Is this love?

/Jace p.o.v/

Het is nu ongeveer vijf minuten na schooltijd en ik sta bij de ingang van het bos te wachten op Lucy. Vanochtend heb ik haar een briefje geschreven. Om de één of andere reden dacht ik dat het een goed idee zou zijn. Dat was voordat ik me bedacht dat er bloedzuigers rond zouden kunnen zwerven in het bos opzoek naar een prooi. Maar ik heb het nou eenmaal afgesproken, dus ik zal haar beschermen mocht er zoiets gebeuren. Ik moet eerlijk zeggen dat ik opgelucht was toen ze ermee instemde, diep van binnen wil ik niet dat ze me vreemd vindt of haat. Diep van binnen wil ik elke seconde van de dag bij haar zijn. Nog nooit heb ik me zo gevoeld in de buurt van een meisje. Ik begin te glimlachen als ik Lucy aan zie komen lopen. Haar bruine lokken dansen in de wind. Een bijna betoverend aanzicht. "Hey, fijn dat je bent gekomen," zeg ik tegen haar. Misschien had ik toch wat anders moeten zeggen, zou ze me nu raar vinden?. Gelukkig lacht ze naar me en begroet ze me ook. "Dus, eehm, je wilde naar het bos gaan?" vraagt ze nieuwsgierig. Lachend knik ik. Ook al weet ik nu wie ze waarschijnlijk is, ik kan haar nog steeds niet haten. Ze is de aardigheid zelfe. Ik gebaar dat ze me moet volgen en we lopen het weggetje in dat naar het hart van het bos leidt. "Kom je hier vaak?" hoor ik haar even later vragen en ik kijk haar aan. "Eigenlijk elke dag wel, het zit hier vol met mooie plekjes en ik woon hier ook, dus tja," antwoord ik terwijl ik mijn best moet doen om haar niet te vertellen over dat ik hier ook op mijn eten jaag of dat we een weerwolvendorp hebben. Voor nu mag ik het nog niet vertellen. Al vraag ik me af hoelang ik er nog over kan zwijgen tegen haar. Ik wil op de een of andere manier niet tegen haar liegen, het voelt alsof ik haar verraad. "Dat lijkt me geweldig...," hoor ik haar zachtjes mompelen. "Helaas hebben mijn ouders me eigenlijk verboden om naar het bos te gaan, de vorige keer waren ze woedend,". Na die woorden gehoord te hebben zwijg ik even. Er moet een reden zijn waarom ze haar niet laten gaan en dat moet haast wel zijn omdat ze weten wat ze is. Normale ouders hadden het wel toegestaan. "Wel, je moet niet naar ze luisteren. Zolang je hier met mij bent, ben je veilig," zeg ik. Haar lippen vormen zich tot een grote glimlach en haar ogen beginnen te twinkelen. "Wie zijn je ouders eigenlijk? Ik heb ze nog nooit echt gezien," zeg ik snel, misschien kan ik zo antwoord krijgen op die vraag. Ik zie haar me even vreemd aankijken maar dan moet ze weer zachtjes lachen. "Nou, je zult ze ook niet vaak zien, ze werken lange dagen," antwoordt ze, "Maar ze heten Claire en Jonathan Grey,". Claire en Jonathan Grey dus, dat moet ik onthouden. "Aah, oké," zeg ik maar. "Ben je nooit eenzaam als ze niet vaak thuis zijn?" Lichtjes schudt ze haar hoofd bij die vraag, "Niet echt, ik heb Jane en mijn hobby's. Al is Jane op dit moment even geen optie meer,". "Hoezo? Is er iets gebeurd tussen jullie? Jullie zijn elkaars beste vriendinnen, onafscheidelijk,". Weer moet ze even lachen, maar dan kijkt ze een beetje bedroefd, "Dat zijn we ook, maar op dit moment hebben we ruzie," mompelt ze zacht. Ik knik en zwijg maar over het onderwerp. Misschien kan ik haar wel meenemen om leuke dingen te doen elke dag. "Kom, nog een klein stukje. We zijn er bijna," zeg ik na een tijdje tegen haar terwijl ik haar begeleid door wat bosjes. En dan zijn we er, mijn favoriete plek in het bos. Het Sterrenmeer. Zo genaamd omdat 's nachts alle sterren in het water te zien zijn. Dan kijk ik naar Lucy en ik word blij van haar blik. Ze kijkt met grote, fonkelende ogen om zich heen. "En, is het mooi?" vraag ik voorzichtig. "H..het is prachtig Jace!" roept ze uit terwijl ze zich neer laat ploffen in het zachte groene gras en mij met zich meetrekt. "Kom, zitten," zegt ze alleen maar en ook ik laat me in het gras neerploffen. "Ik ben blij dat het je bevalt," zeg ik. Een tijdje staar ik haar zonder dat ik het weet aan. Ze is bijna als een engel uit de hemel. Zo'n onschuldig gezichtje heeft ze. En de ondergaande zon zorgt voor een glans op haar haren die lijkt op een aureool. Ze is prachtig. Ik voel