32.2 Mappen en katten

'Wat ben jij voor onderzoek aan het doen?' vroeg Rea die er nu bij was komen te staan al was haar aandacht ook deels op de kat die het alles behalve erg vond dat er nu meer mensen om hen heen stonden. Het betekende dat die nu meer aaitjes over hun kop kreeg.

'Eén naar: hoe je zorgt dat een beschermengel niet vervelend doet,' antwoordde ik.

'Is dit die ene missie?' vroeg ze.

'Die ene die al jaren open staat en steeds weer naar mijn hoofd geslingerd wordt? Ja, dat is hem,' zei ik en ik zag een frons op Rea's gezicht. Mijn toon was waarschijnlijk iets te geprikkeld om mij geen frons te geven.

'Alles goed daar, Nick?' vroeg ze met een kleine lach.

'Ik wil dit gewoon afgehandeld hebben,' zei ik en wreef vermoeid over mijn gezicht. 'Dit is een missie uit mijn vijfde eeuw, je zou toch zeggen dat nu ik in de zesde zit er toch beter mee om zou kunnen gaan?'

'Soms kosten dingen gewoon tijd,' zei ze. 'Weet je nog die missie waar ik een jaar over had gedaan?' Ik glimlachte.

'Maar goed dat je mij had.'

'Kan je niet iemand om hulp vragen dan?'

'Aleron zei dat ik het zelf moest oplossen,' zei ik en ik was even stil door de flashback aan dat moment. 'Kut man, ik heb hem echt nooit zo boos gezien.'

'Ik moet zeggen dat ik veel leerlingen met emoties heb gezien die ze nooit eerder vertoont hebben,' zei ze en ze keek mij aan. 'Dat geldt ook voor jou. Je weet dat je er over kan praten.'

'Ik weet het, alleen is het lastig om alles onder woorden te brengen of om er met andere erover praten als ze me van die afkeurende blikken geven.'

'Afkeurende blikken?' vroeg Rea wat verward. Ik gebaarde met mijn hoofd naar Yerras die een volgende map op had gepakt.

'Ik heb een zielloze broer, weet je nog? Het doet mijn naam niet al te goed,' zei ik en ik voelde een vreemd gevoel door mijn lijf heen gaan. Was dat ook waarom Redmar me ontweken had? Ik besloot Rea naar meer antwoorden te vragen. 'Heb jij Redmar misschien nog gesproken?'

'Gesproken is een groot woord,' zei ze met een lach. 'Ik heb hem langs zien lopen, maar kennelijk ontwijkt hij iedereen zoals gewoonlijk weer als de pest.'

'Oh, oké,' zei ik, maar ik voelde me niet opgelucht. Had ik ergens verwacht dat ik meer voor hem betekende dan anderen? Ik voelde me bijna dom zo gedacht te hebben. Natuurlijk was ik niet bijzonder. Dat hij in de tussenwerelddimensie steeds mijn arm had gepakt, was enkel omdat hij steun nodig had, meer niet. Al die spar sessies, missies en gesprekken die we hadden waren niks. Had ik me dingen verbeeld? Had mijn hoofd dingen in lopen vullen die ik nooit ingevuld moest hebben?

'Maar geef me ook eens zo'n map aan,' zei Rea voor ik dieper in mijn gedachten verzuild raakte, 'dan kan ik je helpen een oplossing voor je beschermengel probleem te vinden.'

Met z'n drieën kwamen we met een plan. Of het een goed plan was, was iets anders, maar het klonk beter dan iets waar ik ooit zelf op had kunnen komen. Het idee was met de hulp van Dorian -Killian ging ons vermoorden, maar dat namen we maar voor lief- dichter bij de ziel te komen. 

Dit was hem het eerste contact laten maken om dan met zijn hulp een halve vriendschap te vormen. Ik was er niet een al te grote fan van, maar Yerras maakte een goed punt dat er een grotere kans was dat de beschermengel met mij zou willen praten als ik een positieve relatie met degene die die beschermde had. 

