Hoofdstuk 2
POV Thijs
Ik heb al dagen niks meer gezegd. Mijn gezichtsuitdrukking was genoeg om duidelijk te maken wat ik bedoelde. Mijn moeder denkt dat ik ziek ben, dus ik hoef niet naar school. Ik ben een soort van ziek, ziek van deze hele gebeurtenis. Anne-Lore weg, Annebell verdrietig, ik een supermachtige tovenaar, het wordt me gewoon wat teveel. Dus zeg ik maar niks meer. Er zijn geen woorden voor nodig, voor mijn gevoel. Ik prik met mijn vinger in mijn boterham. "Schat, eet het even op. Als je ziek bent is het goed voor je om genoeg te eten." Mijn moeder kijkt me streng aan. Ik stop een hal in mijn mond en kauw. Mijn moeder zucht. "Morgen komt er weer een dokter, doe dus gewoon je deur van het slot, ga niet op het toilet zitten en doe normaal alsjeblieft. Hij komt alleen maar even kijken hoe het met je gaat." O ja, dokter. Mam heeft er al een heleboel laten komen, maar geen enkele heeft iets anders kunnen zeggen dan dat ze me naar een psychiater moet sturen. Ze geeft het gewoon niet op. Psychiaters zullen me waarschijnlijk ook niet kunnen helpen. Dit probleem ligt aan mij, het is niet te helpen met testjes, dokters, rare vragen of iets anders. Ik ben gewoon dichtgeklapt.
POV Anne-Lore
Hoeveel dingen ben ik al tegengekomen waarvan ik wist wat het was? En nog weet ik niks over mezelf? Ik loop al een week door het bos. Ongeveer dan. Acht dagen en zeven nachten. Ik zie nog steeds geen uitgang. Opeens verschijnt er een huisje in het bos. Ik loop er voorzichtig naartoe. Het is een klein, schattig huisje van hout. Nog meer woorden die ik ken, waar blijft de informatie over mezelf? Ik klop aan. "Wie is daar?" vraagt een oude stem. Ik denk na. Wie is daar, goede vraag. "Kunt u me misschien vertellen waar het einde van het bos is?" Ik kan praten. Ik ben verbaasd. Hoeveel dingen kan ik? Waarom weet ik dan niet wie ik ben? Ik zucht zachtjes. Ik hoor gemorrel van een sleutel in een slot steken. De deur gaat op een kier. Een oude mevrouw kijkt door de kier naar buiten. Ik schat haar zo'n tachtig jaar oud. "Wie ben jij?" vraagt ze zachtjes. Ik kijk beschaamd naar de grond. "I-ik weet het niet meer. Mijn naam is..." Is het slim om te vertellen wie ik ben? De oude vrouw doet de deur open. "Kom binnen." Ik stap voorzichtig naar binnen. De oude vrouw lacht. "Vertrouw je het niet? Kom, ik zet wel wat thee. En misschien kan ik je helpen." Ik loop de gang uit en kom uit in een kamer met een bank, twee stoelen en een bijzettafeltje. "Ga maar zitten, dan pak ik de thee." Het oude mevrouwtje loopt de kamer uit. Opeens worden alle meubels van goud, bezet met allerlei edelstenen. Ik schrik op. Magie? Weer een woord, die ik... Ik bedenk me iets. Dat woord past bij me, maar waarom? Ik kijk naar de gouden bank. Bijna jammer op op te zitten, maar een bank is om op te zitten, dus ik ga zitten. De bank voelt verrassend zacht aan. Ik ga nadenken. Magie... Het is alsof ik een vliegje probeer te pakken, die schieten ook altijd weg als je ze pakken wilt. Deze gedachte wil ook niet echt meewerken. Het oude dametje komt weer terug. Ze gaat naast me zitten, geeft me mijn gouden kopje thee en staart me aan. Ik heb iets te maken met magie, maar wat? Ik neem een slokje van de thee. Het smaakt naar vies, naar warm water. "Vind je de thee lekker?" Moet ik eerlijk zijn? Ik zet het kopje op het bijzettafeltje. "Nee, eerlijk gezegd niet. Ik kan hierover gaan liegen, maar daar help ik u niet echt verder mee." zeg ik. De oude dame knikt. "Je hebt de tests doorstaan. Je bent nergens aangekomen, bent gewoon op de bank gaan zitten en je bent eerlijk geweest over de thee. Nu ga ik jou helpen." Ze kijkt me een paar seconden aan. "Je bent je geheugen verloren, maar het zit nog tussen je oren." Ze giechelt als een klein meisje. "Ik rijmde. Ahum." Ze schraapt haar keel een paar keer. "Het bos is hierachter ten einde, maar dat zag je niet. Gezichtsbedrog. Als het goed is zie je daar een pad. Dat pad leidt naar een stad, waar een vriendin van me woont. Zij kan je verder helpen met je zoektocht. Zeg gewoon mijn naam, Illusia. Dan zal ze gehoor geven aan je geroep. Ze woont in een toren." Mijn zoektocht? Hm, de oude dame zal vast niet weten waar ik precies mee zit. Nouja, ze weet iemand die me verder helpen kan. Het is eigenlijk heel raar, al die gebeurtenissen in dit kleine huisje. Bijna eng. Ik bedank haar en loop de deur uit. "Laat me je nog een tip geven." Ik draai me naar het oude vrouwtje om. "Loop nooit van het pad af, hoe aanlokkelijk het er ook uitziet. Blijf het pad dat je ziet volgen, ook al zie je veel betere en mooiere paden." Nog vreemder, ik begin het gewoon eng te vinden. Ik bedank haar voor de tip en ga weer op pad, op weg naar iemand die me misschien helpen kan met mijn geheugenverlies. Het blijft eng.
