6.1 Brandende olie
Rea
Ik was nerveus en ik snapte niet waarom. Was het omdat ik ervoor moest zorgen dat deze man mij ging helpen zonder aan de verkeerde persoon te denken? Of was het het vreemde aura dat Nicks broer leek te hebben? Er was iets niet helemaal goed aan hem. Was het de manier waarop hij net te makkelijk met iedereen leek te praten als hij iets wilde?
Of was het de manier waarop hij iedereen te onderzoekend leek te bekijken? Het zat in mijn hoofd, dacht ik. Ik hoopte dat het in mijn hoofd zat. Nick zag er zo blij uit met zijn broer. Ik kon me niet voorstellen hoe het zou moeten voelen om een dood iemand weer pratend en ademend voor me te hebben.
Ik kon alleen een kleine jaloezie niet onderdrukken, ik had ook mensen die ik graag weer uit de dood terug zou willen laten komen. Daar was ik niet de enige in. Ik wist vrij zeker dat Avi, die nu naast me stond, ook iemand uit de dood terug zou willen halen.
'Kunt u nog een keer aan de avond terug denken?' vroeg ik de man. Hij sloot zijn ogen nadenkend. 'Hoe zag degene eruit waarmee Thalia het laatst gepraat had?'
'Het is moeilijk,' zei hij en hij opende zijn ogen weer. 'Te moeilijk, ik weet het echt niet meer.'
'Je zei dat hij lang was, licht gekleurd haar had, een wit shirt aan had,' zei Avi en de man zuchtte heel diep.
'Vaag,' zei hij en ik moest me inhouden niet zijn hand terug op het papier te leggen waar hij het net van af had gehaald. Ik had hem wijsgemaakt dat het een concentratie blok was. Iets wat hij eerst pure onzin vond, maar met verwijzingen naar niet bestaande onderzoeken, gaf hij in. Wat het wel was, was een oriëntatie vloekzegel die zich bij voldoende informatie zou kunnen activeren.
'Vorm die details tot een beeld,' zei ik. 'Het is onze enige aanwijzing naar Thalia. U wilt ons toch helpen haar te vinden?'
'Natuurlijk,' zei hij wat wanhopig. 'Oké, ik probeer het nog eens.'
'Din, houd hem goed in de gaten.'
'Al mee bezig,' zei mijn demon. 'Ben ik toegestaan in zijn herinneringen te porren?'
'Alleen voor deze precieze herinnering.'
'Daar ligt mijn talent,' zei Din hooghartig. Hun magie schoot naar de man toen hij fronsend zijn ogen weer sloot. Ik maakte connectie met Din en voelde hoe hen zijn geheugen in ging. Er waren niet veel demonen die herinneringen pakken konden, de reden was dat herinneringen chaotisch en onbetrouwbaar waren.
Veel zouden denken dat het dan juist makkelijk moest zijn. Gedachten leken in dat opzicht veel op de tussenwereld en haar bewoners. Alleen daar stopte de vergelijking ook. Gedachten zijn alleen makkelijk vast te pakken door degene die ze bezit. Om als buitenstaander de gedachten van een vreemde in één keer te begrijpen... was zachtjes uitgedrukt was dat een uitdaging.
Het hielp dat we hem al wat informatie hadden gevoerd om de specifieke beelden bij hem naar boven te roepen. Als ik enkel een flard kon zien naar wie we op zoek waren, hoe inacuraat ook, gaf het ons mogelijk een plek om verder te gaan.
'Wacht, ik denk dat ik me het beter herinner nu,' zei de man en ik zag via Din dat dat inderdaad het geval was.
'Beschrijf hem weer,' zei ik. 'Beschrijf hem alsof je hem op het papier ziet.'
'Hij is boos, heel boos. Hij praat met grote bewegingen naar Thalia.'
'Hebbes,' zei Din en neuriede tevreden terwijl hen mij de herinnering liet zien. Het was een donker beeld. De lichten in de club zorgden daarvoor, maar het was beter dan niks. Het witte shirt was wat meteen opviel, daarna het lichte haar en de grote armbewegingen die er gemaakt werden. Ik zag dat de herinnering, terwijl ik keek, veranderde in een paar details. Het liet een lichtelijke irritatie in me opbloeien.
Hoe konden sommige mensen zo onvoorzichtig met hun herinneringen omgaan? Details waren het belangrijkste in alles. Waar details niet klopten, waren gaten. Al was ik daar wel wat hypocriet. Ik wist zelf ook niet alle details te onthouden, maar ik probeerde het wel. Deze man had het duidelijk nooit geprobeerd en probeerde het nu zeker ook niet. Anders was het een statisch beeld geweest of een herhalende sequentie. Hoe langer ik naar de herinnering keek, hoe meer er leek te veranderen.
'Nu maar hopen dat we met deze wanorde wat kunnen,' zei ik mijn demon met enige verslagenheid.
'Ik ben zeer benieuwd wat je ervan maakt,' zei hen en ik keek naar Avi. Ze haalde het papier onder de hand van de man vandaan en met enige teleurstelling zag ik dat de zegel nog niet geactiveerd was. We zouden het anders aan moeten gaan pakken. We bedankten we de man voor zijn moeite en we gingen naar buiten met het plan op zoek te gaan naar een plek waar we makkelijk een nieuwe zegel op konden zetten.
