Tell me

/Snow p.o.v/

Na het incident gisterochtend ben ik niet meer van mijn kamer afgekomen, zelfs niet toen Bruce met een heel lief en smekend stemmetje kwam vragen of ik mee kwam naar beneden om te eten in de avond. Ik had hem alleen maar een kille 'nee' als antwoord gegeven en had daarna niks meer gezegd. Ergens voel ik me schuldig dat ik zo tegen hem heb gedaan, hij heeft me niks misdaan, Alec is de ongevoelige idioot hier. Na een hele tijd in gedachten verzonken te zijn geweest ben ik die nacht toch nog in slaap gevallen. Deze keer geen donkere en duistere slaap, nee, ik had weer last van dromen. De levensechte, realistische dromen, waarbij het had gevoeld alsof ik helemaal niet in een slaap verkeerde. Ik had verschillende dingen gezien, er was een teken of iets dat erop leek met verschillend gekleurde stenen erin, het leek haast wel een soort symbool van een koninklijk huis. De kleuren van de stenen herkende ik echter, het waren de kleuren waarin de ogen van de jongens hadden gegloeid op die ene nacht, maar ik heb werkelijk geen idee wat het betekent. Toen het symbool samen met mijn maanketting verscheen en ze samen met elkaar versmolten wist ik al helemaal niet meer wat ik ervan moest denken. Het zou zo veel betekenissen kunnen hebben. Daarna was het beeld in mijn droom veranderd en bevond ik me in een rijkelijk versierde zaal, wel een zaal met duistere kleuren en fakkels. Voor me stond een troon op een verhoging en ik had hetzelfde figuur als in mijn eerste droom erop zien zitten, de vader. Zijn ogen hadden bloedrood gegloeid in de duisternis. Even later werden de grote toegangsdeuren van de zaal met een harde knal opengegooid en liep er he andere figuur naar binnen, de zoon. De bedienden knielden voor hem, maar hij boog niet voor zijn vader, hij leek eerder woedend te zijn, en samen met zijn woede leken de vlammen van de fakkels ook te groeien. "Waar is ze?! Wat heb je met haar gedaan?" hoorde ik een vervormde stem spreken, de woede in zijn stem nagalmend door de zaal. Een duister gelach volgde en de vader begon te spreken, "ergens waar jij haar niet zult kunnen vinden, je geeft te veel om haar, dat maakt je zwak. Daarom wil ik dat je leert wie je werkelijk bent, welk bloed er door je stroomt, zoon. Ik wil dat je haar pijnigt, alleen dan maakt ze een kans om losgelaten te worden, en doe je dat niet, tja, dan zal ik haar zelf onder handen nemen. Ze is niet wie je denkt, ze is niet zo normaal als ze lijkt, er vloeit koninklijk bloed door haar aderen,". Ik zie dat de jongen nog wil protesteren, maar dan word ik verblind door een enorme lichtflits en hij is verdwenen. De vader zit nog wel op te troon, hij kijkt mij nu echter recht in mijn ogen aan. "Aah, daar ben je dus, welkom Snow," brengt hij uit. "Zo te zien ben jij je krachten al aan het ontdekken schat, maar onthoud dat je niet veilig bent, ik zal je vinden en een einde maken aan jouw bloedlijn,". En met die woorden ontwaak ik uit mijn slaap terwijl ik naar adem hap en snel overeind ga zitten.
Dat was wel de meest rare droom die ik ooit heb gehad. Mijn hart gaat nog steeds te keer door de woorden van de man, hij wilt me dood hebben. Een einde maken aan mijn bloedlijn, maar waarom? Om daar antwoord op te krijgen zal ik waarschijnlijk nog een tijd moeten wachten. Ik gooi mijn dekens ondertussen van me af en loop naar de kast waarna ik me vlug omkleed. Vandaag zal ik de jongens toch onder ogen moeten komen, vooral Alec. Ik kan mezelf niet voor eeuwig opgesloten houden in deze ruimte. Voorzichtig leg ik mijn hand op de klink van de deur en als ik mezelf moed in hem gesproken open ik hem. En nog voordat ik de gang op ben gelopen hoor ik Alec zijn stem al naast me, "gelukkig, ik was albang dat jij jezelf iets had aangedaan lieverd,". Zachtjes zucht ik en ik kijk hem recht in zijn ogen aan waarna er een soort van warme tinteling door mijn lichaam heentrekt. Zou dat die vervloekte bond zijn? Zou hij dut ook voelen als hij mij aankijkt? Een tijdje blijf ik hem in stilte aankijken, maar uiteindelijk weet ik met moeite mijn blik van de zijne los te maken. "Er is wel iets gebeurd, is het niet sweetheart?" vraagt hij terwijl ik zijn ogen op mijn huid voel branden en een grijnsje op zijn gezicht verschijnt. Lichtelijk aangedaan kijk ik hem aan, hoe weet hij dat nou weer? Vlug schud ik mijn hoofd, "niks bijzonders, gewoon weer wat dromen," mompel ik terwijl ik langs hem heen