Rea stelde voor Dendra ook in te zetten, wegens die nog geen demon had en dus minder op zou vallen voor de beschermengel. Misschien dat ik in al deze chaos eindelijk deze missie achter mijn rug zou hebben en ik vertrok met Yerras naar mijn nieuwe missie als student.

Wat twijfelend stond ik bij een van de vele collegezalen. Net zoals vorige keer vertrouwde ik dat Yerras' gevoel ons naar de goede zaal bracht en ik werd niet teleurgesteld. Het donkerrode haar van Dorian was zeer moeilijk te missen en ik was blij dat hij ons deze keer ook herkende.

'Hier voor een update?' vroeg hij. 'Of is er nu iets anders aan de hand?'

'Hier voor een update,' zei ik en ik keek achter me voor een moment. We hadden een rustige plek opgezocht, maar ik was toch bang dat ze ergens in de buurt was met de beschermengel. We moesten niet hebben dat die iets van dit gesprek mee zou krijgen.

'Er valt niet meer up te daten dan wat ik mijn vader heb verteld,' zei hij en ik gaf hem een vragende blik.

'Dus alles oké met de ziel die er niet hoort te zijn?'

'Ik weet oprecht niet wat er verkeerd mee zou moeten zijn,' biegde hij op. 'Er is niks veranderd de afgelopen weken en ik denk ook niet dat ze het door heeft dat ze niet zou moeten leven.'

'Oké,' zei ik en ik dacht wat na. 'Heb je wel haar beschermengel gespot?'

'Beschermengel?'

'Ja, een irritante gozer, lijkt heel erg alsof hij een oudere broer van haar zou kunnen zijn. Heeft permanent een argwanende blik in zijn ogen.'

'Ik weet wel dat er soms iemand is die de anderen niet opmerken. Het is een beetje ongemakkelijk hoe hij op een afstand iedereen staat te bespieden die in de buurt van Linde komt. Ik had mijn vader er naar gevraagd, maar hij had mij verteld dat het geen manifestatie was dus dat ik me er geen zorgen over hoefde te maken.'

'Dan denk ik dat dat hem is,' zei ik. 'Hij is een beetje de reden waarom ze nog leeft.'

'Is dat juist niet goed? Zijn beschermengelen daar juist niet voor?'

'In haar geval niet. Het klinkt een beetje ongelukkig, maar het is nu eenmaal zo.' Dorian wreef over zijn gezicht.

'Soms denk ik te snappen wat jullie allemaal moeten doen, maar dan komen jullie met dingen zoals dit en snap ik er weer helemaal niks van.'

'Ja, dat krijgen we wel meer te horen,' zei ik terugdenkend aan Kiara die het nog steeds niks vond dat we telkens bleven controleren of het goed met haar ging. Ze leek duidelijk niet door te hebben hoe onrustig haar bestaan was. Ik vroeg me onbewust af hoe de dood van haar vader haar bevallen was. 'Het is iets wat je gewoon moet accepteren, hoe vreemd het allemaal ook klinkt.'

'Ja, leerling van De Dood zijn klinkt als een zeer vreemd beroep. Alhoewel, kan je het wel een beroep noemen als je niet echt wordt uitbetaald?'

'Oh, we worden wel een soort van uitbetaald,' zei ik met een lach. 'Hoe denk je anders dat we eten kunnen kopen?'

'Daar heb je een punt,' zei hij en hij zuchtte diep. 'Jeetje, oké. Maar die beschermengel dus, moet daar nog iets mee?'

'Je bent me voor,' zei ik en ik keek even naar Yerras om zekerder van mijn zaak te zijn. 'Er is inderdaad iets wat we van je zouden willen vragen, maar als je daar niet te veel voor voelt, voel je niet verplicht het te doen.'

'Dan wil ik eerst weten wat het is voor ik daar iets over kan zeggen,' zei hij met een kleine glimlach. 'Al ben ik niet al te groot fan van in de buurt komen van vreemde wezens. Die keer dat jullie toen mijn slaapkamer in kwamen lopen was niet de beste dag van mijn leven.'

'Oh, die keer met die Oze? Monster met tienduizenden ogen?'

'Ja, die,' zei Dorian en hij slikte merkbaar. 'Dus zolang het dat niet is zal ik het overwegen.'

