35.1 Fluisterende graven
'And when you let it leave, it can't hurt you'
Nick
Ik wist niet helemaal wat het was, maar de opdrachten die we de laatste tijd kregen waren vreemd. Ja, ik had al een handvol aan gekke monsters neer moeten halen. Ik had ook al veel vreemde vloekzegels gezien, maar deze opdracht was een andere manier raar. Het begon toen ik bij Aleron in de vertrekken van De Dood stond. Ik had hem een update gegeven van hoe mijn missie met Linde momenteel ging en hij leek duidelijk tevreden te zijn. Iets wat onze meester nooit liet blijken, maar hij altijd duidelijk op zijn gezicht had staan.
Daarnaast was ik ook blij hem in een betere staat van zijn te treffen. Hij leek zijn draai te hebben gevonden en de druk van de ongeplande kerkerovername leek minder te worden. Hierdoor durfte ik mijn volgdende vraag te stellen. 'Is het misschien een idee, als je het niks vind ook helemaal goed, dat Yerras meegaat?' Ik had mijn ogen al half dichtgeknepen uit angst dat hij het niks zou vinden, maar hij knikte.
'Ik ben al blij dat je hem steeds bij je wil houden.'
'Zeg je alsof hij een hond is,' zei ik en Aleron lachte. Wat een opluchting. Zo'n opmerking zou ik nooit bij Dood Hein kunnen maken. Ik stond klaar om mijn waardering te uiten toen plots de lucht vreemd trilde. Aleron fronste.
'Gaat er nou één-,' begon hij, maar hij kon zijn zin niet afmaken omdat er prompt een engel voor onze neus stond. Het was een tijdje geleden dat ik er een voor mij had gehad en ik was vergeten dat deze wezens zo veel licht konden geven. Ik had bijna een zonnebril nodig om ernaar te kijken. Daarnaast liet het me ook meteen beseffen hoe donker de kerkers wel niet waren. Misschien had ik geen zonnebril nodig, maar moesten we eens wat meer investeren in betere verlichting. Ik wilde het bijna voorstellen, maar de engel was me voor.
'Hallo,' zei die met een vrolijke stem en kort daarna viel er een fel brandende map op het bureau neer. 'Een bericht van boven: we verwachten dat dit snel afgehandeld wordt.' Aleron pakte de map op, keek de engel aan, maar voor hij iets kon zeggen was er een nieuwe trilling in de lucht en was de engel weg.
'Wat was dat?' vroeg ik, terwijl ik de trilling van de engelenkomst nog steeds in mijn lichaam voelde.
'Een standaard engelenboodschap,' zei Aleron wat verbijsterd en hij knipperde een paar keer voor hij de map opende. 'Misschien een opdracht voor jou?'
'Wat is er gebeurd met dat ik die andere opdracht prioriteit moet geven?'
'Ik ga ervanuit dat je niet naar een college gaat in het weekend.'
'Daar heb je een punt,' zei ik bedenkelijk. Vaak was ik geen voorstander van meer werk, maar engelenopdrachten waren in kleine getalen in de kerkers aanwezig. Ik wilde net iets te graag weten wat er in de map in Alerons handen stond. 'Wat is de opdracht?'
'Botten opgraven.'
'Een grafroof?' Aleron gebaarde dat ik de map over moest pakken en niet veel later bladerde ik door de vreemde omschrijving van de opdracht door. Het leek wel een raadsel wat ze erin neer hadden geklad. 'Waarom hebben ze botten nodig?'
'Wie zou het zeggen? Engelen komen soms met de vreemdste verzoeken. Het is dat ze geen bloed offers vragen, maar het komt soms wel in de buurt.'
'En vandaag vragen ze om botten?' vroeg ik met een lach.
'Ja.'
'Oké,' zei ik en ik merkte dat ik er oprecht zin in had. 'En die mogen we dan hierheen brengen of moeten we ze nog ergens speciaal afleveren?'
'Dat zou in de map moeten staan.' Ik scande snel de inhoud door en ik zag dat ze naar een mausoleum moesten op hetzelfde kerkhof. Dat was te doen. Dat was zeker te doen. De opdracht begon met de seconde leuker te worden.
'Oké en is Yerras ook toegestaan hiernaartoe mee te gaan?' Het antwoord was vaak ja, maar ik wilde altijd zeker zijn.
'Graag,' zei Aleron. 'Er is nog steeds te veel onrust dus de opstapelende opdrachten moeten uitgevoerd worden. Kies nog een paar anderen die ook mee gaan, volgens mij zijn het wel een stel graven die jullie langs moeten.' Ik knikte en ik bedacht me dat Rea weer eens de kerkers verlaten moest en dat dit een perfecte opdracht voor haar zou zijn. Wie weet wilde Dendra ook mee en kon ik Avi ook nog op sleeptouw meenemen.