POV Annebell
Het is alweer de volgende ochtend op school. Over ongeveer twee weken is het zomervakantie, maar Anne-Lore zal blijven zitten. Mijn ogen beginnen te tranen. Dan zijn wij derdeklassers, en moet zij de tweede overnieuw doen. Gelukkig hebben we vandaag de laatste toets en heb ik een ideetje. Toen ik de toets afhad leverde ik hem bij mevrouw Klingel in. "Mevrouw?" vraag ik op fluistertoon. "Hm?" "Ik had even met Anne-Lore gesproken gisteravond. Ze heeft pfeiffer, u weet wel, een vermoeidheidsziekte. Ze wilde het liefst deze toets niet missen natuurlijk, maar haar moeder vond het niet goed als ze het vandaag gewoon maken ging. Ze vroeg of ik wilde vragen of het goed was dat ze hem vrijdag inhaalde." Vandaag is het woensdag en vrijdagmiddag is het laatste moment dat je je toetsen in kunt halen. "Ik vind het oké. Wens haar beterschap van mij, goed?" Ik knik. "Dat zal ze fijn vinden." Ik ga weer zitten en zucht opgelucht. Zachtjes natuurlijk, anders hoorde mevrouw Klingel het. Deel een van mijn plan is geslaagd, nu deel twee en drie nog.
POV Lisa
Na school ging ik met Tom mee. Hij wilde me iets laten zien. Ik moet aan mijn broer denken. Gisteravond zei hij dat ik naar hem toe moest komen met de waarheid, maar ik ben niet gegaan. Ik probeer het zo veel mogelijk te vermijden, maar er komt een moment dat hij aan de bel trekken gaat. Dan moet ik alles opbiechten, want liegen kan ik niet. Niet tegen hem. Dus ga ik vandaag met Tom mee. "Waar woon je dan?" vraag ik. "We zijn er bijna Lisa. Nog even tien minuten doorfietsen." Ik zucht. Tien minuten, klinkt als tien uren. "Lisa." Tom kijkt me boos aan. "Wat?" "Doe normaal. Je bent superchagrijnig. Wat is er mis met jullie?" Ik haal mijn schouders op. "Volgens mij is er een heleboel mis met jullie. Jij bent de hele tijd chagrijnig, Thijs zegt geen woord meer, Daan slaapt wanneer het maar kan en Annebell eet niet meer. En dat allemaal omdat Anne-Lore is verdwenen. Kijk naar mij! Ik zoek tenminste naar aanwijzingen over haar." "Ja, en daardoor haal je al een week zessen in plaats van negens en tienen voor je werkstukken." bits ik terug. Tom rolt met zijn ogen. "Oké, we hebben allemaal een dingetje waar verbetering in komen moet. Maar alsnog ben ik de enige die research doet naar Anne-Lore. Jullie zitten gewoon te treuren, ieder op zijn of haar eigen manier." Boos ga ik voor hem uit fietsen. "Lisa! Wacht!" Hijgend haalt Tom me in. "Zo bedoelde ik het niet. Ik bedoelde meer te zeggen dat jullie misschien ook iets doen kunnen. Anders doe ik alles." Ik denk erover na. Ja, misschien kan ik ook iets doen. Annebell helpen met haar geniale plan, die ze me in de tweede pauze vertelde. Tom helpen met zijn researtsj, of hoe hij dat ook noemde. Een kleine glimlach kwam tevoorschijn, na negen dagen is er weer een glimlach op mijn lippen.
-*-
Hoofdstuk 2! Het is eindelijk zomervakantie, dus ik denk dat er vaker hoofdstukken gepost worden door mij, maar in de laatste drie weken heb ik hele veel te doen, dus dan weet ik niet of me dat lukken gaat. Ik probeer echt mijn best ervoor te doen! Maar het kan soms raar uitkomen. Sorry als jullie te lang wachten moeten, maar dan weet je in ieder geval waar het aan liggen kan. Aan mijn prachtige planning!!😂😂
Veel leesplezier verder!
xoxo_writer_xoxo
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top