Proloog
Mijn oude school, gesloten. Het duister omringd de school, maar toch omringd de school het duister.
======
Ik trek voorzichtig aan de deurklink van mijn oude school, de rilling van de koude deur dringen tot me binnen. Ik trek de oude zware en koude deur los en meteen maakt de deur een knarsend geluid dat me kippenvel geeft. Ik duw de deur nog iets verder waardoor ik opnieuw kippenvel krijg van het knarsen op de grond. Voorzichtig stap ik naar binnen de verlaten gang in. Met knikkende knieën wil ik weer terug de deur uit lopen.
Ik trek weer aan de koude ijzeren deur, maar er is geen beweging in te krijgen. Ik stap wat naar achter en beuk tegen de deur aan. Mijn conclusie wanneer het niet lukt; ik zit vast. Mijn hoofd geheven loop ik door de kille gang.
Mijn handen trillen van angst. Mijn kleren wapperen in de wind, dat door het vervallen schoolgebouw heen raast. Trillend van de kou loop ik verder. Stap voor stap.
Als ik een paar kluisje zie openstaan kijk ik er voorzichtig in. Als ik het bebloede mes zie liggen deins ik achteruit en begin ik te huilen. 'D-dit kan niet erger' stamel ik uit. Als ik een geluid dichtbij mij hoor, kijk ik abrupt door de donkere gang van mijn oude school.
Ik hoor weer geklepper dit keer van de deur van een ander kluisje. Voorzichtig loop ik er heen, ik kijk net om het hoekje van het kluisje en angst bekruipt me. In het kluisje ligt een stoffig oud schedel. Zijn oogkassen zijn volledig zwart gevuld. Snel duw ik het kluisje weer dicht en loop hulpeloos weer naar mijn enige uitweg. Wat geen uitweg meer is.
Ik zak tegen de deur aan en begin te snikken. Als ik een klein schattig handje op mijn schouder voel schrik ik. Er staat een klein meisje met gescheurde kleren aan voor mij. Ze strekt haar armen uit als teken dat ze opgetild wil worden. Ik til haar voorzichtig op mijn schoot.
Samen blijven ik en het kleine meisje er zitten, tot het meisje wat ritselend hoort en van mijn schoot afkruipt. Ik sta op en loop het meisje achterna. Als ze begint te rennen heb ik geen twijfel, ik ren zo snel als ik kan achter het meisje aan.
Ging ze die deur in? Of deze? De wind raast om me heen en even voel ik wat magisch. Wat al snel weg is als ik razendsnel een schim voorbij zie flitsen. Ik zie het kleine meisje achter de schim aanrennen en ik ren gelijk met haar mee.
Dit is zo raar, net stond ze voor me. Nu in de lucht opgegaan. Ik sta in het koude klaslokaal, de bibber gaat van mijn kleine teen naar mijn grote teen en zo mijn hele lichaam door. Ik loop langzaam door de oude donkere kamer heen. Als ik wat hoor draai ik me om. Het schoolbord bewoog.
Of toch niet? Ik loop langzaam naar het pikzwarte schoolbord en pak voorzichtig een bijna geel krijtje uit het dunne griffeltje. Ik trek strepen op het bord wat langzaam het woord HELP vormt. Ik kijk ernaar en begin te lachen. Als ik me omdraai naar de bureaustoel zit het kleine meisje er, anders gekleed maar ze zit er wel.
Alweer strekt ze 1 klein armpje naar me uit. Ik pak haar op loop een stukje en als ik haar wil neerzetten voel ik een enorme steek in mijn zij. De pijn schiet door mijn hele lijf heen en het meisje begint gemeen te lachen. Verzwakt zak ik neer op de grond.
Er komt een grote schaduw naar me toe gelopen en al levend en al neemt die me mee naar het onderste van het oude school gebouw. De 2 grote handen laten me los.
Hier lig ik dan op een ijskoude vloer, de tranen springen mij in mijn ogen. In de hoop dat iemand mij helpt.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top