30.1 Achter de houten tralies
Ik had verwacht dat ik op een punt hier zou eindigen, maar ik was verbaasd dat ze er zo lang over hadden gedaan. Hoewel Aleron met het idee was gekomen in zijn verslagen toestand, zag ik dat het enkel was om minder aan zijn hoofd te hebben. De enige die me hier echt wilde hebben was Killian en dat was goed, zeer goed zelfs.
Hij was het meest vermakelijks om in de weg te zitten. Daarnaast was ik blij een moment alleen te kunnen zijn en na te kunnen denken. In de tussenwereld was er steeds meer bij me teruggekomen en een bekende duisternis had me steeds nauwlettend gevolgd. Ik had nu zoveel informatie dat ik ook niet helemaal wist wat ik ermee moest doen.
Een deel had ik makkelijk kunnen gebruiken en een deel had plannen in werking kunnen zetten. Nu was alleen nog de vraag hoe ik mijn uiteindelijke doel zou gaan bereiken. Een doel wat me naar het kerkhof had getrokken en nu eindelijk enigszins logisch was. Ik ijsbeerde wat heen en weer, hopend daarmee meer bloed naar mijn hoofd te laten stromen om beter na te kunnen denken. Ik was zo diep in gedachten dat ik bijna niet hoorde dat er iemand binnen kwam, maar gelukkig was ik oplettend genoeg om het op tijd binnen te krijgen en ik stopte met lopen.
'Ah, mijn eerste bezoeker,' zei ik met een glimlach. 'Ik vroeg me al af of ik in eenzaamheid zou wegrotten.'
'Ik kan je toch moeilijk laten verhongeren,' zei Nick en hij gaf me een glimlach terug. 'Het is rijst met gewokte groente, het stelt niet veel voor, maar niemand heeft echt trek momenteel dus beter dan dit kon ik het niet maken.'
'Ik klaag niet,' zei ik en ik nam het eten door de gaten in het hout aan. Ik zette het op de grond neer om aan de maaltijd te kunnen beginnen. 'Hoe staat het verder boven?' Nick ademde diep uit.
'Je moet eens weten,' zei hij en hij ging in kleermakerszit voor me zitten. 'De ene helft ligt ziek in bed en de andere helft verdwijnt op missies op zoek naar afleiding.'
'En jij zoekt je broer op.' Hij lachte.
'Ja,' zei hij met een glimlach en ik nam weer een hap van mijn eten. 'Ik kan je toch niet de hele dag alleen laten zitten?'
'Ik waardeer dat je aan me denkt,' zei ik. 'Hoe gaat het met je vrienden? Zijn ze al wat bekomen van alles?' Nick keek weg, dat was te verwachten.
'Ik moet zeggen er zelf ook nog mee te zitten,' bekende hij.
'Wil je erover praten? Wie weet kan ik je wat antwoorden geven.' Bij het tweede perkte hij meteen op.
'Ik heb je nog helemaal niet verteld wat er gebeurde,' zei hij. 'Het was zo vreemd. Het ene moment was ik bij Killian, het volgende moment was ik bij de anderen.'
'Maar niet bij ons.'
'Nee, dat maakte het alleen maar vreemder.'
'Wat voelde je?'
'Duisternis? Als in ik probeerde naar iets uit te reiken, maar het lukte niet. Ik hoorde gelach.'
'Hm, nog meer?' Een diepe frons verscheen op zijn gezicht en hij schudde uiteindelijk zijn hoofd.
'Het is moeilijk te herinneren,' zei hij. 'Alsof het een droom was geweest.'
'Dat is gewoonlijk in de tussenwereld.'
'Echt?' Ik knikte.
'Ik ben er kennelijk vaak geweest, maar ik kan me het maar van een paar keer herinneren, met de uitzondering als ik er ben.'
'Dus toen je terug was, wist je dat je er heel veel vaker was geweest?'
'Ja.'
'Hoe ben je nog niet helemaal gek geworden?' Ik haalde mijn schouders op.
'Misschien dat het te maken heeft met dat ik geen ziel heb.' Hij lachte.
'Dat zal het wel zijn.' Het was even stil.
'Ik heb het gevoel ook een keer buiten de tussenwereld gehad,' zei hij opeens.
'Erbuiten?'
'Ja, maar dat was met een corrupte ziel,' hij wreef wat ongemakkelijk in zijn nek. 'Ik was vrij zeker dat het die keer niet mijn schuld was, maar het was geen prettige ervaring. Het leek alsof ik verdronk.' Ik trok verbaasd mijn wenkbrauwen op en probeerde mijn broer beter af te lezen. Dat was een interessante opmerking en ik wist dat dit een detail was dat ik onthouden moest.
'Maar hoe voelde het voor jou?' vroeg hij. 'Je zegt dat je er vaak geweest bent, dus dan moet je ook gekke ervaringen hebben, toch?' Ik lachte.
'Te veel om op te noemen, maar niet die ik me sterk kan herinneren.'