probeer te lopen. Maar hij grijpt mijn pols vast en pint me tegen de muur aan. "A..Alec, laat me los verdomme," sis ik tegen hem. "Waar heb je over gedroomd lieverd? Want ik ben bang dat het geen gewone dromen zijn, ik en de anderen denken dat je gaves nu pas zijn aan het ontwaken, waarschijnlijk heb je last van visioenen uit de toekomst,". Ongelovig kijk ik hem aan, is hij gek geworden ofzo. Ik en gaves, ik dacht het dus niet. Waarschijnlijk zit hij gewoon met me te dollen. Maar als ik hem weer aankijk zie ik zijn serieuze blik. En ik besef me dat hij me niet laat gaan tot ik iets heb verteld. "Ik zag een teken, een symbool, het leek wel van een koninklijk huis en het was bezet met 4 verschillende edelstenen, allemaal in een andere kleur, de kleuren van jullie oplichtende ogen. Jouw kleur zat in het binnenste deel. Even later verscheen mijn ketting in de vorm van de maan ernaast en leken ze wel met elkaar te versmeten tot één, maar ik heb geen idee wat dat betekent," begin ik tegen hem. Heel even zie ik hem nadenkend kijken en dan haalt hij een gitzwart gekleurde ketting uit zijn zak, waar de gekleurde stenen opzitten, het symbool of de ketting uit mijn droom. "Is dit het symbool dat je zag?" hoor ik hem vragen. Bevestigend knik ik. Uiteindelijk besluit ik mijn ketting ook aan hem te laten zien, "dit is mijn ketting, ik heb hem al sinds mijn geboorte," zeg ik tegen hem. Zijn gezicht lijkt wat bleker te worden, alsof hij de ketting herkent. "Waar hebben je ouders die vandaan? Dat is de ketting van Lucinda de Medici, de vroegere koningin van de vampiers, ze is 17 jaar geleden spoorloos verdwenen in een sneeuwstorm toen ze op het punt stond om te bevallen van haar kind," vertelt hij. Geïntrigeerd luister ik naar zijn woorden, ik heb dus gewoon de ketting van de koningin der vrede, de koningin waar vrijwel iedereen zo dol op was, ze had bijna gezorgd voor vrede tussen de wolven en de vampiers. "I..ik heb geen idee," breng ik uit. "Dan ben ik bang dat we je ouders binnenkort een bezoek moeten brengen, het is verboden om voorwerpen te bezitten van een koninklijk huis als je er zelf niet toebehoort, al zal ik het in jouw geval door de vingers zien,". Ik besluit om hem de rest maar niet te vertellen. Het is nu wel duidelijk dat hij aan de kant van de duistere koning staat. "Mag ik je ketting even lenen alsjeblieft?" hoor ik hem dan vragen. Vertwijfeld kijk ik hem aan, nog nooit heb ik mijn ketting aan iemand afgestaan. Uiteindelijk geef ik het toch maar aan hem en ik kijk toe hoe hij de twee stukken naar elkaar brengt, en tot mijn verbazing passen ze precies in elkaar. Maar wat daarna gebeurt laat me een klein gilletje slaken. De twee kettingen lichten erg fel op in vijf kleuren en als het licht wegebt laat Alec het vloekend uit zijn handen vallen. Snel duik ik erachteraan en vang ik het op. Dan pas zie ik dat ze met elkaar zijn versmolten, alsof ze altijd al zo hoorden te zijn. Verbaasd kijkt Alec me aan, "jij kan het wel aanraken?" vraagt hij terwijl hij naar zijn handen kijkt waar brandwonden op zijn verschenen. "Ja, schijnbaar," breng ik uit waarna ik de ketting wegstop en zijn handen vastpak. Bezorgd kijk ik ernaar. "Die wonden moeten we koelen," breng ik uit terwijl ik zijn handen voorzichtig vastpak in de mijne. Weer trekt er een tinteling door me heen. Laat zijn handen alsjeblieft helen, denk ik bij mezelf. Ik heb hem dit aangedaan. Even sluit ik mijn ogen en dan pas voel ik goed hoe sterk onze energie elkaar aantrekt. "Hooo, shit, Snow, open je ogen, kijk, kijk!" hoor ik Alec dan uitroepen. Verward door zijn plotselinge opgewektheid en woorden open ik mijn ogen en kijk ik naar zijn handen. Nog net zie ik hoe een gloeiend licht uit mijn handen verdwijnt en hoe de wonden op zijn handen zijn verdwenen. "W..wat, hoe? ik?" stamel ik terwijl ik naar onze handen blijf staren. "Geloof je me nu als ik zeg dat je gaves bezit?" vraagt hij terwijl hij zijn handen ook van alle kanten bekijkt. "Was ik dat?" vraag ik zachtjes. Glimlachend knikt Alec, "dat was jij helemaal zelf,". "Hoe?" mompel ik nog steeds vol ongeloof. Ik heb zijn handen gewoon geheeld. "Wat ik alleen niet helemaal snap is dat de meesten maar één gave bezitten, jij bezit er nu al twee lieverd, dat is uitzonderlijk,". "Ik denk dat we nu echt naar je ouders moeten, ik ben bang dat ze je wat uit zullen moeten leggen,".

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top