'Dat is het niet, maak je geen zorgen,' zei ik geruststellend, ondanks ik me een beetje zenuwachtig voelde. 

Het voelde toch niet honderd procent verantwoord om zo misbruik te maken van Dorian, -al was misbruik een groot woord, maar wel een woord dat Killian zou gebruiken- het was enkel toeval dat hij een deel van het plan was geworden wegens hij naar dezelfde universiteit als Linde ging. Als dat niet het geval was geweest, was het een heel ander verhaal geworden. 'We moeten in aanraking met haar zien te komen zonder verdacht over te komen op de beschermengel.'

'Dus je wil dat ik een date voor je met haar regel?' vroeg Dorian en ik lachte.

'Als ik je dat zou vragen zou ik me nog meer als een lul voelen,' antwoordde ik, er ging momenteel zoveel in mijn leven om dat ik dat er niet bij zou kunnen hebben. Ik moest toegeven deze opdracht er ook niet bij te kunnen hebben, maar ik kon het niet maken dat Aleron aan te doen. 'Nee, meer in het thema van volg je misschien binnenkort een vak samen met haar waar ik bij zou kunnen zitten voor groepswerk of iets in die richting?'

'Je denkt echt dat ik haar heel goed ken.'

'Je kent haar en dat is iets.' Dorian kreeg een diepe frons op zijn gezicht.

'Misschien is dit dan juist het moment haar beter te leren kennen,' kwam Yerras ertussen en hij keek Dorian aan alsof hij hem probeerde te betoveren met een blik.

'Ja, ze zit ook bij dezelfde studievereniging, dus daar is misschien iets te doen,' zei Dorian wat twijfelend. 'We hebben altijd mensen nodig voor de commissies en ik dacht dat ze in eentje zit die echt een groot tekort heeft. Wie weet ligt daar een betere mogelijkheid.' Yerras en ik keken elkaar aan en daarna weer terug naar Dorian.

'Nou, Nick, ik zou zeggen: schrijf je in,' zei Yerras met een onheilspellende glint in zijn ogen.

'Schrijf jij je dan ook in?'

'Als het mag. Ik moet zeggen dat we dan misschien meer kans van slagen hebben wegens die beschermengel mijn gezicht nog niet kent.'

'Dan maak ik hieruit op dat ik jullie binnenkort als nieuwe leden kan verwachten?' vroeg Dorian plots waar hij eerst nog niet helemaal overtuigd was over de uitvoering van het plan.

'Ja, maar eerst gaan we even zorgen dat we bij de universiteit ingeschreven staan,' zei ik met lach.

'De eerste stap is in ieder geval al gezet.'

-///-

Het was vreemd om weer in de collegebanken te zitten, maar het was nog vreemder om hier samen met mijn broer te zitten. Een paar maanden geleden zou ik iedereen gek aan hebben gekeken die me zou zeggen dat mijn broer op een dag weer voor me zou staan, maar nu we hier waren kon ik me eigenlijk geen andere wereld meer voorstellen. 

Het was vreemd, alsof er een vorig leven naar me teruggekeerd was. Alsof er weer iets klopte in de ophopende vragen die ik de afgelopen jaren verzameld had. Het enige waar ik nog wel mee zat was dat hij geen ziel had. 

Wat had ervoor gezorgd dat hij die kwijt was geraakt? Ik had hem er naar proberen te vragen, maar hij had me al meermaals verteld niet veel meer van zijn eerste leven te weten en enkel te weten dat we familie waren. Ook herinnerde hij zich een extreme kou die mij enkel schuldig liet voelen. Ik was nog steeds degene die hem vermoord had, dat veranderde niet.

Ik lette niet heel goed op terwijl een professor een moeilijk begrip uit aan het leggen was. Mijn gedachten probeerde de mysteries die mijn broer omgaven uit te puzzelen. Zou hij misschien per ongeluk zijn ziel verkocht hebben? Het leek me namelijk gek om als tien jarig kind een contract met een heks te sluiten. Dat was iets wat volwassenen deden, niet kinderen, zelfs niet in mijn tijd. 