'Oké,' zei ik het moment dat we uit de deur stapte. Nick schrok op en Yerras keek mij zowel rustig als verwachtingsvol aan. 'Zijn herinneringen waren een chaos, dus we hebben een extra zegel nodig om daarvoor te compenseren.'
'Ah, eindelijk iemand om tegen mij te concurreren,' zei Nick en ik schudde lachend mijn hoofd.
'Waar gaan we heen voor de nieuwe zegel?' vroeg Avi.
'Een plek met genoeg ruimte om op de grond te tekenen,' zei ik. Als ik de zegel groot genoeg kon maken dan kon het de meeste fouten herstellen. Ik moest er maar op vertrouwen dat de kleinere zegel genoeg informatie had opgeslagen om goed versterkt te worden.
'Dus ben je op zoek naar iets van een verlaten steegje, of liever een verlaten plein' zei Yerras.
'Ja, en iets buiten de drukke straten. We willen niet dat er zomaar iemand over heen gaat lopen,' antwoordde ik hem en hij knikte.
'Ik zag misschien wat op onze weg hierheen,' zei hij. Nick keek hem vol bewondering aan. Ik moest toegeven ergens ook verbaasd te zijn over zijn opmerkzaamheid. Hij was daar duidelijk een stuk anders in dan Nick. Ik keek de broers voor een moment aan om er achter te komen of ze daadwerkelijk wel echt familie waren, maar Avi kwam al snel door mijn gedachten heen.
'Nou, leid de weg zou ik zeggen,' zei ze en Yerras knikte weer.
Het straatje dat Yerras gezien had, was duidelijk niet te druk en deels beschut door een boom die gemarkeerd was om weggehaald te worden. Ik liet mijn hand even op de stam rusten en ik volgde daarna de rest tussen de bakstenen muren in.
'Nu maar hopen dat niemand van plan is zijn fiets uit de schuur te halen,' zei Nick naar de huizen achter hem en hij keek naar zijn broer. 'Wel echt goed gezien, Yer.'
'Natuurlijk,' zei die en ik liep naar voren. Hoewel ik het tekenen dan zegels altijd iets fijns vond hebben, kon ik mijn onrust niet bedwingen. Ik was te bang dat de herinnering zo slecht was dat die ons langer bezig zou laten zijn met zoeken dan nodig was.
Het was niet mijn schuld, dat wist ik, maar het bleef naar om te bedenken dat de zegel de verkeerde kant op zou wijzen. Al moest ik zeggen al blij te zijn dat deze zegel niet met bloed gemaakt hoefde te worden. Naast mijn wapens, masker en zielenflesjes had ik altijd een fles met dikke motorolie bij me. De geur was sterk, maar prettig.
'Kan ik ergens mee helpen?' vroeg Avi. Ik wilde mijn hoofd schudden, maar bedacht me toen iets.
'Als je er voor kan zorgen dat niemand ons kan storen? Misschien dat we een illusie op kunnen zetten?'
'Zoals altijd goede ideeën, Rea,' zei Nick.
'Jij zou ze als hogere eeuws eigenlijk moeten hebben,' zei ik en hij lachte.
'Ik kan niet alles voor zeggen.' Ik glimlachte en ik richtte me op het pentagram dat getekend moest worden. Ik begon eerst bij de kern, vanuit daar kon ik uitbreiden en de zegel steeds groter maken. Na een stel minuten ging ik van mijn knieën en bekeek ik mijn werk. Ik moest me inhouden niet weer te gaan zitten en kleine details aan te passen.
Zelfs Nicks scheve zegels wisten negen van de tien keer te werken, dus deze moest ook zijn werk doen. Met enige voorzichtigheid legde ik de eerder gebruikte zegel in het midden. Daarna haalde ik een aansteker tevoorschijn.
'Oké,' zei ik en ik ademde diep in terwijl ik een vlam liet verschijnen. Mijn gedachten gingen terug naar de herinnering van de man. Ik vormde het beeld zo goed als ik kon en ik stak de zegel in het midden aan. De vlammen verslonden de zegel in een seconde en vlogen daarna over de grotere zegel heen.
Ik hield mijn adem vast terwijl ik toekeek hoe de zegel langzaam zijn vuur verloor. Mijn hart klopte treiterend in mijn keel en ik voelde Dins aanwezigheid afkeurend op mij drukken. Tot mijn opluchting gloeide de zegel eindelijk oranje op. Het werkte.
'En wat is het plan nu?' vroeg Yerras die aan de rand van de zegel stond en mijn creatie aandachtig bekeek.
'Als het goed is is ons doel nu gemarkeerd,' zei ik en liet mijn adem los. 'Door kleinere versies van de zegel bij ons te dragen, kunnen we het als een kompas gebruikten en ons doel vinden.' Ik haalde een stuk papier tevoorschijn en tekende met dezelfde olie de kern van de zegel in het klein na. Deze lichtte meteen oranje op het moment dat ik het een connectie met de kernzegel liet maken.
'Indrukwekkend,' zei hij. 'Dus waar moeten we heen?'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top