Hoofdstuk 28: Jace
Levenloos staar ik voor me uit. Ik zie het even niet meer zitten. Hoe kan ik hier nou rustig blijven? Kyle is een verrader. Carmen is de duivel haarzelf. En ik zit er middenin. Ik werp een blik achterom. Kyle lijkt op te staan. Mijn hart gaan sneller kloppen. Zou hij hiernaartoe komen? Helaas, hij gaat weer zitten. Natuurlijk. Waarom zou hij naar mij toe willen komen? Carmen is zoveel beter! Note the sarcasm. Ik laat mijn hoofd zakken. Wat moet ik doen? Ik voel me echt verschrikkelijk. Ik zit op ongeveer honderd meter afstand van de rest af. Kan ik niet verder weg gaan? Ik sta op. Ik begin te lopen. Voetje voor voetje kom ik verder. Wanneer ik een heel stuk verder ben ga ik zitten. Ik sla mijn armen om mijn benen heen. Het is al best wel koud. Dat is niet zo heel raar. Het is namelijk al best wel laat. Ik zucht. Mijn T-shirt biedt niet erg veel bescherming tegen de koude wind. Bovendien heb ik een korte broek aan. Ik mis Kyle. Niet zo heel lang geleden waren we nog gezellig samen aan het zwemmen middenin de nacht. Plots voel ik hoe iemand zijn armen om me heen slaat. Is het Kyle? Verbaasd kijk ik achterom. Ik kijk recht in het lachende gezicht van Jules. Hij laat me weer los en gaat naast me zitten. 'Hoe gaat het?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. Hij wrijft over mijn rug. 'Het komt vast wel goed,' spreekt hij me bemoedigend toe. 'Vast wel,' antwoord ik. Mijn stem is schor. 'Heb je het koud?' vraagt Jules. Ik knik. Hij komt dichterbij me zitten. Hij slaat een arm om me heen. 'Dan ben ik hier om je op te warmen,' grijnst hij. 'Mag dat wel van Noël?' lach ik. 'Alles mag,' antwoordt hij. Hij knipoogt. Ik grijns. Jules weet me toch wel op te vrolijken. Hij heeft gewoon een goed gevoel voor humor. Langzaam voel ik me weer warmer worden. Zelfs mijn wangen worden warmer. Ik glimlach. Ik heb geen Kyle nodig. Ik heb ook nog andere vrienden, zoals Jules. Ik ken hem nog niet zo lang, maar hij is hartstikke aardig. 'Ben je al warmer?' vraagt Jules. Ik knik tevreden. Dan voel ik zijn lippen op mijn wang. 'Wat doe je?' stotter ik. 'Niks bijzonders,' zegt Jules zacht. Hij plaats nog een kus vlak naast mijn mond. Ik voel hoe ik knalrood word. Wat is Jules aan het doen? Hij heeft toch een relatie met Noël? 'Niks bijzonders?' roep ik uit. Jules kijkt me niet aan. Hij plukt aan een grassprietje. Dit doet hij normaal nooit. Hij is meestal veel directer. 'Je houdt toch van Noël?' vraag ik. Hij knikt. 'Maar jij ziet er toch ook best goed uit,' lacht hij. Zo herken ik hem weer. 'Ja, maar?' zeg ik twijfelend. 'Ik ben Noël niet. Dit zou je niet moeten doen.' Jules haalt zijn schouders op. 'Jij ziet er ook wel uit alsof je iemand nodig hebt.' Ik aarzel. 'Dat is misschien wel waar.' Ik word onderbroken door Jules. Hij drukt zijn lippen op de mijne.
