Hoofdstuk 1: Noël
Afwachtend kijken ze me aan, met grote ogen. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik bijt op mijn lip. Kyle haalt diep adem. 'Noël, zeg alsjeblieft dat je wel mee kan. Dit is een droom voor ons allemaal. Met zijn drieën naar Frankrijk zonder ouders. Weet je wel wat dit betekent? We kunnen doen wat we willen!' Nog steeds staar ik ze aan. Jace staart naar de grond. Zijn lichtblonde haar valt voor zijn ogen. Hij lijkt ook niet zo enthousiast. Ik schud mijn hoofd. 'Ik weet niet of ik mag. Ik zal het aan mijn ouders moeten vragen. Hoewel, ik ben achttien jaar. Dat betekent dat ik zelf mag beslissen.' Ik grijns. 'Ga het vragen dan!' roept Kyle uit. 'Vanavond,' zeg ik. En met deze woorden kan ik er absoluut niet meer onderuit komen.
'Zeg,' begin ik als ik aan tafel zit met mijn ouders. 'Kyle, Jace en ik zouden graag op vakantie naar Frankrijk gaan.' Mijn moeder kijkt me geschokt aan. 'Je bedoelt alleen?' Ik knik. Mijn moeder schudt haar hoofd. 'Dat kan echt niet,' mompelt ze. 'Waarom niet?' roep ik uit. 'Dit is al heel lang een droom van ons! Bovendien ben ik klaar met school.' 'Kunnen jullie niet gewoon naar Texel gaan?' stelt mijn vader voor. Ik spring op. 'Snappen jullie het dan niet? We willen naar Frankrijk. We willen rondreizen.' Het blijft een tijdje stil. 'Hoe wil je het dan doen?' vraagt mijn moeder zacht. Ik haal mijn schouders op. 'Ik verzin wel iets.'
De rest van de maaltijd is het stil. Ik pak mijn bord en loop naar de keuken. Halverwege struikel ik en ik laat bijna mijn bord vallen. 'Poekie, kijk toch uit!' roep ik verontwaardigd. Mijn kat miauwt als antwoord. Ik zet mijn bord op het aanrecht en ga op mijn knieën zitten. 'Wat wil je nou?' vraag ik. Poekie loopt naar me toe. Ik aai hem en ik hoor hem tevreden spinnen. 'Het is altijd aandacht, hè?' gniffel ik. Ik geef hem nog een laatste aai en loop dan door naar boven.
Ik ga sowieso naar Frankrijk, dat heb ik al besloten. Ik kijk mijn kamer rond. Mijn kamer is rommelig. De grond is bedekt met papieren en kleding. In mijn kast zoek ik naar mijn koffer. Al snel heb ik een koffer gevonden. Het is een roze koffer. Ik zucht. Deze koffer is wel erg oud. Ik leg hem weer terug. Ik heb een andere koffer nodig. Een roze koffer is wel erg verdacht. Ik begin te graaien. Kleding, pennen, papieren en nog veel meer dingen belanden achter me op de grond. Ik vind niks. Waar is mijn andere koffer? Ik heb nog een zwarte koffer, dat weet ik zeker. Ik loop naar de andere kant van mijn kamer. Ik ga op mijn knieën zitten en kijk onder mijn bed. Er liggen een hoop boeken en papieren. Gelukkig is mijn koffer daar ook. Ik graai onder mijn bed en haal mijn koffer er onderuit. Dat is ook weer gelukt. Ik veeg het denkbeeldige zweet van mijn voorhoofd. Dat was zo'n moeilijk klusje. Ik begin te lachen.
Ik heb al geen zin meer in inpakken. Ik gooi mijn koffer in de hoek en loop dan weer naar beneden. Mijn vader en moeder zitten samen op de bank tv te kijken. Ik plof naast ze. 'Hebben jullie al wat besloten?' vraag ik op een zeurend toontje. 'We hebben besloten dat je mag gaan, maar op één voorwaarde!' bromt mijn vader. Ik spring op. Een glimlach siert mijn gezicht. 'Je stippelt de reis helemaal uit.' Mijn glimlach verdwijnt even snel als hij gekomen is. 'Dat wilden we juist niet!' roep ik uit. 'We wilden kijken waar de trein ons kon brengen en dan konden we zelf beslissen hoe lang we waar bleven!' Mijn vader schudt zijn hoofd. 'Het is dat of helemaal niks.' Ik zucht. 'Oké.'
