34. Stoffige afspraken
Waarschuwing: spinnen (maar wel aardige)
Moyra
Het was al geen pretje om alles te organiseren in mijn eigen kerkers, maar nu ik een extra kerker erbij had, werd het niet veel beter. Bovendien zocht ik nog steeds naar antwoorden van de brand van Querrets werkplek. Het enige wat ik gevonden had, was dat er een heks achter zat, meer niet. Het was frustrerend, maar het was iets wat ik aan me voorbij moest laten gaan hoeveel Nan me ook zei dat ik zwak was er niet achteraan te willen gaan. Ik had andere dingen aan mijn hoofd, want bovenop mijn vele zorgen dacht de hogere raad dat het een goed idee was als ik contact op zou nemen met iemand die mogelijk onze nieuwe wapenmaker zou kunnen worden.
Ik wist niet of ze beseften dat ik daar weinig tijd voor had, maar de hogere raad is altijd moeilijk te overtuigen als het gaat om tijd gerelateerde dingen. Als Dood kunnen we nu eenmaal de tijd vertragen, dus moest ik daar maar gebruik van maken. Momenteel had ik mijn lippen stevig op elkaar geperst terwijl ik voor een verlaten huis stond. Ik was er nog nooit eerder geweest, dus ik had niet een deur in het huis kunnen openen. Iets waarvan ik vermoedde dat het binnenkort wel een optie zou zijn. Zolang degene die hier woonde dat een goed idee zou vinden.
Het was vreemd te bedenken dat er anderen zoals Querret waren. Hen leek altijd de enige te zijn, maar ik wist dat dat enkel schijn was. Schijn om te voorkomen dat de anderen het doelwit zou worden van demonen met slechte ideeën. Jammer genoeg had die illusie zijn einde bereikt.
Een klop op het houten oppervlak was genoeg om de deur langzaam open te laten gaan. Ik verwachtte ergens Querret te zien, hen te horen, maar ik werd enkel begroet door een lege hal. De deur was zijn eigen deurwaarder. Zonder verdere twijfel liep ik naar binnen. Het was stoffig, maar ik had het verwacht omdat Querrets plek ook onder enorme lagen stof had gelegen. Misschien hadden engelen wel een voorliefde voor een grijze laag die elk meubelstuk bedekte.
'Hallo? Dood Moyra hier? Ik ben door de hogere raad gestuurd. Zou ik met u kunnen praten? Er was aangegeven dat ik vandaag langs zou komen.' Er was geen antwoord en ik stond in de stoffige hal een beetje doelloos rond te kijken. Ik wist waar ik hiervoor was, maar dit was een onbekende plek en het deed me pijn toe te geven dat ik niet wist waar ik heen moest.
'Hallo?' probeerde ik nog eens en ik zette nog wat stappen verder de hal in. Er was een trap naar boven en ik besloot die kant op te roepen, maar weer was er geen antwoord. Ik fronste en ik ging langs de trap verder de hal in tot ik door een boog naar rechts een kamer in kon.
De stofdichtheid leek hoger te worden bij elke stap die ik zette. Het leek bijna een mist die zich in dit huis getrokken had. Enkel de kasten verrieden dat ik goed zat. Ik zag spullen die ik ook bij Querret had zien liggen en onderdelen die ik in wapens had zien zitten. Net als bij Querret vormden de open kasten een vreemd soort doolhof, maar hier was er niemand die mij erdoorheen kon leiden.
'Hallo?' probeerde ik weer, onder het lachen van Nan die hun nieuwsgierigheid niet bij zich kon houden. Ik stapte weer een andere hoek om en kwam in het open deel van de kamer waar een werktafel stond. De ramen moesten nodig gelapt worden en de zitplek die in het raam zat, was duidelijk al jaren onbezeten. Alle kussens waren verkleurd en vol stof. Ik zuchtte diep terwijl ik mijn zandloper tevoorschijn haalde.
Na een korte blik daarop maakte ik een kleine zegel in een notitieboekje en ik kreeg de kennis dat ik nog tijd had hier tenminste een uur te blijven, daarna moest ik een paar zielen achterna. Zou ik dat niet doen, dan zouden die zielen voor altijd vast in hun lichaam blijven. Mijn blik ging de kamer door en mijn ogen vielen op een deur aan mijn linkerkant. Er was een streep in het stof. Eén stap ernaartoe en voor ik het wist drukte ik de deurklink naar beneden om begroet te worden door een donkere kamer.
