Achtendertig

Thor komt naast me liggen.
Ik voel hoe onze lichamen elkaar raken.
Een hele tijd zeggen we niks.
We staren allebei naar de lucht en denken na.
Ik neem aan dat Thor over andere dingen nadenkt dan ik aangezien ik onbewust over hem aan het nadenken ben.
Ik vraag me echt af wat er in vredesnaam met me aan de hand is.
Ik ben nooit zo'n watje, zo'n mietje, zo'n idioot.
En toch lig ik hier, op het gras, samen met een jongen.
Het leven is raar.
Heel raar.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top