Ik besluit om naar Kyle toe te gaan. Hij is immers diegene die het bedacht heeft. Na een tijdje fietsen ben ik er al. Ik druk op de bel. Het zusje van Kyle doet open. Ze kijkt me onderzoekend aan. 'Wat is er?' vraagt ze. 'Ik kom hier voor Kyle,' zeg ik. Ze houdt de deur voor me open. 'Kom je daarna met me spelen?' vraagt ze. 'Dan is het al heel laat!' lach ik en ik aai haar over haar hoofd. 'De volgende keer.' Ze knikt en rent naar de woonkamer. Ik loop de trap op. Ik kom hier zo vaak dat het bijna mijn tweede huis is. Ik duw de kamerdeur open. Kyle ligt op zijn bed. Hij is aan het lezen. Ik plof op zijn bed neer. Hij kijkt op. Een lach verschijnt op zijn gezicht. Hij komt overeind. 'En?' vraagt hij. Ik kijk hem niet aan. 'Het mag wel, maar mijn ouders zeggen dat we de hele reis moeten plannen.' Er valt een ongemakkelijke stilte. Zijn stem verbreekt de stilte. 'Dan doen we dat toch. Als het echt niet anders kan.' Ik haal opgelucht adem. 'Mooi zo. Dankjewel!' Ik glimlach.
We hebben Jace ook laten komen. Als we de reis gaan uitstippelen, moet het met iedereen zijn. Jace en Kyle zijn in een hevige discussie verwikkeld. Jace wil eerst naar Bordeaux, maar Kyle wil eerst naar Lyon... Het is een heel drama. Ik kom ertussen. 'Stop met deze discussie!' roep ik uit. 'We kunnen naar beide plaatsen gaan. Het maakt echt niet uit naar welke plaats we eerst gaan!' Jace kijkt me met grote ogen aan. 'Je hebt gelijk,' zegt hij zacht. Kyle knikt. 'Deze discussie is nergens goed voor,' lacht hij. Ik glimlach. 'Ik had misschien wel een ander idee,' zeg ik. 'Vertel.' Kyle en Jace kijken me afwachtend aan. 'We kunnen in Parijs eindigen. Dat is een prachtige plaats.' Jace wendt zijn blik af. Bezorgd kijk ik hem aan. 'Wat is er aan de hand?' vraag ik. Jace zwijgt even. 'Niks,' zegt hij daarna en hij gaat rechtop zitten. Verbaasd kijk ik naar Kyle. Hij haalt zijn schouders op als teken dat hij niks weet. Ik leg mijn hand op de schouder van Jace. 'Je kunt ons alles vertellen, dat weet je toch?' zeg ik. Ik zeg dit wel zo zelfverzekerd, maar ik vertel ook niet alles. Hij knikt. 'Het is niks.' Ik haal mijn schouders op. 'Laten we verder gaan met het plannen van onze reis.'
Een paar uur later zijn wel al erg opgeschoten. 'Laten we morgen verder gaan?' stelt Kyle voor. Ik knik en rek me uit. 'We hebben nu wel lang genoeg gewerkt.' Ik gaap. 'Jullie kunnen wel blijven slapen,' zegt Kyle. Ik verbleek. 'Ik kan niet,' lieg ik. Hij kijkt afwachtend naar Jace. Jace schudt zijn hoofd. 'Ik kan ook niet.' Kyle kijkt ons spijtig aan. 'Het is jullie eigen keus.'
Eenmaal thuis ren ik meteen naar de badkamer. Ik doe de deur achter me op slot. Ik trek mijn kleren uit en spring onder de douche. De stralen stromen over mijn lichaam. Alleen thuis kan ik zijn wie ik echt ben. Ik draag dan wel jongenskleren, maar ik ben en blijf een meisje. Het is niet zo dat ik graag een jongen wil zijn, misschien een beetje. Ik heb dit lichaam gekregen dus moet ik er ook tevreden mee zijn. Geen operaties voor mij. Ik verberg me wel in wijde kleren. Ik doe dit al een hele tijd, al zes jaar. Ik sluit mijn ogen.
'Ik wil dit niet meer.' De woorden kwamen als vanzelf uit mijn keel. Mijn moeder keek me verbaasd aan. 'Waar heb je het over, Noël?' Ik slikte. 'Ik wil geen meisjeskleren meer dragen. Ik wil me niet als een meisje gedragen. Zo ben ik niet!' Mijn moeders mond viel open. 'Wat zeg je me nou?' Ze schudde ongelovig haar hoofd. 'Mam, snap het dan! Ik ben geen meisje. Ik ben een jongen. Bovendien is dit de perfecte kans. We verhuizen ver weg van hier en ik ga naar de middelbare school. Dit is de kans, een kans die ik misschien nooit meer krijg.' Ik keek haar met vragende ogen aan. 'Wil je het echt?' vroeg ze. Ik knikte enthousiast. 'Ik ben een jongen.'
