Hoofdstuk 16
POV Lily Thomlos
Ik loop van mijn lange werkdag richting mijn eigen huis, ik woon er samen met mijn vriend Sven. Hij is echt een schatje.
'Schat ik ben thuis!' Schreeuw ik naar boven en al bijna gelijk komt Sven van de trap af stampen.
Hij trekt mij in een knuffel en geeft een kusje op mijn voorhoofd. Sven loopt naar de woonkamer en ik ga koffie zetten voor ons beiden.
Ik pak de kopjes koffie uit de kast en zet de kopjes onder het apparaat. Laat de koffie lopen en loop er mee naar de woonkamer en geef het kopje aan Sven terwijl ik naast hem op de bank kruip.
'We kunnen naar jouw ouders op bezoek gaan' hoor ik Sven zeggen, het is waar. Ik heb hun zolang niet gezien. 'Ja is goed' zeg ik en geef hem een zoen op de mond.
Ik sta op en loop naar boven, open de kledingkast en pak een setje kleding, ik had tevens mijn werkkleding nog aan van de DEKA (A/N Wist geen ander) Ik trek het kleding setje aan en pak de schoenen onder uit de kast.
Pak sokken en steek die rond mijn voeten, schoenen steek ik ook aan mijn voeten en ik ben klaar.
Ik sta op en loop naar beneden waar ik Sven ook weer aantref. 'Laten wij gaan.' Ik knik en loop achter Sven aan.
Mijn ouders hebben een groot huis maar ik snap niet waarom ze in een oud school gebouw wonen.
Ik draai de knop van de radio aan en neurie een beetje mee. Als wij na een kwartiertje aankomen op de parkeerplaats van de oude school open ik de deur en stap ik uit.
Ik klap de deur achter mij dicht en loop langzaam naar het hek toe, 'Sven hou mijn hand vast' 'ben je bang?' Ik knik en laat mijn hand in zijn hand glijden.
We stappen allebei naar de ijzeren deuren toe en Sven trekt de deur los, een schrale piep galmt door de gang.
We lopen verder tot ik mijn moeder plotseling in de schoolgang tegen kom. 'Hei lieverd!' En mijn moeder trekt mij in een knuffel, ik hoor dat mijn moeder snikt dus ik weet dat ze aan het huilen is.
Sven staat er bij en opeens in mijn ooghoek zie ik mijn vader ook de hoek om komen. Ik laat mijn moeder los en spring in zijn armen.
We lopen naar boven en zet mijn paraplu, die ik tevens had meegenomen voor het geval dat het ging regenen, in de paraplubak, waar ook anders.
We stappen naar boven en we nemen plaats op een stoel in de woonkamer. Er word gelijk een kopje koffie onder mijn neus gedrukt en ik kijk dankbaar in de ogen van mijn moeder.
Sven gaat naast mij zitten en slaat een arm rond mijn middel, zo zitten we nog wel een tijdje.
Ik buig voor over om mijn nu lege kopje koffie neer te zetten op de salontafel. 'Mam wij moeten maar eens gaan' ik zie dat mijn moeder gelijk met een beteuterd gezicht kijkt.
Sorry mam, ik stap van de stoel, bijna bank, af en loop naar het raam, lekker het regent! 'Ik loop alvast naar de auto!' Ik hoor gemompel en gestommel.
Ik pak mijn paraplu uit de paraplu bak en trek de deurklink naar beneden.
Ik loop naar de trap en loop naar beneden halverwege de trap glij ik uit. De laatste aanraking met de paraplu met mijn vingertoppen zorgt dat de paraplu omdraait. De scherpe paraplu punt boord mijn nek door.
Het bloed gutst langs de scherpe punt en ik voel een hand op mijn schouder, de laatste dingen die ik voel zijn vreselijke dingen, maar ik hoor ook iets geschreeuw, getrek en ik rol met grote snelheid van de trap af.
Onderaan de trap beweeg ik enkel nog maar mijn vinger, die al snel stopt met bewegen en overgaat naar stil liggen, en in het zwarte gat van de dood grijpen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top