Vooroordeel en appels

Zo snel als zijn korte beentjes hem dragen konden rende de dwerg Bajon naar de boom en dook achter de stam. Zijn borstkast ging zwoegend op en neer, terwijl de reusachtige spinnen naar hem zochten.

Hij hoorde hoe hun pootjes over de grond dribbelden. Tik, tik, tik.

Bajon kneep zijn ogen samen en probeerde zich te concentreren. Zijn ademhaling was veel te hard, veel te luid. Het zou hem verraden.

Bajon drukte zijn vingers tegen de stam en onderdrukte zijn angst. Hij moest zich focussen, want als ze hem hoorden, als ze hem zagen dan was hij er geweest.

Het geluid van hun poten verdween. Dit was zijn kans.

Bajon sloot zijn vingers om het hengsel van zijn rugzak en zette zich af. Op naar de volgende boom. De spieren in zijn korte beentjes trokken, klaagden. Hij kon niet meer, maar opgeven was geen optie. Als hij opgaf dan vonden de spinnen hem en werd hij naar de heks gebracht. Zij zou hem doden om wat hij had gedaan. Tenminste zo gingen de verhalen over haar.

Bajon blies zijn adem uit en voelde hoe de kilo appels in zijn rug prikten. Het was stom, zo stom om de vruchten van de heks te stelen.

De dwerg rende verder. Nog twee meter dan had hij de boom bereikt. Nog-

- Hallo. Een diepe stem gonsde in zijn hoofd en een log lichaam doemde voor hem op. Rode ogen keken hem aan en Bajon wist dat hij diep in de puree zat.

Witte draden kronkelden over zijn dikke lichaam en hielden hem op zijn plek. De spin bracht hem naar het kleine hutje, waar de heks met korenbloemblauwe ogen op hem zat te wachten.

"Bajon van het westen," klonk haar melodieuze stem: "nooit gedacht dat jij zo... stom zou zijn om van mij te stelen."

"Wanhoop maakt dwergen stom."

"Is dat zo?"

"Ik had die appels nodig. Mijn vriend is ziek en-"

"-Weet ik," ze boog naar hem toe, de korenbloemblauwe ogen met verdriet vervuld: "je had ook om de appels kunnen vragen."

"Zou u ze dan gegeven hebben?" Bajon kon er niks aandoen dat zijn stem argwanend klonk.

"Dat had je geweten als je het had gevraagd."

Ze rechtte haar rug en keek hem afwachtend aan.De dwerg schraapte zijn keel: "eh... zou ik... ik wat appels mogen?"

"Maar natuurlijk," ze gebaarde dat haar spinnen hem moesten bevrijden en stak haar hand naar hem uit: "ik weet zelfs een recept, waardoor de appels beter smaken."

En zo gebeurde het dat Bajon niet veel later met een appeltaart bij zijn beste vriend op de stoep stond.

"Dit heb je van de heks gekregen?" vroeg Haris tussen twee hoesten door.

Zijn donkere wenkbrauw gleed omhoog, terwijl hij voorzichtig een hapje van de taart nam.

"Ja," Bajon vouwde zijn handen voor zijn dikke buik: "twee stukjes en dan moet je van die nare hoest genezen zijn."

"De heks heeft je dit vrijwillig gegeven?"

"Ja, blijkbaar is niet alles wat we over haar hoorden waar."

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top