me goed als ik in haar buurt ben, het maakt me blij en mijn wolf lijkt het ook prettig te vinden. Ze is als een magneet voor me. Samen zitten we een tijdje zwijgend in het veldje. "Zeg eens Jace, waarom achtervolgde je me zo? En waarom heelde je wond zo snel?" vraagt ze aan me terwijl ze me recht in mijn ogen aankijkt en me even op mijn neus tikt. Een aanraking die aangename, warme schokjes door me heen laat trekken. Nee, dat kan toch niet...., denk ik bij mezelf. "Ik, eehm, ik was gewoon nieuwsgierig naar je omdat jij de enige was die ik kende door de ontmoeting in het bos. Ik ben niet zo goed in het omgaan met mensen. En mijn wond, wel, dat is iets dat in mijn familie zit. Ik vertel je er later nog wel meer over," vertel ik haar met een lief glimlachje en ze lijkt het prima te vinden. Zachtjes pakt ze mijn hand vast en ik voel hoe mijn lichaam erop reageert, alsof er een enorme aantrekkingskracht tussen ons is. En aan haar lichtelijk bevreemde gezicht te zien voelt ze precies hetzelfde. Ik weet wat dit gevoel betekent, maar dat kan niet. "Jace, je bent nogal mysterieus weet je. Maar op de een of andere manier kan ik je niet haten," zegt ze glimlachend. En dat is genoeg om mijn wolf helemaal blij te maken. Dan valt mijn oog op een tekenblok in haar tas en ik buig me over haar heen om het te pakken, "Eens zien, wat hebben we hier," zeg ik terwijl ik het boekje snel open. En ik houd mijn adem even in als ik zie wat ze erin heeft getekend. Vampiers, weerwolven, anders magische wezens en een gezicht dat erg op dat van mij lijkt. Zou ze dan toch onbewust van onze wereld weten. "Hé, geef terug! Dat is niet voor jouw ogen bedoeld," roept ze met een rood hoofd terwijl ze op me afspringt en het boek uit mijn handen probeert te grissen. Net op tijd trek ik het echter weg en ik kijk haar plagend aan, "Als je het terug wilt moet je het komen halen," roep ik terwijl ik snel op sta en van haar weg begin te rennen. En zoals ik had verwacht komt ze ook achter me aan, maar ze is veel sneller dan ik dacht. Weer een teken. Snel maak ik een bochtje en ik ren weer de andere kant uit. "Hé, kom terug!" hoor ik haar half lachend uitroepen. Ik steek mijn tong alleen naar haar uit en ik hol verder. Alleen doordat ik omkijk struikel ik over een uitstekende steen en ik rol op de grond. Lucy valt echter bovenop me omdat ze zo dicht achter me zat. Snel grijpt ze het boek vast en ze kijkt me met een brede grijns aan "Hebbes!". Als wraak draai ik ons om zodat ze onder mij ligt en ik voel die aantrekkingskracht weer. Mijn wolf wilt dat ik haar kus, maar ik houd me met moeite in. "Mate," zeg ik alleen maar en ik zie haar vragend kijken. "Wat zei je?" vraagt ze vol onbegrip. "Ik zei dat je mijn mate bent," antwoord ik terwijl ik voorzichtig van haar afkrabbel. "Wat is een mate?" vraagt ze daarna. Zachtjes zucht ik en ik begin het haar te vertellen. Over mijn familie, over mijn soort, het dorp, de roedels. Maar ik vertel haar ook over het feit dat elke weerwolf een ware liefde heeft rondlopen, zijn of haar mate. Ze neemt het eigenlijk allemaal best wel goed in zich op, iets dat ik niet had verwacht. Ze lijkt er zelfs opgelucht over. "Maar als ik geen weerwolf ben, waarom ben ik dan jouw mate?" is haar enige vraag en daar weet ik eerlijk gezegd niet zo snel wat ik daarop moet antwoorden. Maar dan weet ik het, ik heb het boek over de Medici bij me. Vanochtend heb ik het uit de boekenkast van mijn vader gehaald. Vlug haal ik het boek uit mijn tas en ik geef het aan haar, "Hier, lees dit maar, misschien dat je het dan snapt. Volgens mijn vader ben je één van hen. Maar voor mij blijf je altijd de Lucy die ik ken," zeg ik tegen haar. Ze kijkt me bedenkelijk aan, maar pakt het boek toch aan. "Dus wij zijn mates, best wel cool," zegt ze met een giechel. En ik moet toegeven, het maakt mij ook blij, eindelijk heb ik mijn mate gevonden. Al moet ik wel bedenken hoe ik dit ooit aan mijn roedel ga vertellen. Een weerwolf en een vampier horen immers geen mates te zijn. Maar daar wil ik nu nog niet over nadenken. Ik wil mijn mate beter leren kennen. Ze is van mij.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top