Deel 5
Ik heb nog niet eerder iemand de waarheid vertelt over mijn geboorte. De waarheid is dat ik geen idee heb wat er wel, wat er niet en wat er misschien gebeurd is.
Ik heb mijn geboorte niet zelf meegemaakt en ook geen herinneringen hier aan.
Zoals meeste babies.
Dat is normaal. Maar ik hoor zoveel verschillende verhalen van mijn moeder dat ik zelf twijfel wat waar is en wat niet. En ergens knaagt er iets aan mij dat zegt dat ze nooit de waarheid heeft vertelt.
'Mijn moeder was zwanger met mijn zus,' Zeg ik en dit is de waarheid.
De kapitein's donkere wenkbrauwen fronsen.'Dat meisje dat voor je smeekte? Die knappe met die mooie oogjes?'
Ik voel wat gal omhoog komen, maar knik instemmend. 'Zij ja.' Natuurlijk had Blackburn haar ook knap gevonden.
'Ze werd geboren, ik kwam er achter aan en eigenlijk was ik een verassing.' Ook dat klopt gek genoeg volgens de verhalen van mijn moeder.
De kapitein snuift. ' Dat is toch niet mogelijk? Welke dokter heeft je moeder onderzocht dan?' Dat is dus deel 1 van de honderd dingen die ze heeft weggelaten.
'Geen idee,' Dat is waar. Het enige wat ik weet is dat ze overleden is aan een hartstilstand toen ik haar aankeek met mijn ogen. Toevallig wel de enige die dat ooit heeft gedaan, andere wolven zijn ongedeerd gebleven hoe hard ik bij sommige (Eria) mijn best deed. ' Mama heeft nooit een naam gezegd.'
'Waar is je moeder?' Woede raast heel kort door mijn lijf. Hij weet niet eens dat zijn mannen haar gedood hebben.
'Op de brandstapel, kapitein. Samen met alle andere onschuldige vrouwen die niet als slaaf konden worden gebruikt.' Zeg ik droog, met ingehouden woede.
Hij zucht, maar niet uit spijt. Eerder uit verveling en ergenis. 'Dus niemand kan dit verhaal bevestigen?'
'Ik ben bang van niet,' Ik buig mijn hoofd zodat hij mijn krullende lippen slechter ziet.
'Ga naar het stuk waarin je me vertelt hoe je ogen zo zijn.' Hij slaat zijn armen over elkaar, mijn ketting tussen zijn handen geklemd. Ik kan wel rennen maar hij is sterker en sneller. Het enige voordeel dat ik zou hebben is dat ik het hier een ken.
'Ik kwam ter wereld, maar ik was meteen zwak,' ook Dat is waar. Ze dachten dat ik dood zou gaan en zou overlijden.
'Zoals meeste vrouwelijke omega's,' zegt hij met een irritante grijns die ik wel weg kan meppen.
'Ik huilde drie tellen. Toen viel ik stil in de armen van mijn moeder. Zij schrok en begon te schreeuwen. Ze hebben alles geprobeerd maar ik kon niet gered worden.'
'Toch ben je hier,' Hij klinkt onder de indruk.
'Moeder bad. Moeder smeekte. En ik opende mijn ogen weer. Alleen waren ze niet bruin zoals die van haar, maar rood en zwart.' Ook dat klopt. Alleen ik heb altijd het gevoel gehad dat er iets is wat mama niet heeft gezegd.
'Was het een eclips? Wat was de maanstand?' Hij denkt meteen aan de maanstand. Alsof de maangodin dit heeft bepaald.
Het was precies de stand als vanavond. 'Wassende halve maan. Niks bijzonders.' Behalve dat het mij nog steeds verzwakt.
'Gaat u me nu vertellen over uw leven, kapitein Blackburn? Hoe komt zo'n jonge man in het leger van de koning?'
