11.3 Dodeman's Piek
Wat niet mee viel was de tocht van Roodkapje en de Wolf. De gouden lelie groeide in nooitgedacht land, en Tinkerbel had daar flink wat connecties rond fladderen die niet echt zaten te wachten op zijn aanwezigheid.
Ook Chandi had geen vrienden gemaakt door de stem van een van de zeemeerminnen te stelen en op te sluiten in haar ketting. Daarbij was kapitein haak, noch de verloren jongens gesteld op hun aanwezigheid. Maar in ieder geval hadden Roodkapje en Wolf elkaar. Samen beklommen ze de dodemans piek, een berg waar de gouden Lelie zou groeien.
'Hoe heb je die zeemeerminnen zo kwaad gekregen? Ik wist niet dat die vissen zo wraaklustig waren.' Bromde Wolf.
Chandi haalde haar schouders op. 'Ach, het stelde niet voor. Ik zou zeggen dat ze nogal snel op hun teentjes zijn getrapt, maar die hebben ze niet.'
Wolf grijnste. 'Daar zeg je wat, ik vond ze echter altijd al vinnig.'
Chandi keek hem geirriteerd aan. 'Hou op met die flauwe woordgrapjes. En die elfjes, wat heb jij die misdaan.'
Wolf rolde met zijn ogen. 'Niks! Die zien ze vliegen!'
Chandi fronste haar dunne geepileerde wenkbrauwen nog hoger op van irritatie.
Wolfs grijnsde. 'Oke, oke. Ze denken dat ik hun vriendinnetje bedrogen heb, maar dat heb ik niet. Ik liet dat meisje alleen mijn eten koken en mijn kasteel schoonmaken.'
'Dan veronderstel ik dat het nu uit is.' Lachte Chandi zonder enige medeleven.
Wolf knikte. 'Daarom veranderde ze me in dit monster. Alleen ware liefde kan mij terug veranderen in een prins.'
Chandi lachte nog harder. 'Dan ben je werkelijk vervloekt, Wolfie. Ware liefde bestaat niet. Denk je de dat de gouden Lelie je van de vloek kan redden?'
Wolf gromde een tikkeltje weemoedig. Wat als ware liefde echt niet bestond? Lily was vriendelijk, vergevingsgezind, en bovenal prachtig. Hij wilde de hoop nog niet opgeven. 'Zo kun je het stellen, ja.' Antwoorde hij. 'En jij, waarom wil jij de gouden Lelie?'
'Wat denk je?' Siste ze. 'Ik wil mijn oog en mijn neus terug.'
Wolf snoof. 'Als dat het ergste is. Je bent nog steeds mooi.'
Chandi keek snel weg terwijl haar wangen net zo rood kleurde als haar cape. 'Volgens mij zijn we er bijna, maar vanaf hier word het stijl.
Toen ze omhoog keek zag ze hier en daar brokken steen uit de wand steken, het was alleen de vraag of ze stevig genoeg zouden zijn om haar gewicht te houden. Ze had een bonenstaak beklommen van kilometers hoog, dus deze bergpiek zou voor haar geen probleem zijn. Wolf zou zich echter met zijn scherpe nagels niet in de rotswand kunnen klauwen.
'Ik ga eerst.' Knikte Chandi vast besloten. 'Daarboven zijn lange boomwortels, ik kan ze gebruiken om je naar boven te trekken.'
Wolf stemde in een Chandi klom met gemak naar boven. Zoals afgesproken liet ze een boomwortel omlaag zakken, wolf zette zijn tanden erin maar hij was veel te zwaar. Chandi tuimelde over de rand en samen vielen ze neer op de bergrichel.
Chandi rolde door de vaart verder en viel over de richel heen, maar Wolf kon zich nog net op tijd vast bijten in haar rode cape.
Kreunend klom ze weer op de richel, nog huiverend van de schrik.
'Ik wil geen flauwe woordgrap maken,' grijnsde Wolf. 'Maar volgens mij ben je voor me gevallen.'
Chandi sloeg hem ruw tegen zijn kop. 'Jij blijft hier, en ik haal de Lelie, idioot.' Snauwde ze.
'Hoe weet ik of je nog wel terug komt?' stamelde Wolf.
Chandi haalde nonchalant haar schouder op. 'Vertrouwen.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top