10.2 Raponsje

Lily plofte op haar bed neer. Het was een prachtig hemelbed en er stond een kast met mooie jurken, een kaptafel en een kast vol boeken. Wolf wilde haar duidelijk geen kwaad doen, hij zorgde goed voor haar, maar aardig doen en zijn honger bedwingen was een uitdaging voor hem. Misschien, ooit bedacht ze zich. Belle kon tenslotte ook van het beest houden.

Zou Allawin dan Gaston spelen in haar sprookje? Hij oogde wel als een Arabische Gaston, met zijn gespierde armen en zijn zwarte haren. Maar als ze aan hem dacht walgde ze niet zoals Belle. Ze mocht hem wel en ze maakte zich erg zorgen hoe hij zich redde met drie kleintjes. Als ze hem nog een keer kon zien, dan zou ze hem kunnen vertellen waar de woestijn was. Na even weggedroomd te zijn sprong ze vastberaden op van het bed.

Ze trok de wasknijpers, vorken en pollepels uit haar haren. Honderd jaar lang had ze haar haren niet geknipt. Misschien was het was het wel lang genoeg om tot de grond te rijken. Als ze haar haren afknipte en via haar haar omlaag klom, dan kon ze misschien wel ontsnappen.

Haar ogen gleden naar de schaar op de kaptafel en toen naar de diepte. Klimmen was nooit echt haar ding geweest, met schoolgym kwam ze met touwklimmen nog geen meter van de grond, waarschijnlijk zou ze terpletter vallen.

Toen plots hoorde ze een stem onder haar. 'Lily, Lily, laat je haren eens zakken.'

Haar hart maakte een sprongetje, het was Allawin! Snel gooide ze haar haren uit de toren en kneep haar kiezen op elkaar om de pijn te verdragen. Niet veel later stond Allawin echter voor haar neus.

'Allawin, je hebt me gevonden!' stamelde ze.

Allawin grijnsde. 'Natuurlijk, ik zal je altijd vinden.'

'Waar zijn de kleintjes.' Stamelde Lily bezorgd.

'Oh, geen zorgen! Ik heb ze gebracht naar dat huisje waar je zei dat een heks woonde. Maar je kon het niet fouter hebben. Het was een uiterst aardig vrouwtje. Ik heb nog nooit iemand gezien die zo hartelijk drie kleine kindjes verwelkomde in het gezin. Ze zei dat ze altijd al kinderen had willen hebben. Ze kon maar niet van hun dikke wangetjes afblijven, zo schattig, dat zit wel goed.'

Lily sloeg haar handen voor haar gezicht. 'Hoe kon je zo stom zijn! Ze vreet ze op Alladin. Ze gebruikt haar snoep huisje om kinderen te lokken, en als ze dik genoeg zijn gaan ze oven in.'

Allawin's ogen werden groot. 'Dat had je er niet bij gezegd. Ik dacht zolang ze geen puntmuts draagt zit het wel goed.'

'Je moet ze redden Allawin, en dan kunnen we hier weg, Kijk!' Ze draaide Allawin om naar het raam en wees naar de zandvlakte in de verte. 'Daar is de woestijn!'

Allawin sloeg zijn armen om Lily heen. 'Ongelofelijk Lily, we hebben het gevonden.'

'Bijna, maar je moet snel zijn. Ik heb Wolf naar het donkere bos gestuurd. Met een paar dagen is hij terug, als hij je betrapt vreet hij je op.'

'Dus je houd nog steeds niet van de wolf?' vroeg Allawin voorzichtig.

Lily schudde haar hoofd. 'Veels te harig.' Grijnsde ze.

Allawin probeerde zo onopvallend mogelijk zijn pofbroek verder over zijn harige enkels te schuiven maar trok in plaats daarvan slechts zijn broek van zijn billen af.

'Ik eh, ga maar weer.' Zei Allawin snel. 'Geen zorgen, Lily!' Hij wikkelde haar haren om zijn pols en sprong het venster uit. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top