The king and Knights
/Xavier p.o.v/
Het gekletter van de paarden hoeven is hetgene dat me alert houdt. We zijn nu al zeker een halve dag onderweg, al hebben we ook een kleine stop gemaakt. Die bloedzuigers wonen toch verderweg dan ik had gedacht. Maar in de verte zie ik al vaag de contouren van het paleis, het is niet te missen. Het is het op één na grootste paleis in het land, dat van de Montegues is het grootst. "Maak je maar klaar om kennis te maken met je vader prinsesje, je gaat mijn roedel zo erg helpen," fluister ik in Lucy haar oor. Nog steeds is ze bewusteloos en dat zal ze ook nog zeker een halve dag blijven. Ik heb immers een sterk slaapmiddel uitgekozen. In mijn kleine pauze ben ik heel wat te weten gekomen over dit meisje, soms zijn boeken toch nog ergens goed voor. Ze is vervloekt, en er is maar één vloek die zo sterk is om iemands ware aard te kunnen onderdrukken, een vloek die alleen jagers kennen. En die vloek kan alleen maar op één manier verbroken worden, al zal ik die vampiers er niet alles over vertellen. Ik houd er wel van om spelletjes met ze te spelen. Zo rond de middag komen we aan op het paleis en ik zie de wachters al staan. Ja, vampiers kunnen tegen het zonlicht, en nee, ze glitteren niet. Het licht irriteert hun huid alleen maar een beetje. Wat ze wel echt haten is vuur. En gewone vampiers komen ook liever niet in de buurt van houten staken, heel logisch, ik houd ook niet van zilver. Meteen richten de wachters hun speren en zwaarden op me, "Blijf staan," hoor ik er eentje uitroepen. "Wie bent u, en wat komt u hier doen? Wolven zijn hier niet welkom, dat weet u best," zegt een ander. Lichtelijk geïrriteerd kijk ik ze aan, je zou denken dat ze slimmer zouden zijn na al die jaren, niet dus. "Ik moet met de koning spreken, ik heb een aanbod voor hem," zeg ik terwijl ik Lucy vastpak en naar de ketting om haar hals wijs. Meteen buigen ze en lopen ze weer naar hun plek. Mooi, hebben we dat ook weer opgelost. Ik stap van mijn paard af en gooi Lucy over mijn schouder heen waarna ik naar de enorme deur loop en erop klop. "Wie is daar?" hoor ik een bediende zeggen. "Xavier Redwood, ik heb een aanbod voor de koning," zeg ik weer en de deur gaat een stukje open. De oudere man neemt me in zich op en als hij doorheeft dat ik geen gevaar ben, laat hij me binnen. "Goed, breng me naar de koning, nu meteen. Ik moet hem spreken," zeg ik commanderend. De man lijkt even niet te weten wat hij moet zeggen, maar dan schudt hij zijn hoofd. "Het spijt me Heer, maar dat gaat niet. Zijne hoogheid is bezig met een belangrijke raadsvergadering," zegt hij vastbesloten. Nu ben ik helemaal geïrriteerd. "Denk je dat mij dat wat boeit oude man, ik wil hem spreken, en dat doe ik wanneer ik dat wil," sis ik tegen hem. "Maar Heer, zijne hoogheid zal u wat aandoen. Hij is niet gediend van bezoekers die niet naar zijn bevelen luisteren,". Kwaad grom ik naar de man waarna ik hem aan de kant duw. "Dan zoek ik het zelf wel," zeg ik terwijl ik verder het paleis inloop en de eerste de beste bediende met mijn vrije hand bij haar nek vastpak. "Wijs me de weg naar de Raadszaal," sis ik waarna het meisje bang knikt en me de weg wijst. Zonder haar te bedanken loop ik op de deur af en ik gooi hem open. Tientallen kwade ogen kijken me aan, sommige rood, anderen normaal. Een kwaad gesis verspreidt zich door de zaal. "Wat heeft dit te betekenen?!" buldert de stem van de koning door de zaal, en bijna zou ik er door in elkaar gekrompen zijn. Maar ik houd me staande, ik heb het meest kostbare van deze zaal in mijn bezit. "Goedemiddag Heren, weest u zo vriendelijk om weer te gaan zitten. Ik kom u een aanbod doen," zeg ik