Wie weet had iemand zijn ziel verkocht zonder dat hij het wist? Misschien had een van onze ouders onbewust zijn ziel verkocht, of iemand anders van onze familie. Maar wegens Yerras niks wist zou ik enkel antwoord kunnen krijgen van de demon die zijn ziel had. Er daar achter te komen was onmogelijk behalve als ik mijn ziel aan die heks zou kunnen verkopen. 

Een zeer onwaarschijnlijk voorval, omdat ten eerste Yee dat niet toe zou laten, mijn ziel was nu eenmaal aan hen beloofd en ten tweede had ik maar een halve ziel te geven. Ik moest accepteren dat ik nooit een antwoord zou krijgen, maar ik kon merken dat ik me er niet bij neer kon leggen. 

Misschien zou dat veranderen als Yerras weer uit mijn leven zou verdwijnen, iets waarvan ik hoopte dat het niet hoefde te gebeuren. Ja, het was misschien vervelend dat veel leerlingen hem voor geen meter vertrouwden, maar ik had het vermoeden dat als ze dat wel zouden doen hij enorm van pas zou komen. 

Hij was duidelijk, door geen ziel te hebben, in goede connectie met de tussenwereld. Hij kon magie naar zijn hand zetten en hij had een richtingsgevoel waar ik jaloers op was. Hoe kon de rest dat nog niet zien? Of was ik zoals gewoonlijk weer te goedgelovig? Mijn ogen gingen terug naar voren en ik vroeg me af hoe lang geleden het was dat ik hier had gezeten, dat ik me weer onder de mensen had begeven. Het was toen niet door een beschermengel, dat wist ik zeker.

Dagen gingen voorbij waarbij ik niet al te veel succes had met het in contact komen met Linde. Haar beschermengel stond telkens weer in de weg als ik haar kant op wilde gaan, maar het voordeel was wel dat ik hem daardoor afleide. Hierdoor konden zowel Yerras als Dendra haar begroetten en eerste gesprekken met haar beginnen. 

Het was de eerste stap en een stap die jaren geleden had moeten worden gezet, maar wat telde was dat we er nu eindelijk vaart achter begonnen te krijgen. Het was Dendra zelfs gelukt in dezelfde commissie als Linde te belanden. Het waren de kleine overwinningen die telden.

'Ik kan echt niet zeggen hoe leuk het is,' zei ze mij toen we weer een keer samen terug naar de kerkers liepen, Yerras volgde ons op de voet. 'Dit is echt de beste opdracht die ik in tijden heb mogen doen. Bedankt dat je me mee wilde nemen.'

'Geen probleem, ik kan moeilijk nee tegen Rea zeggen,' zei ik met een lach. 'Dus eigenlijk moet je haar bedanken.'

'Doe ik altijd,' zei Dendra trots. 'Ze hoort het graag.' Ik gaf haar weer een glimlach en ik zag een bekend huis in de verte verschijnen.

'Ik vind het toch jammer dat ze dood moet,' zei Dendra plots. 'Ze is gewoon heel aardig. Kunnen we geen uitzondering maken?'

'Als dat kon dan hadden we hier nu niet gestaan,' zei ik met een zucht. 'Ik wil het even veel als jij het wilt dat het zou kunnen. Het zou me ook veel werk besparen.'

'Rea zei dat jullie uren in de archieven hadden gezeten om op een idee te komen.' Ik knikte.

'Voor mij was het dagen,' zei ik, 'Maar gelukkig kon ik op haar hulp en die van mijn broer rekenen.' Dendra keek achterom naar Yerras die een glimlach van erkenning gaf die zij wat voorzichtig spiegelde.

'Heeft hij echt geen ziel?' vroeg ze op een gedempte toon, maar ik wist vrij zeker dat Yerras dit hoorde. Iets wat bevestigd werd door zijn opmerking.

'Jullie hebben een halve, dus zo gek zou dat toch niet moeten zijn?' zei hij.

'Die van mij is nog heel,' zei Dendra wat beschermend, maar het deed haar duidelijk wel denken. Misschien was er binnenkort een iemand minder die verachtend naar mijn broer keek.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top