Hoofdstuk 13 ~ Ontsnapping
'Teske!' hoor ik Eleonora geschrokken roepen.
Ik til mijn hoofd nog iets verder op en zie tot mijn opluchting Eleonora in de deuroping staan. Het wezen heeft zich met een ruk omgedraaid.
'Jij! Menselijk monster!' gromt het wezen naar haar.
'Mij maak je niet meer bang! Laat Teske gaan als u blieft?,' smeekt ze.
'Waarom zou ik?,' vraagt het wezen grommend.
'Omdat ik u anders bang maak,' zegt ze en ik zie haar mondhoeken omhoog krullen.
'Je kan me niet bang maken,' gromt het wezen weer terug naar haar.
'Oja? Weet u dat heel zeker?,' vraagt ze nu met een grijns. Een grijns die haar zeker maakt met wat ze zegt en doet.
'Dat weet ik heel zeker ja,' antwoordt het wezen.
'Prima, ik heb u gewaarschuwd!' roept ze naar het wezdn. In een snelle handgebaard tivert ze een telefoon te voorschijn en zet de lamp ervan aan. Ze richt de lamp op het wezen en zet een stap naar voren.
Het wezen piept van de felle lamp en deinst er voor achteruit. 'Zet het uit! Zet het uit!'
Eleonora loopt naar mij toe en houdt de lamp op het wezen gericht. Zo weet ze het wezen op afstand te houden. 'Hou de telefoon vast Teske, dan maak ik je los,' beveelt ze me.
'Is dit jouw telefoon, El?,' vraag ik aan haar, maar neem de telefoon van haar over. Althans ze duwt hem in mijn rechterhand. Ze negeert mijn vraag.
Eleonora loopt om me heen en begint als eerst mijn linkerenkel los te maken, daarna volgen mijn polsen en mijn rechterenkel. Zodra ik los ben ga ik overeind zitten en stap van het voorwerp af. 'Kom snel mee Teske, ik had nog meer mensen gevonden,' zegt ze en trekt me met zich mee.
Terwijl we ons naar de deur haasten hou ik de lamp op het wezen gericht. Het blijft er piepend staan en probeert het licht voor zijn ogen te verbergen. Al snel bereiken we de gamg en draai ik mijn arm tegn mijn rug.
'Tess, mag ik mijn telefoon terug?,' vraagt ze aan me.
'Tuurlijk, dus het is jouw telefoon,' antwoord ik. Ze knikt op mijn opmerking.
We lopen haastig door de gang. Ik zie plots iets glimmen als Eleonora omdraait om te checken of het wezen ons niet achtervolgt. Dankzij het licht zie ik meteen dat het een spiegel is.
'El, dat is de spiegel waardoor we hier terecht zijn gekomen,' fluister ik naar haar.
Ze draait zich weer om en ziet de spiegel ook hangen. 'Top, als we alle mensen hebben gevonden dan gan we meteen weg hier,' fluistert ze terug.
'Waar zijn die mensen eigenlijk?'
Ze stopt met lopen en loopt naar een deur. 'Hier,' fluistert ze. Ze opent ern klaslokaal, waarna ze hem open duwt. Meteen kijken zeven mensen angstig op, waaronder Sieger en het neefje van Jackson: Mats Willems. Er klinkt gegrom door de gang en snel stappen we het lokaal binnen. Eleonora sluit vluchtig stilletjes de deur achter ons.
'Sieger,' fluister ik opgelucht. Het liefst had ik het uit willen roepen, maar dat is momenteel niet gepast op dit moment.
'Teske,' fluistert hij opgelucht terug.
Ik loop naar hem toe en geef hem een stevige knuffel. Hij omarmt me en houdt me tegen zich aan gedrukt.
Na de knuffel kijk ik naar de andere zes mebsen. Ik herken de wiskunde en engels docent. De rest ken ik niet, behalve Mats Willems.