Uiteindelijk waren we met z'n vijfen. Rea, Avi, Dendra, Yerras en ik. Iedereen was in vol gewaad: masker op het gezicht, zwarte kleren, wapens op zak en een schep op de schouder. Ik kreeg eerder het gevoel dat we een grafroof gingen plegen dan dat we een opdracht gingen uitvoeren. Maar waar was de leugen? We gingen botten van hun rustplek halen. Dat met de toestemming van de hemel gebeurde haalde niet weg dat we ze daar weg gingen roven. Hoe meer ik eroverna dacht, hoe absurder de opdracht was.
'Iedereen er klaar voor?' vroeg ik met de sleutel in mijn hand die nog voor het sleutelgat van een deur in de dimensionale tuin zweefde. Links en rechts werd geknikt en ik keek even naar Yerras die me een glimlach gaf. Dat gaf me wat ik nodig had om de sleutel in het slot om te draaien en de deur te openen naar een bekend kerkhof. Ik had hier wel vaker opdrachten gehad, maar dan om eerstegraads demonen weg te jagen en niet om botten op te graven.
De deur waar we uit liepen was deel van een klein huisje dat verborgen was in de duisternis van een lantaarnpaal die het begeven had. Een wind zette op. Er zou warmer weer aan moeten komen, maar vandaag was het een koude nacht. Ik trok mijn kraag wat dichter naar mijn nek toe en ik zag dat ik niet de enige was die naar warmte zocht; Rea wreef verwoed met haar handen over haar armen.
'Het gaat me nog een nacht worden,' zei ze toen ik het hek naar de graven opende.
'Ik denk ook niet dat we er schoon vanaf gaan komen,' zei ik en ik duwde het traliewerk opzij. Het piepte en kraakte aan alle kanten, maar het liet ons door.
'Ik kijk nu al uit naar de douche na dit alles,' zei Avi achter me.
'Ik ook,' beaamde Dendra. 'Laten we dit snel afhandelen. Waar moeten we heen?'
'We hebben meerdere plekken,' zei ik en ik haalde de kaart tevoorschijn. 'Ik denk dat het handig is om op te splitsen, want ze zitten echt overal verspreid.'
'Ik ga ervanuit dat ik bij jou moet blijven?' vroeg Yerras mij.
'Zoals gewoonlijk ja,' zei ik met een knik.
'Hoezo?' vroeg Dendra wat verward.
'Hij is de broer van Nick,' gaf Rea als context. Ze fronste voor een moment, maar het dubbeltje leek al te vallen.
'Dus alleen omdat hij zielloos is?' vroeg ze en keek naar mijn broer. 'Maar oprecht, je ziet er helemaal niet zielloos uit.' Wat beschaamd keek ze weg toen ze zich besefte dat het niet de gelukkigste woorden waren om te zeggen.
'Dat hoor ik wel vaker,' zei Yerras met een glimlach die iedereen altijd gerust leek te stellen, haar ook.
'En als je het niet hoort zijn er veel met eenzelfde gedachte,' zei ik en ik was blij dat mijn opmerking de jonge leerling duidelijk liet ontspannen.
'Oké, maar hoe zit dat dan?' vroeg ze daarna. 'Hoe ben je zielloos? Moet je niet juist een ziel hebben om te kunnen leven?' Ze leek de vragen te stellen waar ik al tijden mee rondliep. Ik begon me af te vragen wat ze nog meer kon stellen om alle verwaring die ik steeds gevoeld had onder woorden te brengen in een paar simpele vragen. Zodat ik eindelijk konk delen waarmee ik steeds zat te worstelen. Ik had misschien geen antwoorden, maar het voelde prettig om te weten dat ik niet de enige in het duister was.
'Na deze opdracht kan ik er meer over vertellen,' zei Yerras, iets wat me verbaasde. Zou hij haar dingen vertellen die ik ook nog niet wist? Ik had al tijden het vermoeden dat hij in de tussenwerelddimensie dingen geleerd had die hij tot nu toe verzwegen was. Was vandaag de dag dat hij het eindelijk vrij zou geven? 'Ik heb namelijk het gevoel dat we nu beter botten op kunnen graven zolang het nog donker is.'
'Dat lijkt mij ook een goed idee,' zei Rea. 'En ik stel ook voor halverwege misschien weer bij elkaar te komen om elkaar een update te geven. Dan kunnen we helpen waar nodig en hopelijk al een paar botten naar het mausoleum brengen.'
'Zullen we dat na ongeveer drie uur doen? Dat moet toch genoeg tijd zijn om te graven?' stelde ik voor. De anderen knikte. 'Het lijkt me handig bij het mausoleum te beginnen en daar steeds weer te verzamelen, kunnen de botten meteen mee.'
'Klinkt als een goed idee, Nick.' Ik glimlachte.
'Ja, soms... Soms heb ik die wel.'
-----
Dit hoofdstuk heeft ook nog wel wat timmerwerk nodig hhahah, ik kon zeker aan het begin merken dat ik vooral alles af wilde schrijven en even vergat dat het eigenlijk ook leuk is om wat uitgebreider te schrijven aka meer uitleg, meer gedachten, meer gevoel. Het heeft al wat meer dan de eerste versie, maar dit is nog wel iets om mee te nemen naar edit ronde 2
en laat zoals altijd weer een 🌟 achter als je dat leuk vind :P
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top