9.2 Houten Huisje

Toen het al begon te schemeren liepen Lily en Allawin nog steeds door het bos.

'Hopelijk kunnen we een slaapplaats vinden. Hier sluipen 's nachts vast net zo veel creeps rond als in het donkere bos.' Zei Allawin.

Niet lang daarna verscheen een klein huisje, bedekt onder een kleurrijke laag snoep. 'Hey kijk daar eens! Is dat even geluk.' Juigde Allawin van geluk. Maar Lily hield hem tegen.

'Stop, Allawin.' Fluisterde Lily terwijl ze zijn vestje stevig vasthield. 'Dat is het huisje van een heks. De heks van het sprookje hans en grietje.'

Allawin huiverde. 'Gelukkig ken jij je sprookjes, want een huis beplakt met snoepjes had ik nooit wantrouwd! Vertel me eens wat meer over mijn sprookje. Hoe versier ik eigenlijk een prinses met een lamp?' vroeg hij nieuwsgierig.

Samen passeerde ze het huisje van de heks terwijl de zon verder onder ging. 'Ik geloof dat je je voor doet als een rijke prins, maar de prinses is echt niet echt onder de indruk. Als je echter voor haar zingt, terwijl jullie samen vliegen op een toverkleed, dan steel je haar hart.'

Allawin grijnsde. 'Ja, dat klinkt wel als iets dat ik zou doen. Voor een meisje zingen helpt altijd om haar hart te veroveren, niet waar?' Hij knipoogde.

Lily bloosde. 'Ik zie nog een huisje! Ze wees in de verte naar een klein houten huisje. De lichten waren uit, dus het was nauwelijks te zien in het donker.

Samen holde ze er naartoe.

De deur van het huisje ging piepend open. Maar binnen was het stil. Allawin stak een kaarsje aan en Lily zag een klein tafeltje staan, met drie kleine stoeltjes erachter, en drie kommetjes pap.

'Ik ben uitgehongerd!' brulde Allawin terwijl hij over zijn buik wreef.

'Misschien dat je dan je turkse brood op moeten eten in plaats van het over de grond te strooien.' Mopperde Lily.

Allawin spuugde de eerste lepel pap al weer uit. 'Je wilt niet weten hoe lang dat brood al in mijn zak zat, maar deze pap smaakt niet veel beter. Laat mij die andere eens proeven.'

Allawin schoof een stoel naar achteren en plofte neer. Hij stoeltje brak prompt doormidden en Allawin zuchtte vermoeid. 'Wat is dit voor vervallen krot?'

Lily beet op haar lip en keek om zich heen. Smerige pap, een brekend stoeltje. Dat klonk als het sprookje van goudhaartje. Dit zal dan wel het huis van de familie beer zijn, bedacht ze zich, maar de stoeltjes waren even groot, en veel te klein voor dikke beren billen. Zouden hier drie dwergen wonen?

Zachtjes sloop Lily de trap op, en ze zag drie kleine bedjes staan, met drie kleine dreumesen. Hun wangetjes waren nog bol van het baby vet, zo te zien waren ze niet ouder dan een jaar of twee. Vertederd keek ze naar de drie slapende kleintjes.

Ook Allawin was de trap op geslopen. 'Zijn ze niet lief.' Suste Lily zachtjes.

Allawin keek vertederd mee. 'Welk sprookje is dit?'

Lily haalde haar schouders op. 'Geen idee, maar iets wonderlijker dan dit heb ik nog nooit gezien. Waar zouden hun ouders zijn?' Lily keek om zich heen, maar nergens was een spoor van volwassenen te bekennen.  

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top