'Nu we iedereen huer hebben kunnen we misschien maar beter naar de poort gaan,' stelt Eleonora voor.
'Prima plan,' stemt Sieger in. De andere mensen blijven angstig stil en knikken maar als antwoord.
Sieger staat op en volgt me mee naar de deur. De andere mensen volgen zijn voorbeeld, maar wel moeziaam. Ze lijken wel in shock.
'Weten jullie dan waar de poort is?,' vraagt Sieger fluisterend aan ons.
'Ja, we zijn er net nog langs gelopen. Het bevindt zich hier op deze verdieping in deze gang,' antwoord Eleonora zijn vraag. Hij zwarte ovale bril staat laag op haar neusbrug, maar duwt ze de bril op de juiste positie waar die hoort te zitten.
'Volg ons maar,' zeg ik tegen de andere mensen en Sieger. 'Maar houd je stil.'
Eleonora opent de deur en duwt hem open. We lopen in een lange rij de lokaal uit met Eleonora voor op. 'Tess, ga achterop lopen,' fluistert ze me bevelend.
'Kom voor elkaar,' zeg ik en stop met lopen. Zodra de laatste persoon bij voorbij is gelopen sluit ik de rij weer aan. Ik kijk even achterom, maar zie niks.
We komen al snel aan bij de spiegel. Het liefst was ik naar voren gelopen, maar ik blijf waar ik sta. Al deze mensen zullen als eerst door de poort moeten. De reis al snel minder lang en algauw sta ik er alleen nog maar met Eleonora.
'Tess, ga jij maar voor mij,' fluistert ze.
'Wat! Nee, jij gaat als eerst,' roep ik net iets te luidt. Meteen klinkt er gegrom door de gang.
'Tess, alsjeblieft. Ga, ik red me wel,' smeekt ze om me gerust te stellen.
'Nee, jij gaat eerst. Ik red me ook,' zeg ik tegen haar en kijk haar met tranen in mijn ogen aan.
'Ga! Als ik er na twee minuten nog niet ben, sloop dan de spiegel. De spiegel moet stuk,' roept ze overtuigend tegen me. Ik hoor angst en verdriet in haar stem, maar ze laat het me niet zien. 'Ga nu!'
Met tegenzin luister ik toch maar na haar en kijk in de spiegel. ' je bent een dappere nobel vriendin, als ik je niet meer zie: ik denk aan je,' zeg ik tegen haar, met mijn ogen gesloten. Dan open ik mijn ogen en word ik door een onbekende kracht de spiegel ingezogen. In een mum van tijd sta ik in de donkere gang van onze eigen wereld. De rest staat hier ook.
'Sloop de spiegel! Sloop de spiegel!' Hoor ik de stem van Eleonora door de spiegel roepen.
Ik blijf stokstijf staan. 'Dat- dat kan ik niet. Dan zit Eleonora voorgoed daar vast,' stamel ik, maar ik hoef het al niet meer te doen. De andere doen, behalve Sieger. Ik sta verstijfd met mijn rug naar de zonet stuk gemaakte spiegel. Dan barst ik in tranen uit en laat me huilend op de grond zakken.
'Tess, gaat het?,' hoor ik niet veel later de bekende stem van Eleonora vragen. Ik kijk op en kijk met verbaasde grote ogen naar haar.
'Omg! El, je bent hier en niet daar!' roep ik vrolijk met betraande ogen uit.
'Euh... ja. Het scheelde niet veel of ik zat daar wel vast. Ik wist er toch nog in te kijken, voordat het wezen me aanraakte,' legt ze uit met opluchting in haar stem.
'Iedereen naar buiten. We moeten weg,' zegt een docent. En dat doen we.
Dagen later lopen we weer door het schoolgebouw. Iedereen moet zijn mond houden erover. Alsof het allemaal nooit gebeurd is. En ik? Ik ben gelukkig, samen met Sieger en Eleonora is onze vriendschap nog hechter dan ooit. Wij laten elkaar niet vallen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top