'Hallo? Zoylin? Bent u hier?' vroeg ik in de hoofd nu eindelijk wel gehoor te krijgen.
'Hm?' Het was een zacht geluid, maar het was genoeg voor mij om door te lopen.
'Ik ben Dood Moyra. De hogere raad heeft mij gestuurd. Ik ga ervanuit dat u weet van Querrets dood?'
'Hogere? Querret?' De schaduwen leken te bewegen en tot mijn grote verbazing kwam er een spin mijn kant op. Uit gewoonte haalde ik mijn dolk tevoorschijn.
'Hm,' zei de spin en hun acht ogen bekeken mij slaperig. 'En jij bent?' Ik nam een teug adem, stopte mijn wapen terug en ik ging weer recht staan.
'Dood Moyra,' stelde ik mij nogmaals voor.
'Ah, Dood Moyra,' werd er langzaam herhaald en de spin verplaatste zich wat door de ruimte. Gordijnen werden opengetrokken en het grote wezen klom over mijn hoofd de deur uit. Ik volgde hen behoedzaam terug naar de andere kamer terwijl ik hun weg volgde. Hun spinnenpoten pakten een klembord van één van de bovenste kastplanken en hen bladerde door het papier. 'Moyra, Moyra, Moyra.'
Hen leek niet te vinden wat die zocht en legde het klembord weer terug. Zo gingen er wat minuten voorbij waarin de spin aan het plafond hier en daar aantekeningen pakte om op zoek te gaan naar mijn naam. Ik was er snel van overtuigd dat er een beter systeem zou zijn dan allemaal losse klemborden te hebben, maar daar was ik hier niet voor.
'Zoylin is er niet,' zei de spin uiteindelijk na iets te hebben gevonden op het tiende klembord wat die oppakte.
'Waar is hen dan wel?'
'Geen idee.'
'Geen idee?' vroeg ik voorzichtig.
'Nee,' was het korte antwoord en ik fronste.
'Maar dit is wel hun huis?' vroeg ik daarom.
'Ja.' Weer een kort antwoord. Ik hield mezelf voor niet te laten blijken dat dat me niet beviel.
'Komt hen dan nog terug?'
'Geen idee.'
'Geen idee?' vroeg ik weer terug.
'Ja.' Ik zuchtte ietwat gefrustreerd.
'Kan u me geen indicatie geven? Of een moment dat ik terug kan komen?' probeerde ik.
'Welke dag is het?' Dat was een hele zin en ik voelde dat er hoop bij mij begon te bloeien.
'Donderdag,' antwoordde ik in een stuk beter humeur.
'Hm,' zei de spin, liep wat over het plafond en hen staarde uit het stoffige raam. 'Dat moet dan vandaag gelapt worden.'
'Betekend dat dat hen binnenkort terug is?'
'Nee.' Het koste me moeite om niet weer te zuchten. Ik moest de moed erin houden.
'Ik zou je tijd hier niet aan verspillen, Moy,' zei Nan mij. 'We kunnen beter die klemborden nagaan.'
'Dat is onbeleefd, Nan,' zei ik streng. 'We zijn hier te gast. Maar we kunnen het altijd vragen.'
'Goed genoeg.'
'Zou ik misschien een van uw klemborden kunnen bekijken?'
'Hm?' De spin draaide zich naar mij om en hun ogen bleven mij nog steeds in half vermoeide staat aankijken.
'De klemborden? Zou ik die mogen zien?' herhaalde ik mezelf.
'Waarom zou je die willen zien?'
'Ze lijken me interessant.'
'Oh, hm, ja, Zoylin is wel op ze gesteld,' zei de spin en hen sloot voor een moment hun ogen. 'Hm, maar er is nooit iemand geweest met interesse ervoor.' Hen knikte en ik kon opluchting door mijn lijf voelen gaan terwijl ik een stapel klemborden in handen kreeg. 'Alsjeblieft.'
'Bedankt,' zei ik met een glimlach die wat geforceerd was en ik nam de stapel aan. Het duurde me een paar seconden voor ik het handschrift kon ontcijferen, daarna duurde het me nog een paar seconden om te begrijpen waar de woorden op doelden. Ik verwachtte een planning, een to do lijst, maar niet een A4'tje vol woorden in verschillende rotaties. Hoe de spin hier iets van begreep was mij een raadsel, maar er was altijd de mogelijkheden dat deze manier van noteren prettig was voor acht ogen en niet voor twee.