Een beetje overdonderd blijf ik achter. Jules is teruggelopen naar de rest. Nu weet ik al helemaal niet meer wat ik moet voelen. Jules is de vriend van Noël. Waarom kust hij mij dan? Ik schud mijn hoofd. Ik had me deze vakantie veel anders voorgesteld. Ik weet echt niet wat het handigst is om nu te doen. Moet ik teruggaan naar de rest of moet ik nog een tijdje hier blijven zitten? Ik besluit om terug te gaan. Langzaam sta ik op en begin ik terug te lopen. Wanneer ik eenmaal ben aangekomen, kijkt Noël me verdacht aan. Ik glimlach. Hij glimlacht niet terug. 'Wat is er?' vraag ik. Hij antwoordt niet. 'Wat is er?' vraag ik nogmaals. Noël werpt me een dodelijke blik toe. 'Wat denk je dat je hebt gedaan?' sist hij. Ik verbleek. 'Wat bedoel je?' stamel ik. 'Je weet het wel!' roept Noël. 'Hoe durf je!' Hij staat op en loopt op me af. Hij slaat vol met zijn platte hand tegen mijn gezicht. Ik grijp naar mijn wang. De tranen schieten in mijn ogen. 'Waarom doe je dit?' zeg ik zacht. 'Dat kan ik beter vragen!' schreeuwt Noël. 'Waarom kus je met mijn vriend? Met MIJN vriend! Is het je niet duidelijk dat je dat niet kan doen?' Ik kijk hem niet aan. 'Je bent geen goede vriend. Ik haat je!' fluistert hij. Hij geeft me nog een duw en loopt dan weg. Ik kijk hem na. Hij gaat tussen Carmen en Kyle inzitten. Kyle kijkt me minachtend aan. Ik zie Jules nergens. Ik krabbel overeind en loop weg. Dit was het meest domme idee ooit. Ik wrijf over mijn wang. Hij gloeit. Ik werp nog een blik naar achteren. Ik zie Jules nu wel. Hij staart me na. Hij zwaait stiekem. Ik zwaai terug. Noël kijkt Jules niet aan, maar hij slaat hem ook niet. Het is niet eerlijk. Het leven is niet eerlijk. Ik wil weg. Misschien kan ik het huisje terugvinden. Ik loop stevig door. Zolang ik weg van iedereen ben, is het goed.
Tranen beginnen over mijn wangen te stromen. Ik heb het echt verpest. Noël haat me, Kyle minacht me en Jules lijkt niks misdaan te hebben volgens Noël. Ik hoop maar dat ze het goed maken. Ik ga met mijn hand door mijn haar. Er zitten een hoop klitten in. Ik begin pijn aan mijn benen te krijgen. Ik heb zeker al een half uur aan één stuk door zitten lopen. Nu pas realiseer ik me hoe erg de situatie is. Ik loop hier, midden in een onbekend land, alleen door een bos terwijl het laat in de avond is. Ik heb geen vrienden meer, ik heb geen telefoon en geen eten of drinken. Verder weet ik de weg niet en weet ik niet wie of wat ik allemaal hier kan tegenkomen. Plotseling struikel ik over een boomwortel en val op de grond. Ik schaaf met mijn been over de grond en mijn voet maakt een rare beweging. Ik ga met mijn hand over mijn enkel. Die functioneert niet meer. Ik raak in paniek. Wat moet ik nu doen? Meer tranen beginnen over mijn gezicht te stromen. Ik begin sneller te ademen. Ik heb iemand nodig. Ik kan dit niet alleen. Help. Ik kan mijn enkel niet meer bewegen. Ik kruip naar de dichtstbijzijnde boom en ga met mijn rug ertegenaan zitten. Ik huiver. Het bos is donker. De wind laat de bladeren bewegen. Ergens verderop zie ik een struik bewegen. Wat is dat? Ik veeg mijn tranen weg. Ik lijk verdomme wel op een klein meisje. Ik moet stoppen met huilen. Het handigste wat ik nu kan doen, is slapen. Ik ben alleen verschrikkelijk bang. Voor je het weet, zitten er allemaal beesten in dit bos. Ik heb alleen een T-shirt en een korte broek aan. Vries ik dan niet dood? Ik hoop maar van niet. Anders zal dit mijn laatste nacht zijn. Ik ga liggen en mijn ogen vallen als vanzelf dicht.
~~~~~
Ik ga mijn vaste update verplaatsen naar vrijdag of zaterdag. Woensdag lukt me gewoon niet. Volgende week heb ik helaas zeven toetsen, help.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top