waarna ik Lucy languit neerleg op de grote tafel in de zaal. Meteen welt het gepraat en gesis weer op. Maar al dat geluid is meteen verdwenen als de koning zijn hand in de lucht steekt als teken dat ze moeten zwijgen. "Je hebt maar beter een heel goed aanbod wolf, anders zal ik je hoofd straks toevoegen aan mijn mooie collectie," hoor ik hem duister zeggen. Grijnzend kijk ik hem aan, "Wel, laat ik dan maar tot mijn punt komen. Ik weet dat u van plan bent een oorlog te starten met de wolven, en mijn roedel zou daar nogal wat last aan ondervinden. Dus daarom wil ik u dit voorstel doen: U belooft mijn roedel te beschermen en met rust te laten in de oorlog en in ruil daarvoor geef ik u uw lang verloren dochter terug, de kroonprinses. Is dat geen goede deal?" zeg ik duivels. Nog voordat de vampiers iets kunnen doen heb ik een dolk uit mijn zak gehaald en die tegen Lucy haar hals aangelegd, "Zitten of ik snijd haar tere halsje zo door," sis ik tegen ze, en het heeft meteen effect. De blik van de koning is ook kostelijk, de gewoonlijke duisternis zit er nog steeds in, maar hij kijkt ook geshockt. Ik, Xavier, heb een vampierkoning uit zijn doen gebracht, geweldig. Een tijdje is het muisstil in de zaal, maar dan volgen de woorden "Goed, we hebben een deal. Jij je bescherming, ik mijn dochter. Maar je moet me nog wel één ding vertellen wolf, waarom klopt het hart van mijn dochter?". Bij die vraag kan ik niks anders doen dan glimlachen, want ik ken het antwoord. "Ze is vervloekt mijn Heer. Jagers hebben haar ware aard diep in haar opgesloten. En er is maar één manier om die vloek te kunnen verbreken. Ten eerste moet ze iemand vermoord hebben, en ik kan u zeggen, dat heeft ze. En ten tweede zal ze het bloed van haar ware liefde moeten drinken, waarna u haar zult moeten doden," antwoord ik simpel. De koning lijkt er even overna te moeten denken, "En wie mag die liefde dan zijn?" vraagt hij kil. Ik haal mijn schouders alleen op, "Ik heb geen idee mijn Heer," lieg ik vlekkeloos. Hij komt er toch nooit achter dat ik de waarheid niet spreek, die gave werkt niet op wolven. "Maar bedankt voor uw medewerking," zeg ik nog snel waarna ik me omdraai en uit de voeten maak voordat hij zich bedenkt. Nog net zie ik hoe de koning Lucy optilt en haar ketting bekijkt. En ergens lijk ik iets van een glimlachje op zijn lippen te zien. Snel stap ik op mijn paard en ik laat het paleis voorgoed achter me. Ik zal de Heian roedel op de hoogte brengen van mijn vorderingen, ik wil Jace zijn gezicht wel zien als hij het te horen krijgt. Hij verdient het. En bovendien heb ik hem alleen maar geholpen, ik had die bloedzuigers ook meteen zijn naam kunnen vertellen. Dan was zijn leven zo over geweest. Want vampiers weten je overal te vinden. En Lucy, Lucy zal haar ware taak nu moeten gaan vervullen. Ze zal alles moeten leren over haar soort. En misschien zal ze ook moeten trouwen, vampiers huwelijken hun kinderen namelijk wel eens vaker uit bij hun geboorte. Bij die gedachte moet ik grinikken. Als Jace dat zou weten zou hij helemaal gek worden. Arm joch. Maar hij heeft nu een groter probleem dan het verliezen van zijn geliefde, er komt een oorlog voor hem aan. Een oorlog die vele levens zal eisen.
Tum tum tum, dat was het laatste hoofdstuk van dit boek. Maar wees niet getreurd, binnenkort zal ik het volgende deel publiceren met de naam Darkness is Coming. Zullen Jace en Lucy ooit nog herenigd worden? Hoe zal Lucy reageren als ze erachter komt waar ze is? Hoe zal de oorlog beginnen? En komt Xavier gewoon weg met zijn laffe daad? Je leest het allemaal in het volgende deel.
Xx Yasmin
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top