'Dat is geen goed handschrift,' merkte Nan op.
'Nee,' zei ik en ik draaide het klembord terwijl ik een kromme zin las die mij niks zei. 'Het zou kunnen verklaren waarom Zoylin er niet is.' Ik legde het klembord aan de kant en ik nam een nieuwe voor me. Drie klemborden later vond ik eindelijk iets nuttigs. Ik koeienletters stond er "hogere raad" met daaronder iets in engelen schrift wat nog moeilijker te lezen was, maar ik concludeerde dat het een naam was. Wie weet was het de engel die bij de raad neer was gestreken.
Ik las verder en ik zag weer woorden in engelenschrift geschreven staan. Deze keer vertaalde het zich tot "belangrijk" en "niet vergeten" ook stond er in letters die mij bekender waren "donderdag". Mijn ogen gingen naar de spin die nu ijverig de ramen aan het lappen was. Waar hen eerst nog niet wakker leek, was hen nu vol energie terwijl hen ook de kussens en de vloer langzaam maar zeker stof vrij maakte. Het was wat minder goed voor mijn neus en ogen omdat alle stofdeeltjes plezierig de lucht in vlogen, maar ik kon wel waarderen dat het nu al een stuk schoner was.
Het moment dat al het stof weggeveegd was, ging er een vreemde trilling door het huis. Een trilling die me bekend was, maar deze was in een zwakkere vorm. Waar de engel die bij de hogere raad landde een krater had gecreëerd, wiebelde de kasten enkel na toen Zoylin in een knip naast me stond.
'Ik ben zeker te laat,' zei hen en hen pakte het klembord uit mijn handen. Hun ogen gingen over het papier. 'Geen tijd, dat is goed.' Mij werd het klembord teruggegeven en ik legde het weg in een kast. Hen liep naar de werktafel, haalde er een vinger overheen en hen knikte. De spin zat nu in een hoek van de kamer en hen keek gespannen toe. Zoylin liep naar de ramen, bekeek de kussens en hen kneep hun ogen voor een moment samen. Weer knikte hen en hen draaide zich naar mij om.
'Welkom in mijn werkkamer,' zei hen zonder enige emotie in hun gezicht en hen maakte een beweging met wapperende handen in de lucht. 'Ik heb geen idee of er nog elektriciteit of water hier is, maar je bent vrij om jezelf in de keuken aan wat te drinken te helpen terwijl ik op zoek ga naar de formulieren die jullie hogere raad zo graag wilt zien.' Ik trok mijn wenkbrauwen wat vragend in een frons op, maar besloot hun voorstel op te volgen terwijl hen het klembord wat ik net weg had gelegd weer uit de kast haalde.
De keuken was de deur uit en rechts aan het eind van de gang. Het was er klein, er zaten over kalk- en schimmelplekken en ik kon daaraan meteen zien dat het hier jaren niet onderhouden was. Met een zucht stapte ik naar binnen en ik waagde een blik door de glazen deur aan mijn rechterkant waar een overwoekerde tuin door te zien was. Querrets werkplek leek nu goed onderhouden in contrast met dit verwaarloosde huis.
Ik haalde mijn blik van de overwoekering weg en ik ging de keukenkastjes langs op zoek naar thee. Twee van de vier keukenkastdeurtjes vielen meteen van hun scharnieren, maar ik wist ze zonder veel kabaal op de grond te zetten. Ik legde mijn vingertoppen voor een moment plat tegen de zijkant van mijn gezicht aan terwijl ik keek naar de ravage. Daarna stopte ik zonder er veel van te verwachten de waterkoker, na de ketel eerst een paar keer heel goed om te hebben gespoeld, in het stopcontact.
Het viel me wel op dat van alles wat in de keuken stond, de waterkoker er het best aan toe was en ik was maar al te blij het geluid van kokend water te horen. Ik zocht wat verder, spoelde een kopje vol barsten om en ik wist uiteindelijk met thee en al naar de werkkamer terug te keren. Ik had enkel niet verwacht dat alles overhoop was gehaald. Kasten waren nu helemaal leeggeruimd en de inhoud was uitgespreid over de grond. De engel zat zelf op handen en voeten tussen al het puin.
