Hoofdstuk 68: Jace

Ik ga op een bankje zitten en voel hoe Kyle naast me komt zitten. Waarom moet hij per se naast me zitten? Ik schuif een stukje van hem weg. Hij kijkt op. Ik ontwijk zijn blik en doe net alsof ik niet doorheb dat hij naar me kijkt. Hij kucht. 'Wat is er?' vraag ik. Zijn ogen glinsteren een beetje als hij naar me kijkt. 'Ik denk dat dit wel een leuke boottour gaat zijn.' Ik kijk weer weg. Ik weet niet wat hij daarmee wil zeggen. De boot begint te varen. Er begint een man te praten in het Frans. Ik kan het niet volgen, want hij praat veel te snel. Ik kijk naast me. Kyle lijkt het wel te volgen. 'Snap je het?' vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. 'De gebouwen die je aan deze kant ziet-' begint Kyle. Hij praat verder. Ik kan het even niet geloven. Kyle is letterlijk alles wat de man in het Frans zegt, aan het vertalen. Ik glimlach. Dat is wel erg aardig. 'Luister je wel?' vraagt Kyle verward. 'Natuurlijk,' antwoord ik snel. 'Vertel verder!' Enthousiast gaat hij verder met vertalen. Ik staar naar hem. Hij ziet er echt uit alsof hij plezier heeft. Ik kan het niet helpen. De vlinders in mijn buik fladderen op.

Na een tijdje stopt Kyle met vertalen. 'Ik geloof dat we nu genoeg informatie hebben,' lacht hij. Ik knik instemmend. 'Echt bedankt,' zeg ik zacht. 'Ik doe het graag,' antwoordt Kyle. Zijn hand pakt de mijne en hij strijkt met zijn duim over de bovenkant van mijn hand. Mijn adem stokt. Even weet ik niet wat ik moet doen. Dan maak ik voorzichtig mijn hand los. Ik leg mijn hand op mijn been. Zijn ogen glijden naar mijn been. Ik voel hoe ik roder word. Snel kijk ik naar de omgeving om me heen. Ik wilde deze boottour, omdat ik iets wilde zien van de stad. Dan moet ik wel om me heen kijken en niet alleen naar Kyle. Ik weet me zowaar even af te zonderen van Kyle, totdat hij zijn been tegen de mijne laat leunen. Die jongen kan niet van me afblijven. 'Wat wil je nou?' zucht ik zacht. Hij zucht ook. 'Ik weet dat ik alles heb verpest.' Ik knik. 'Dat klopt helemaal. Is er nog iets?' Hij bijt op zijn lip, maar schudt zijn hoofd na een tijdje. 'Mooi,' zeg ik en ik kijk weer weg. 'Eigenlijk toch wel,' zegt hij dan. Ik rol met mijn ogen. Dat had ik kunnen verwachten. 'Wat nu weer?' vraag ik geïrriteerd. 'Ik-' begint hij. 'Misschien wil ik het toch niet weten,' onderbreek ik hem. Verbijsterd blijft hij stil zitten. Zijn mond hangt nog een beetje open. 'Misschien wil ik wel dat jij het weet,' zegt hij vervolgens terwijl hij probeert zichzelf te herpakken. 'Kyle, ik kan dit echt niet meer,' antwoord ik. Hij zwijgt. Ik hoop dat hij het eindelijk snapt.

De hele tour zeggen we geen woord meer tegen elkaar. Kyle laat we zijn been de hele tijd tegen de mijne leunen, maar dat vind ik eigenlijk niet erg. Ik zou het wel erg moeten vinden, maar ik kan mijn gevoelens toch niet in bedwang houden. Na de tour gaan we naar huis. Iedereen ploft in de woonkamer neer behalve Noël, want die gaat naar zijn kamer. We kletsen een tijdje, totdat ik besluit om even bij Noël te gaan kijken. 'Ik ben zo terug,' beloof ik. Ik sta op en klop op zijn deur. Er komt geen antwoord terug. Voorzichtig doe ik de deur open. Noël zit op de grond naast een lege koffer. Verschillende kledingstukken liggen verspreid over de vloer. Ik loop naar binnen en doe de deur achter me dicht. Noël kijkt op. Zijn gezicht is betraand. 'Wat is er?' vraagt hij. 'Dat kan ik beter vragen,' antwoord ik. Ik ga naast hem zitten en sla een arm om hem heen. Hij schudt zijn hoofd. 'Ik weet niet wat ik dacht,' mompelt hij. 'Hoe bedoel je?' vraag ik. 'Ik dacht dat ik nog een vest van Jules had, maar natuurlijk heb ik die niet.' Ik ben verward. 'Waarom dacht je dat?' vraag ik. 'Hij had ooit zijn vest aan me gegeven toen ik het koud had,' mompelt hij. 'Blijkbaar heeft hij hem toch meegenomen.' Ik blijf even stil. 'Het komt goed,' antwoord ik, omdat ik niet weet wat ik anders kan zeggen. 'Laten we dit opruimen.' Ik sta op en raap wat kleding van de grond op. Noël zegt niks. Ik vouw een aantal shirtjes op en leg ze weer in zijn koffer. 'Wat heeft het voor zin?' zucht Noël. Hij gaat overeind staan. 'Jules komt nooit meer terug. Hij weet niet eens waar we zijn. Waarom zou ik nog aan hem denken?' 'Liefde is lastig,' antwoord ik. Noël gaat met zijn hand langs zijn gezicht. 'Hoe gaat het met jou en Kyle?' Ik stop met bewegen. Het lijkt bijna alsof ik stop met ademen. 'Er is niks.' Mijn stem klinkt koeltjes. 'Kyle is met je gevoelens aan het spelen,' zegt hij. 'Dat is niet niks.' Mijn wangen lopen rood aan. 'Ik wil hier niet over praten!' sis ik. 'Soms is het goed om over dingen te praten,' antwoordt hij. 'Ik hoef hier niet over te praten,' zeg ik kortaf. 'Ook goed,' zegt hij zacht. De laatste kledingstukken vouw ik niet zo netjes op, omdat ik alleen maar weg wil gaan. Ik gooi het laatste kledingstuk in de koffer en draai me weg van Noël. Ik hoor hem opstaan en even later voel ik een hand op mijn schouder. 'Misschien was deze vakantie geen goed idee,' zegt hij. Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet het allemaal niet meer.' Een moment is het stil. Dan doorbreek ik de stilte. 'Ik ga maar eens naar bed.' 'Slaap lekker!' antwoordt Noël. 'Jij ook,' mompel ik.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top