4.1 Koude pentagrammen
Nick
'En waarom zijn jullie zo vroeg terug?' vroeg De Dood geïrriteerd en ik stapte opzij. Yerras maakte een buiging en een wenkbrauw van mijn meester ging omhoog. 'Wie is dit?'
'Mijn broer,' antwoordde ik.
'Jouw broer?' vroeg hij en hij keek van mij naar Yerras en weer terug naar mij. 'Als dit een grap is, wordt dit niet gewaardeerd Nick.' Zijn blik ging nu naar Killian.
'Zit jij ook in dit complot?'
'Ik geloof niet dat het zijn broer is,' zei Killian en ik keek hem wat gekwetst aan. 'Maar enkel dat het toevallig is dat hij bij het graf verscheen.'
'Leg uit.'
'We kwamen langs de begraafplaats waar hij begraven is,' zei ik. 'En hij verscheen bij zijn graf.'
'En daarom denk je meteen dat het je broer is?' De irritatie van mijn meester sloeg om in ontzag en ik maakte me al klaar om in de grond geboord te worden, maar Yerras was enige nieuwe opmerking voor.
'Sorry, De Dood was het? Ik ben wel zeker de broer van Nick,' zei hij in een kalme beleefdheid en hij deed een stap naar voren. 'Er is niet veel wat ik me herinner, maar ik weet wel dat hij mijn broer is.' Mijn meester fronste diep en hij stond daarna op.
'Dan gaan we erachter komen of dat inderdaad ook het geval is,' zei hij, duidelijk niet onder de indruk van Yerras' of mijn woorden. 'Als jullie drie mij volgen.' Ik knikte en ik keek naar Killian die zuchtte, maar meer dan dat had hij niet te zeggen.
We liepen de kerkers door, de trappen af. Hoe dieper we kwamen, hoe meer ik wist waar we heen gingen. De deuren van de pentagramkamer gingen open en de kaarsen flikkerden aan.
'Ga in het midden staan,' zei mijn meester tegen mij. 'En neem je broer mee.' Ik keek naar Yerras die mij een glimlach gaf en ik haalde diep adem voor ik het bevel opvolgde.
'Wat bent u van plan te doen, meester?' vroeg Killian. 'Ze tot één smelten?'
'Dat lijkt mij niet de beste tactiek voor nu, maar wie weet komt dat later wel.' Killian lachte en ik beet uit ongerustheid op mijn lip.
'Fijn dat ze ook jou in mijn marteling meenemen,' zei Yerras.
'Nee, niet fijn,' zei ik, mijn broer lachte en het pentagram onder ons begon op te lichten. Een naar gevoel begon zich in mijn lichaam thuis te maken. De kaarsen flikkerden uit en de ruimte werd kouder. Ik merkte te rillen. Ik sloeg mijn armen voor warmte over elkaar en ik trok mijn schouders op.
'Heb je het koud?' vroeg Yerras mij verrast.
'Jij niet dan?' vreog ik terug terwijl ik met mijn handen over mijn armen wreef.
'Het is wel prettig warm.' Ik fronste bij zijn antwoord.
'Er is niks prettig warm aan deze temperatuur,' zei ik. Het was ijzig aan het worden en ik dacht dat mijn vingers er af zouden gaan vriezen als de temperatuur nog een graadje omlaag zou gaan. Ik keek naar mijn meester. Zijn ogen gloeiden onheilspellend terwijl Killian nonchalant naast hem stond.
Ik begon als een bezetenen nu over mijn armen te wrijven in de hoop de kou af te schrikken of in ieder geval van mijn huid af te krijgen. Kon het niet wat opschieten voor ik dood vroor? Schaduwen begonnen zich rond het pentagram te vormen en om ons heen te kolken. Mijn haar vloog alle kanten op en sloeg hard in mijn gezicht.
Het leek wel een tornado die ons op wilde slokken tot alle duisternis als water naar beneden viel. Het was ijzig en ik dacht er spontaan in een ijsblok van te veranderen. Het pentagram stopte een seconde later met gloeien en de kaarsen schoten weer aan.
'En?' vroeg ik met bibberende stem, het was niet veel warmer geworden.
'Je hebt eens gelijk,' zei mijn meester. 'Dit is je broer.' Ik keek Yerras voor een paar lange seconden aan. Ik voelde me opgelucht. Opgelucht dat mijn gevoel eens een keer niet verkeerd was. Opgelucht dat ik mijn broer naast me had staan, dat hij niet dood was, dat ik hem niet- Ik stopte mijn gedachten daar. Ik had hem wel zeker vermoord toen. Er was geen twijfel aan. De dromen herinnerden me er vaak aan.
Het feit dat ik een leerling van De Dood was maakte het onmogelijk dat hij de dood ontsprongen was. Ik had mijn broer vermoord, het was een wonder dat hij nu naast me stond. Al knaagde dat ook aan me. Waarom leefde hij weer? Waarom stond hij hier naast me? Hoe kwam het dat hij op de bodemwereld was? Was zijn ziel nooit goed naar de hemel gegaan? Was zijn geest ergens vast komen te zitten en nu weer terug gestopt?