'Neem plaats,' zei Zoylin zonder op te kijken en hen gebaarde naar de zitplek in het raam. Ik stapte links en rechts over vreemde vormen en ik ging zitten. 'Jij bent zeker Dood Moyra?'
'Dat is correct.'
'Dan is dat tenminste goed doorgekomen,' zei hen, stond op, rekte hun rug en keek me aan. 'Dus wapens?'
'Ja,' zei ik. 'Querret was voorheen de wapenmaker voor dit gebied, maar wegens omstandigheden is die taak nu op u gevallen. Ten minste, als u de taak aan wilt nemen.'
'Dat klopt,' zei hen en hen zuchtte diep. 'Het gaat me wat tijd kosten er weer in te komen, maar ik zal er iets van maken. Is er iets wat jullie nu nodig hebben? Wapens die op de wachtrij moeten?'
'We komen altijd maanzilveren messen te kort.'
'Goed om te weten dat dat in de afgelopen tijd niet veranderd is. Ik zal kijken wat ik ervan kan maken. Kom... morgen? Ja, morgen, terug.' Ik knikte en hen keek me voor een lange tijd aan met een wat verwrongen wenkbrauw en op elkaar geperste lippen. 'Is er nog iets waar ik je mee kan helpen?' In eerste instantie wilde ik nee zeggen en hen bedanken voor hun gastvrijheid, maar in plaats daarvan kantelde ik lichtjes mijn hoofd.
'Hoeveel is u bekend over Querrets dood?' Zoylin haalde hun schouders op.
'Niet veel bijzonders,' zei hen. Het was even stil. 'Was dat alles?' Ik keek hen voor een moment aan. Moest ik verder vragen? Ik was al zo lang op zoek naar antwoorden. Ik was zelfs in de Tussenwereld geweest en nog steeds niks wijzer geworden. Was het over Lewis' dood, was het over Querrets dood.
'Hoeveel weet u over wat er allemaal de laatste tijd gebeurd is? Hoeveel weet de hemel?'
'Ik kan daar geen uitspraak over maken.'
'Dus er is niemand die rouwt om Querrets verlies?' Het was een fractie van een seconde, maar ik zag een trek bij Zoylins linkeroog.
'Querrets is niet de eerste die gestorven is doordat een demon de rank van heks in de klauwen wilde hebben,' zei Zoylin. 'Meer kan ik je niet zeggen. De demon in questie zou je meer kunnen zeggen, niet ik, niet de hemel, niet jullie hogere raad.' Hun monotone manier van spreken had een vreemde spanning gekregen.
'Was dat alles?' vroeg die nog eens, nu met een dwingende en licht trillende stem.
'Voor nu wel ja,' zei ik, het was duidelijk dat hen er niet een verdere uitspraak over wilde doen. Ik zou morgen kijken of ik op een andere manier antwoorden zou kunnen krijgen, maar voor nu zei ik hen gedag. 'Ik spreek u morgen.'
'Ja, morgen,' zei hen met een vreemde stem die mij steeds weer opviel als hen het over tijdsbepalingen had. Ik wist dat het een vreemd concept voor demonen was en ik ging ervanuit dat dat dan ook voor engelen moest gelden wegens die boven de tussenwereld leefden, maar deze engel leek er duidelijk meer moeite mee te hebben dan de gemiddelde demon of de engelen die ik voor hen ontmoet had. Ik keek naar mijn zandloper, het was tijd om te gaan. Morgen zou alles op zijn plek komen.
---------
Toen ik de eerste draft van dit hoofdstuk schreef liep ik wat vast bij de spin omdat die gewoon niet meewerkte in hun antwoorden xD
Ik vind het ergens oprecht jammer dat Zoylin enkel in dit hoofdstuk zit... Sowieso denk ik ergens nog een extra hoofdstuk nodig te hebben om alles wat dit hoofdstuk (voornamelijk aan het eind) word gezegd wat beter uit te werken. Maar het is ook al weer een tijdje geleden dat ik de eerste edit van dit hoofdstuk heb gedaan dus ik moest het met mijn notities doen van een jaar terug hahah. Wie weet klopt alles gewoon en weet ik gewoon niet meer hoe ik het uitgewerkt heb?
Ach ja, we gaan het zien. Het einde komt langzaam in zicht namelijk, we hebben nog 5 hoofdstukken te gaan :0
(en laat vooral weer een ster achter 🌟)
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top