Hoofdstuk 2
Onmogelijk is een woord dat je alleen tegenkomt in het woordenboek van idioten. - Napoleon
Melis stond samen met honderden andere kinderen (waaronder Allys, die naast haar stond) in een groot gebouw. Nadat de leider van het indelen een lang en ongelofelijk saaie toespraak had gehouden, waren er vijf kinderen naar voren geroepen. Er waren vijf testruimtes waarin getest werd welke gave je had. Wat er in de testruimtes bevond, wist geen van de kinderen die aan het wachten waren. Alleen de oudere kinderen en volwassenen, die de test al hadden gedaan, wisten het. Het probleem was dat niemand er ooit maar met een woord over sprak. De kinderen die geroepen werden kwamen niet weer opnieuw uit de testruimtes, dus er moest wel een uitgang aan de andere kant zijn.
'Martha, Elize, James, Johan en Allys!' riep iemand om. Melis keek verschikt naar Allys en wenste dat ze net zo vastberaden was als haar vriendin, die met op elkaar geklemde kiezen één van de testruimtes inliep.
Steeds meer kinderen verdwenen uit de grote zaal, en toen kwam het. Dat ene woord, die ene naam, waar Melis de hele tijd op wachtte.
'... en Melis!' Met knikkende knieën liep Melis naar een testruimte. Ze beet op haar lip en herhaalde steeds die ene zin in haar hoofd: het heeft geen zin om bang te zijn. Toen ze de deur van een testruimte opendeed, stopte haar knieën met knikken. Ze was niet meer bang; wat er gebeurde, moest gebeuren en dus gebeurde het.
Maar dit had ze niet verwacht. Ze kwam in een kamer vol met wapens. Pijl en boog, geweren, kanonnen. De kamer zelf was best donker, en ze kon alleen de omtrek van de wapens zien. Terwijl haar ogen aan het duister wenden keek ze om zich heen. Ze was alleen in de kamer, en toch had ze het gevoel bespied te worden. Net toen ze op de grond wou gaan zitten voelde ze een stekende pijn in haar arm. Ze keek en tot haar ontzetting stak er een grote donkere pijl in haar arm. Rode veren sierden de zijkanten en het hout was versiert met inkepingen. Angstig keek ze om zich heen naar haar aanvaller, maar het enige wat ze zag was dat de pijl en boog verdwenen waren.
Ik moet die pijl uit mijn arm krijgen. Schoot het door haar hoofd. Ze concentreerde zich op de pijl en klemde haar hand er omheen. biddend dat de pijl geen weerhaken had trok ze hem uit haar arm. Ze schreeuwde het uit van de pijn. Ze zag een schaduw in de hoek bewegen, maar waarschijnlijk waren het maar de vlekken voor haar ogen. Haar knieën begaven het en ze zakte in elkaar op de vloer.
Toen ze weer bij bewustzijn kwam lag ze in een andere kamer. Het was er erg licht en terwijl ze de bonkende pijn in haar arm probeerde te negeren stond ze langzaam op en draaide zich om haar as. De kamer was volledig wit, en leek licht te geven. Er waren geen hoeken of muren en een dichte mist lag om haar heen. Opeens doemde er een schaduw op. Ze slaakte een gesmoorde kreet en struikelde achteruit. De schaduw nam vorm aan en langzamerhand zag Melis dat het een man was. Hij had donker haar en donkere ogen.
Hij keek haar aan en leek aan iets bepaalden te denken.
Waar denk je aan? Vroeg Melis in stilte. Ze kreeg geen antwoord. Natuurlijk niet. Waar sloeg dit op? Angst kneep haar hart samen en terwijl ze probeerde de gedachten van de man te doorgronden werd ze weer duizelig. Ligt waarschijnlijk aan de wond. Voordat ze weer het bewustzijn verloor zag ze een schaduw achter de man opdoemen. Rode ogen kwamen steeds dichterbij en toen werd het zwart.
Toen ze eindelijk weer bij bewustzijn kwam kreeg ze haar ogen niet open. Wat ze ook probeerde, ze kreeg haar ogen niet open. Alles om haar heen was zwart. Paniek nam bezit van haar en terwijl ze met haar handen probeerde haar oogleden open te trekken voelde ze een ijzige kou om haar heen.
Stierf ze?
Opeens kreeg ze haar ogen weer open. De kou was verdwenen en ze kon alles weer zien. Voor haar stond een mooie eikenhouten deur. De klink zag er uit als een slang die zich om een tak wond. toen ze hem naar beneden duwde beeldde ze zich in dat hij siste.
De kamer erachter leek een grot. In het midden lag een grote vijver. Hij leek een zilver licht uit te stralen. Geen enkel golfje speelde op het watervlak. Toen Melis dichterbij kwam had ze het idee dat ze in een spiegel keek. Alleen dat ze zichzelf niet zag. Het oppervlak zou de rots en haar gezicht moeten reflecteren, maar dat deed hij niet. Ze ging zitten. Ze wist niet welk deel van haar lichaam dat besloot, maar het was alsof een hogere macht haar in bezit nam.
Terwijl ze onophoudelijk naar de vijver bleef kijken bedacht ze dat dit een test was. Het eerste was een test voor de Melis' geweest. Maar aangezien ze wel dergelijk verwond werd was ze geen van hen. De tweede test was voor de Farox, maar ze had niet kunnen zien wat de man dacht. Dus ze was ook geen Farox. Toen ze haar ogen niet open kreeg had ze als Fryk iets moeten zien, maar dat had ze ook niet gedaan.
Dus moest ze een Maya zijn. Een waarzegster. Maar als dat het geval zou zijn, had ze toch zeker iets in de vijver meoten zien? Tenzij...
Nee. Dat was onmogelijk.
Snel zette ze de gedachte opzij en staarde ze aangespand in het roerloze water.
Kom op, kom op, kom op!
Toen ze net als een hoopje niets in elkaar wou zakken zag ze het. Een duistere schaduw die zich spiegelde in het water. de schaduw kreeg vorm, de vorm van een hoofd en vleugels. Vleugels met klauwen, gloeiend rode ogen...
Opeens brak het wezen door het water. Het brak als een spiegel en duizende scherven vlogen alle kanten op. scheuren braken door het water, en de zee kleurde zich rood.
Maar Melis had voor al dat geen intresse. In een mengeling van angst en faszinatie staarde ze het wezen met open mond aan. Het was een engel - als engelen zwarte vleermuisvleugels met scheuren hebben -, of...
Dat was onmogelijk. Dat kon niet.
Maar het was toch ook o zo onmogelijk dat ze geen van de vier gaves had?
Wat is er dan zo onmogelijk? Ideeen? Ik weet het, jullie?
Vote en comment!
xxx, Fauna (En Flora maar zij heeft dit dikgedrukte niet geschreven)
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top