10.1 Gouden Lelie
Lily zuchtte terwijl ze door het torenraampje naar buiten staarde. De toren was zo hoog dat ze bijna heel het land kon zien. In de verte zag ze zelfs de woestijn liggen. Plots leek haar bevrijding zo dichtbij, en zo ver weg tegelijk. Want zij zat opgesloten in een hoge toren, terwijl haar kans terug te keren naar aarde voor haar lag.
Prins Wolf zou haar waarschijnlijk pas vrij laten als hij terug veranderd was in een prins. Maar hoe kon ze van hem houden. Zeker als hij haar zo behandelde. Ze was zijn gevangenen, en het beangstigde haar hoe hij af en toe aan haar rook en zijn lippen aflikte. Hij wilde haar waarschijnlijk nog net zo graag verslinden, maar hij wist dat zijn kansen ooit weer prins te worden dan verkeken zouden zijn.
Het luik in haar torenkamer ging open Wolf kroop naar binnen. 'Hoe is het vandaag, Lily?' grijnsde hij, met zijn scherpe tanden.
Lily glimlachte liefjes. 'Goed, bedankt, en met jou?' reageerde ze zo vriendelijk mogelijk.
'Ik bedoel niet met jou, ik bedoel met je liefde voor mij!' brieste Wolf.
Lily haalde haar schouders op. 'Voor een prins heb je wel lange oren, een en een lange snuit, en...'
'Ja, ja, scherpe tanden! Ik weet het! Ik ben nog steeds niet terug veranderd.' Snauwde hij.
'Misschien, als je eens wat aardiger voor me bent breng je daar wel verandering in.' Stelde Lily voorzichtig voor.
'Aardiger?' snoof de wolf. 'Wat wil je dan? Bloemen?'
'Ja, bloemen!' glimlachte Lily gemaakt. 'Ik ben dol op bloemen, vooral gouden lelies. Maar die groeien hier niet geloof ik. Die groeien hier ver, ver vandaan. Het zou zoveel voor me betekenen als je die voor me zou halen.' Vertelde ze een tikkeltje smekend. Als Wolf maar lang genoeg weg was, dan zou ze misschien kunnen ontsnappen.
Wolf bromde een tikkeltje geïrriteerd. 'Gouden lelies? Ik heb toch geen verstand van bloemen! Ik weet niet eens wat een lelie is!'
'Ik geloof dat ze groeien in het donkere bos. Die weet je wel te vinden toch?'
'Ik verdrink nog als ik weer die put in duik.' Bromde hij. 'Is dat wat je soms wilt?'
Lily schudde wild haar hoofd. 'Natuurlijk niet! Maar wolven kunnen prima zwemmen. Je was de vorige keer alleen te zwaar. Die stenen heb je inmiddels wel verteerd toch?'
'Verteerd?!' Snauwde wolf. 'Die krengen kwamen er in een stuk uit! Ik weet nu precies hoe de moeder van de zeven dwergen zich voelde.' Hij schudde zijn hoofd. 'Respect.'
Lily kon het niet helpen te gniffelde.
'Vooruit, als je dat zo graag wilt, dan zal ik ze voor je halen. Ik ken wel iemand die verstand van bloemen heeft.' Met zijn neus wipte hij het luik open en verdween.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top