'Alles goed daar Nick?' werd er door Killian gevraagd. Ik knikte en ik liep wat wankelend het pentagram uit. Yerras wilde mij volgen, maar Killian hield hem tegen.
'Hij mag dan wel zijn broer zijn, maar ik vertrouw hem nog steeds niet,' zei hij tegen onze meester met zijn hand op Yerras borst die er ongevoelig naar keek. 'Ik stel voor dat we hem nog even terug op het pentagram zetten.'
'Wat heb je in gedachten, Killian?' vroeg De Dood.
'Nicks demon zei dat hij een mens moest zijn, maar ik vertrouw het niet,' antwoordde hij en ik keek hem beledigd aan, maar mijn meester was mij voor voor ik iets kon zeggen.
'Zelfs niet met een vertrouwenscontract?' vroeg hij.
'Is het niet algemeen bekend dat die demonen altijd de waarheid ontwijken?'
'Daar heb je een punt, ga je gang.' Killians blik ging nu naar Yerras.
'Ga terug de cirkel in,' zei hij en Yerras zuchtte.
'Ik heb hier duidelijk geen zeggen in zie ik,' zei hij en hij draaide zich om om weer naar het midden te lopen. Ik ging met een diepe frons naast mijn meester staan. Ik merkte bang te zijn. Waarvoor wist ik niet, maar ik verwachtte dat er iets ging gebeuren. Met een zwaar gevoel in mijn maag keek ik toe.
De kaarsen gingen weer uit, maar deze keer gloeide het pentagram geel op. Geen wit licht deze keer, maar het was ook Killian waarvan de ogen nu oplichtten. Angstig keek ik naar mijn broer. Hij stond er onbewogen terwijl zijn haar geen last van de zwaartekracht leek te hebben. Yerras keek afwachtend naar Killian, seconden gingen voorbij die in minuten veranderden.
Het zware gevoel in mijn maag werd sterker tot het licht verdween. De zwaartekracht viel weer terug in Yerras' haar en de kaarsen schoten weer aan. Gespannen keek ik naar Killian die een ravijn van een frons tussen zijn wenkbrauwen had.
'Wat heb je gevonden, Killian?' vroeg De Dood. Killian negeerde hem en keek naar mij.
'Nick, waarom heeft jouw broer geen ziel?' De stilte was snijdend terwijl ik hem aanstaarde.
'Hij heeft wat niet?'
'Hij heeft geen ziel.'
'Hoe-'
'Het is lang geleden geweest dat we zo'n fenomeen gehad hebben,' zei De Dood langzaam en hij keek met versmalde ogen naar mijn broer die een beetje wankel op zijn benen stond.
'Kan ik nu wel het pentagram uit?' vroeg hij en mijn meester knikte. Het moment dat hij bij ons was werd er meteen een vraag naar zijn hoofd geslingerd.
'Hoe komt het dat je geen ziel hebt?' vroeg De Dood, zijn ogen stonden onheilspellend.
'Sorry?' zei Yerras met een lach. 'Een ziel?'
'Geen ziel in jouw geval,' zei Killian en hij kruiste zijn armen voor zijn borst. Zijn ogen waren op Yerras geolied.
'Dat... is interessant,' zei mijn broer en hij gaf nu een lach aan de ongemakkelijke kant. 'Ik was altijd van mening dat zielen niet bestonden, maar ik blijk daar duidelijk mis te zitten.'
'Voor jou bestaat er nu ook niet een.'
'Duidelijk,' zei Yerras in een inademing. 'Maar wat willen jullie van me? Het is niet dat ik er plots een kan krijgen lijkt me.'
'Heb je ooit een ziel gehad?' vroeg De Dood.
'Natuurlijk heeft hij dat,' sprong ik ertussen in. 'Jeetje, het is mijn broer. Hij was niet zielloos vroeger. Hij-'
'Hoe weet je dat zeker, Nick,' zei mijn meester scherp. 'Jouw herinneringen zijn nooit de beste geweest.' De woorden staken mijn lijf in en ik keek met pijnlijk gezicht naar de grond. De Dood richtte zich weer tot Yerras.
'Je hebt geen herinneringen van je ziel te hebben verkocht?'
'Aan wie zou ik dat moeten doen?' vroeg mijn broer terug en een stilte viel. Diepe fronsen lagen op de gezichten links en rechts van mij.
'Aan een heks, al dan niet een vijfdegraads demon,' zei mijn meester.
'Niet dat ik het me herinneren kan,' zei Yerras. 'Ik weet ook niet hoe ik die zou moeten herkennen.'
'Misschien is het te lang geleden,' zei Killian daarop en hij deed een stap naar Yerras toe om -het leek- beter op hem neer te kijken.
'Dan komt de herinnering later, hopelijk,' zei mijn meester. 'Voor nu houden we je in de gaten.' Yerras knikte.
'Natuurlijk.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top