alleen wat manieren die ze moet afleren. De mensen hebben iets te veel respect.'
De rode draak kijkt me aan, alleen nu stralen haar ogen geluk uit. 'Ik accepteer haar. Jouw gevoel heeft gelijk. Ze is de juiste.'
De vrouw legt haar arm om me heen. 'Let zo op, want je zult het nog vaak nodig hebben. En succes.'
De verwarring bereikt zijn piek. 'Waar moet ik mee opletten? Succes waar mee?'
Nog voordat ik de tweede vraag kan afmaken stormt de rode draak langs de vrouw en de draak, mij onderweg grijpend. Met een sprong stijgt ze op, mij tegen haar aan geklemd. Het enige wat me tegenhoud het uit te gillen is het feit dat als ik mijn tanden van elkaar af haal ik mijn tong waarschijnlijk kapot bijt. Na een tijdje laat de draak me los en stopt hij met klappen. Door de snelheid die we maakte kom ik los van de draak. In dat ene moment voel ik twee vleugels groeien uit mijn rug en twee handschoenen ontstaan om mijn handen, die doorgaan tot mijn elle boog. De tijd lijkt te vertragen en de rode draak krult zijn vleugels om beide onze lichamen. Bijna automatisch strek ik mijn armen en raak de vleugels naast me aan. Het lichaam van de draak licht rood op, waarna ik met de draak versmelt. Het voelt in eerste instantie alsof ik verticaal ik een zeer zacht bed val, gevolgd door een dosis angst. Het wordt pas echt eng wanneer de schubben en huid van de draak over me heen groeien. Dan voel ik voor het eerst de aanwezigheid. Het begint als een soort stem, die ver weg in mijn geest spreekt. De aanwezigheid groeit tot het nog groter lijkt dan mij. De stem die ik dan hoor komt overweg met de stem die ik de draak hoorde gebruiken op de grond, maar klinkt veel muzikaler. 'Welkom in mijn lichaam, jongedame. Ik ben Kenasena. Wat is jouw naam?'
Hoe moet ik antwoorden?
De stem lacht in mijn hoofd. 'Zoals je net deed, maar dan in de juiste woorden.'
Ok, dit is eng, maar ik heet Sarena.
De stem is nu iets minder vocaal. 'Het is altijd eng de eerste keer. Maar het went vanzelf. Je bent nu mijn soulmate. Wat er ook gebeurt, we kunnen niet meer helemaal splitsen. We zullen altijd bij elkaar blijven, in geest.'
Dat maakt me bang. Dus ik heb nooit meer de privacy van een eigen geest?
Kenasena laat merken dat het inderdaad zo is, maar in gevoelens. Als ze spreekt snijdt ze een ander onderwerp aan. 'Dat is trouwens niet het enige. Omdat we nu een zijn, delen we nu ook bloed. Dit betekent dat je nu niet meer het korte mensenleven zal leiden, maar een volledig drakenleven, met mij als jouw soulmate. Je zal dus veel langer leven dan je oorspronkelijk verwachtte.'
Dan denk ik na. Hoe zit het trouwens met het samensmelten? Kunnen wij dat nu ook net zoals de vrouw die we achter hebben gelaten?
De draak laat haar muzikale stem door mijn geest galmen. 'Dat zal tijd kosten. Maar je kan wel al een eerste gevoel krijgen van mijn lichaam.'
Ik weet niet wat ze doet, maar ineens voel ik het drakenlichaam als mijn eigen lichaam. Ik zie door haar ogen, voel haar spieren alsof ze van mij zijn en voel de wind onder mijn vleugels. Paniek neemt het over van me. We zijn nog steeds in de lucht, waardoor de paniek alleen maar de situatie benauwder maakt. Kenasena spreekt weer in mijn geest. 'Rustig. Geen stres. Laat mijn gevoel je leiden.'
Een vreemd gevoel vult me. Mijn hartslag vertraagt, mijn geest kalmeert en het enige wat ik nog voel is het vliegen. Het vreemde gevoel trekt langzaam weer weg, maar het gevoel van het vliegen niet. op de instructies van Kenasena zet ik de landing weer in, vlak bij de vrouw en haar draak.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top