Ik schrik wakker uit mijn gedachten door iemand die op de deur bonkt. 'Noël? Zit je hier nog lang?' hoor ik mijn vader zeggen. 'Ik ben zo klaar!' roep ik terug. Snel zet ik de douche uit en droog me af. Ik schiet in mijn pyjama. Ik haal de deur van het slot en loop naar mijn kamer. Ik druk op het lichtknopje en het is meteen donker in mijn kamer. Met mijn handen voor me loop ik door de troep. Ik struikel een paar keer, maar bereik uiteindelijk mijn bed. Ik ga lekker onder de dekens liggen. De vakantie met Jace en Kyle gaat vast heel leuk worden. Ik heb alleen één klein probleempje. Hoe ga ik verbergen dat ik een meisje ben? Ik ken ze al zeker zes jaar. Ze zullen zeker boos worden als ze er achter komen. Ze hoeven er niet per se achter te komen. Ik ben erg goed in verbergen. Ze zullen er niet achter komen. Daar zorg ik wel voor. Tevreden met plan sluit ik mijn ogen en droom weg.
De eerste indruk was belangrijk, dat was één ding dat ik zeker wist. Te laat komen op je eerste schooldag kon niet. Iedereen zou je dan aanstaren, als je later de klas in kwam. Dus ik zorgde ervoor dat ik niet te laat op school was. Ik had een spijkerbroek en een groot, blauw T-shirt aan. In de klas keek iedereen elkaar een beetje wantrouwig aan. Op de eerste schooldag zouden natuurlijk groepjes worden gevormd. Ik keek de klas rond. Ik zag meteen hoe het verdeeld was. Er zaten drie meisjes met ongelofelijk veel make-up op naast elkaar. Ze zaten ongeïnteresseerd kauwgom te kauwen en hun nagels te bestuderen. Daarnaast zaten een paar jongens. Ze droegen joggingbroeken en petten. Ze zaten onderuitgezakt op hun school. Ik keek verder naar de klas. De nerds ontbraken natuurlijk niet. Ze zaten ongemakkelijk op hun stoel heen en weer te schuiven. De rest van de klas was tamelijk normaal. En ik? Ik hoorde bij de normale kinderen. Toch vielen twee jongens me op. Één van die jongens droeg een super strakke broek en een groen T-shirt. Hij keek een beetje rond. Toen viel zijn blik op mij. We staarden elkaar aan, niet wetend wat we moesten doen. Toen glimlachte ik. Een glimlach brak door op zijn gezicht. Ik wist meteen dat ik mijn eerste vriend had gemaakt. Ik keek naar de andere jongen. Hij zat naast me. Hij keek op alsof hij wist dat ik keek. Ik glimlachte en hij glimlachte terug. Op dat moment begon de docent te praten. Hij praatte en praatte, maar ik luisterde niet. Ik verbaasde me erover hoe makkelijk je als jongen vrienden kon maken. Na de lessen ging ik samen met de twee jongens naar de fietsenstalling. We besloten samen naar huis te fietsen. Onderweg praatten we over van alles en nog wat. Opeens hoorde ik een geluid. Het klonk als een wekker..
Wacht, het is mijn wekker! Ik open verschrikt mijn ogen. Ik zet mijn wekker snel uit en rek me uit. Dat was een aparte droom, vooral omdat het allemaal echt gebeurd is. Ik sta op en loop naar de badkamer. Ik kijk in de spiegel. Ik zie er niet uit. Ik heb wallen onder mijn ogen en mijn haar zit verschrikkelijk. Ineens besef ik me iets. Waarom staat mijn wekker aan? Ik hoef niks te doen. Ik ren terug naar mijn kamer en kijk op de klok. Ik zucht. Het is acht uur. 'Dit is veel te vroeg!' fluister ik. Ik haal mijn schouders op. Waarschijnlijk ben ik gewoon vergeten om mijn wekker uit te zetten.
~~~~~
Dit was mijn eerste hoofdstuk. Ik hoop dat jullie het leuk vonden! Help, ik heb vandaag een Delf Scolaire (Frans) examen. Ik ga echt dood... Zie je spelfouten? Geef ze alsjeblieft aan! Daar help je me veel mee.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top