Ik zie diepe rimpels in zijn hoofd ontstaan door mijn vraag. 'Door offers te maken. Ik bracht je hier voor jouw verhaal niet het mijne.'
'Heeft u ooit spijt gehad? Op nachten zoals vandaag. Als u alle doden ziet?' Het is een nutteloze vraag.
Blackburn grijnst langzaam.
'Nee, brutale slavin. Ik heb geen spijt van de mannen, vrouwen of kinderen die ik doodt. Ik doe dit uit naam voor mijn koning en ik dien hem met plezier.'
Hij grijpt me dan beet en tilt me over zijn schouders alsof ik niks weeg.
'Ik kan prima zelf lopen!' Gil ik, angstig.
'Niet als ik je hard op de koude vieze grond hebt gepakt. Je blijft hangen, omega.' Hij Grauwt het in mijn oor en ik moet toegeven dat dat inderdaad realtisicher zou zijn.
'Je doet maar alsof je pijn hebt en je schaamt. Anders ben ik genoodzaakt iets te doen wat we beiden niet willen zodat mijn soldaten mij alsnog geloven zonder twijfel.'
Hij wrijft aarde uit op mijn gezicht en trekt mijn elastiekje uit mijn haar.
Hij drukt me tegen zich aan, en snuift mijn geur op. ik tril. Hij pakt me beet bij mijn nek en geeft me een bezitterig lange lik.
'Ik ruik je onschuld,' Ik voel mezelf trillen en kijk weg Voor het eerst. Hij pakt mijn kin beet.
'Je maakt iemand heel gelukkig binnenkort, omega. Ik merk aan je dat je een vechtertje bent, maar sommige wolven willen hun slavinnen zo.'
De meeste soldaten slapen als we terug komen. Alleen de donkere soldaat is nog op samen met twee onbekende mannen. 'Kapitein, u bent terug!' Hij klinkt zo opgelucht. Hij spot mij dan, hangend over de schouders van zijn bevelhebber.
Een van de andere mannen stapt naar voren. Ik zie een groot litteken bij zijn wang zitten. Hij grijnst naar me
'Mooi, nu ze is ingewerkt, wil ik ook wel eventjes spelen met die kleine duivelse omega..'
'Deze is wild,' waarschuwt Blackburn met geklemde kaken.
'Dat vind ik alleen maar leuk. Ik hou wel van een goede worsteling.' Blackburn houdt me beschermend weg van hem, als een speeltje waaraan hij is gehecht geraakt.
'Ze moet rusten. Geen seksuele activiteiten voor haar in de komende 48 uur.' Zegt hij streng. Ik doe net alsof ik mijn tong heb verloren en speel het slachtoffer.
'Je hebt haar dan aardig te grazen genomen, hm kapitein? Hoe was de kleine omega? Was ze bang?' Waarom wil hij dat weten?
Ik verwacht dat Blackburn vol trots een verhaal verzint waarin hij me belachelijk maakt. ' Ze heeft dapper zichzelf verzet maar ik won. Dat is alles wat ik wil zeggen. Ik ga nu naar bed.' Hij zet me zacht neer op de grond en geeft me een laatste blik voor hij naar zijn tent loopt.
'Breng haar naar de vrouwenkant. En als ik merk dat iemand haar aanraakt, mag je alvast jezelf voorbereiden op straf,' Blackburn doet de flap van de tent omhoog.
'Een amputatie voor zo'n lelijke omega? Die hoer zou blij moeten zijn dat ze nuttig is voor ons.'
'Iedereen die haar aanraakt, of een van de andere vrouwen op een ongepaste manier, krijgt een deserteur vinkje bij zijn naam. De koning is niet dol op deserteurs.' Nee. Die schiet hij dood.
Met tegenzin neemt iemand me mee richting de vrouwenkant waar ik word vastgezet. Het is nog geen ochtend zoals Blackburn beweerde maar het scheelt niet veel.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top