Hoofdstuk 24: Kyle

Mijn ogen vallen bijna uit mijn oogkassen als ik buiten kom. Ineens zit Carmen op de stoel naast Jules. 'Kyle!' gilt Carmen. Ze rent op me af en slaat haar armen om me heen. Ik weet niet hoe ik moet reageren. 'Hallo,' zeg ik aarzelend. 'Ben je niet blij om me te zien?' vraagt Carmen. Ze trekt een pruillipje. 'Ik... Ehm... Ja, natuurlijk wel!' zeg ik uiteindelijk. 'Dat klinkt nou niet echt enthousiast.' Ze trekt een wenkbrauw op. Verontschuldigend hef ik mijn handen. 'Het is al goed!' lacht ze en ze trekt me nog dichter tegen haar aan. Ik kuch. Snel laat ze me los. 'Ik heb je zo lang niet gezien!' klaagt ze. Oh, wat erg. 'Hoe heb je ons gevonden?' vraag ik. 'Jace kwam me tegen en wilde heel graag dat ik meeging. Ik wilde jullie niet tot last zijn, maar Jace drong zo aan dat ik het niet kon weigeren.' Ik denk na. Dit is niet iets wat Jace zou doen. 'Zeker weten?' vraag ik. Ze knikt. 'Ik heb kennisgemaakt met Jules!' zegt ze lachend. 'Hij is aardig.' 'Dat is hij zeker,' antwoord ik. 'Maar als je me even excuseert... Ik moet nog wat dingen doen.' Ze knikt en gaat weer naast Jules zitten. Ik vlucht het huisje in en doe de deur achter me dicht.

'Wat doen we nu?' vraag ik aan Noël. 'Ze wil volgens mij niet weg.' Noël trekt een wenkbrauw op. 'Het was toch jouw lover?' zegt hij minachtend. 'Ze doet veel anders nu,' zeg ik met een blik van afschuw. 'We kunnen er vrij weinig aan doen,' antwoordt hij. Ik zucht. 'Ik wil niet naar buiten.' Noël kijkt me vreemd aan. 'Denk je dat het leuk is voor Jace?' zegt hij zacht als hij langs me loopt. Verward blijf ik achter. Wat bedoelt hij in hemelsnaam? Ik draai me om en kijk hoe Noël naar buiten loopt. Ik zucht. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik pak een boek en loop naar buiten. Ik kijk naar Noël en Jace die op een afstandje staan te praten. Jules en Carmen voeren ook een conversatie. Carmen palmt Jules helemaal in. Ik heb echt medelijden met Noël. Ik open mijn boek en begin te lezen.

'Hallo.' Ik kijk op en zie Carmen voor me staan. Ze gaat naast me staan. Ik kijk haar een beetje afwachtend aan. 'Sorry,' zegt ze dan. Ik trek een wenkbrauw op. Dit verwachtte ik niet. 'Voor wat?' vraag ik. 'Ik reageerde iets te enthousiast,' antwoordt ze. Ze glimlacht. 'Normaal ben ik niet vervelend.' Ik laat haar woorden tot me doordringen. Dus ze is niet zo verschrikkelijk? Ik denk na. Ik zal even moeten wennen, maar misschien valt ze toch wel mee. 'Wil je dat ik wegga?' vraagt Carmen. 'Je kunt niet in huis slapen,' begint ik. 'Maar je mag wel hier buiten in je tent slapen.' Ze knikt dankbaar. 'Mocht ik jullie tot last zijn, mogen jullie me altijd wegsturen.' Ze loopt weer terug naar Jules. Hij ontvangt haar met een grote glimlach en ze beginnen weer gezellig met elkaar te kletsen. Ik weet niet wat er zojuist gebeurd is. Verschillende gedachtes vliegen door mijn hoofd. Ik besluit dat ik een eindje wil gaan lopen om mijn hoofd leeg te maken. Ik sta op en begin aan mijn tocht. Ik loop richting het meertje. Het is best lekker weer. Zwemmen helpt toch mee met het leegmaken van mijn hoofd? Ik trek mijn T-shirt uit en loop in mijn zwembroek naar het meertje. Ik loop in deze vakantie veel vaker in een zwembroek dan in een normale broek. Ik grijns. Ik begin baantjes te trekken. Heen en weer. Heen en weer. Het werkt eigenlijk best onspannend. Dan zie ik Jace.

Ik zwaai. Hij lijkt me niet te zien. Ik kijk naar hoe hij zijn T-shirt uittrekt en richting het water loopt. Damn, hij ziet er goed uit. Snel schud ik deze gedachte uit mijn hoofd. Hier mag ik niet aan denken. Jace zijn gezicht krijgt een verschrikte uitdrukking als hij mij ziet. 'Wat doe je hier?' stamelt hij. 'Hetzelfde als jij nu doet!' lach ik. 'Zwemmen.' Jace kijkt me niet aan. Hij zwemt langs me zonder een woord te zeggen. Ik kijk hem verbaasd aan. Snel zwem ik achter hem aan. Hij zwemt nog eigenlijk best wel snel! Ik moet moeite doen om hem bij te houden. Dan stopt hij bij een boomstam die in het water drijft. 'Waarom volg je me?' vraagt hij. Ik bloos. 'Ik weet het niet,' zeg ik eerlijk. 'Moet je niet bij Carmen zijn?' Au. 'Ik wil niet bij Carmen zijn,' antwoord ik. 'Je wilt ook niet bij mij zijn,' zegt Jace. 'Anders zou je het allang hebben gezegd.' 'Ik wil bij je zijn!' zeg ik snel. 'Het moet gemeend zijn,' antwoordt hij. 'Dit komt niet uit jouw hart.' Mijn hart begint sneller te bonken. 'Het komt wel recht uit mijn hart!' roep ik verschrikt. Jace schudt zijn hoofd. 'Je zegt het niet uit jezelf. Bovendien kun je niet altijd van twee walletjes blijven eten. Je maakt me kapot.' Met deze woorden zwemt hij weg. Verbijsterd blijf ik achter. Jace zwemt richting het midden van het meer. Ik kijk hem na. Bij elke slag spant hij zijn spieren aan. Ik schud mijn hoofd. Ik zwem terug naar de kant. Ik pak mijn T-shirt en loop richting ons huisje. Ik voel me verward. Ik weet niet wat ik moet voelen. Het leven is zwaar. Gelukkig kan Jace me niet de hele dag ontwijken. We slapen immers in hetzelfde bed. Als ik bij het huisje aankomt, zwaait Carmen naar me. Ik zwaai terug. Zij zwaait tenminste wel.

~~~~~

Omdat LauraTijsje maandag jarig is en omdat vandaag vast leuk wordt. ^^ Hehe.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top