'Het voelt als een droom,' zei Nick, zijn vorige woorden herhalend. 'Al vind ik het eerder nachtmerries.'
'Ik weet wel dat het fijner voelt dan in het niks te vallen.'
'Herinner je je ook dingen van vroeger?'
'Vroeger?'
'Ja, van voor dat je- ik- nou ja. Het is wel eeuwen geleden dus-'
'Nee.' Nick keek me geschrokken aan.
'Maar hoe wist je dan dat ik je broer was?'
'Een gevoel.' Nick perste zijn lippen op elkaar alsof hij niet blij was met het antwoord, maar er nog over moest nadenken waarom dat precies was.
'Maar de raaf dan?'
'De raaf? Je bedoelt die in één van de zijstraatjes bij de club lag?'
'Ja,' zei hij. 'Vroeger hebben we er ook een gered. Weet je dat nog?' Ik schudde het hoofd, ondanks dat ik precies wist waar hij het over had. Het gaf mij enkel voordelen hem te laten denken dat ik niks meer van die tijd wist.
'Dat is eeuwen geleden, Nick. Ik heb tussendoor ook zoveel gaten in mijn geheugen dat als ik iemand van een vorig leven tegen zou komen ik ze niet eens zou herkennen ook al kende ik ze mijn hele leven.'
'Oh.'
'Sorry, Nick, het is niet iets dat ik in de hand heb.'
'Het is oké, ik heb zelf ook niet het beste geheugen dus wie weet zit het gewoon in de familie.'
'Ik vrees dat dat het is.'
'Is er trouwens nog iets wat ik voor je kan halen zodat je je niet verveeld? Ik heb nog een oude muziekspeler liggen die je mag gebruiken. Aleron heeft misschien nog wel een kruiswoordpuzzel voor je en we hebben een hele bibliotheek waar ik een boek voor je kan halen? Of was je er nog met een bezig?'
'Een nieuw boek kan nooit kwaad,' zei ik met een glimlach en ik zag dat hij blij was dat hij iets voor mij betekenen kon. Ik had niet verwacht dat hij uiteindelijk met een stel boeken en een rubix cube aan zou komen zetten, maar nu zat ik met de kleuren kubus in mijn handen. Ik probeerde het normaal te doen, niet de magie door mij heen laten gaan terwijl ik de oplossing probeerde te vinden, maar het was teveel werk om het niet te laten.
Nick had duidelijk moeite gedaan alle blokjes goed door elkaar te husselen, maar mijn ogen zagen al snel de oplossing. Daarna was ik bezig patronen te maken en me te beperken tot een paar slagen, mijn ogen zagen alles en ik vond het vermakelijk de magie zo rond de kubus te zien spelen als indicatie. Paarse cirkels en connecties sprongen van kleur naar kleur, lieten mij weten welke laag welke kant op de draaien en het had een vreemd hypnotiserend effect.
'Je zit er nog steeds, goed,' hoorde ik en ik keek op van de puzzel.
'Ah ik keek al uit naar je komst,' zei ik met een glimlach en ik verplaatste mijn aandacht weer terug naar het voorwerp in mijn handen. Ik was vrij zeker dat Killian dat namelijk niet kon waarderen. Hij stond stil voor mijn cel en hij bekeek duidelijk de gele zegels die, sinds ik mijn magie rond mijn vingers had, aanwezig gloeide. 'Verbaasd dat alle zegels nog heel zijn?' Hij gaf geen antwoord, maar ik wist dat hij hier anders niet zou zijn.
'En ik hopen dat je zou slapen,' zei hij de eerste woorden die hij na een lange stilte tegen mij zei.
'Ach, ik heb niet veel slaap nodig,' zei ik, legde de nu weer correcte kubus naast mij en ik stond van het grond bed, waar ik me thuis had gemaakt, op. In lange passen liep ik naar hem toe zodat ik hem beter aan de andere kant van mijn tralies kon zien staan. Ik kon niet laten naar hem te glimlachen terwijl hij me met een verachtende blik aankeek. 'Dus ben jij hier ook om mij te vermaken? Heb je nog een boek wat je aan kan bevelen?'
'Ik ben hier alleen om te zorgen dat je hier blijft.'
'Dat is erg aardig van je, ik moet zeggen vaak bang te zijn ontvoerd te worden.' Hij verroerde geen vin, maar ik wist dat het niet lang ging duren tot ik hem over het randje kon krijgen. Elke leerling, of ze het wilde of niet, was beïnvloed door de dood van De Dood. Ik merkte het al bij Nick, klaar om zich aan elk beetje informatie vast te klampen van wat er zou gebeuren.
Nu merkte ik het ook bij Killian die een masker voor zijn gezicht hield om al zijn opgekropte emoties te verbergen. Het was niet niks iemand zo te verliezen en ik was van plan er volledig misbruik van te maken. Want er was een plan dat gevolgd moest worden en dat plan was hiermee begonnen.
Dat ik twee Doods in een klap had gevangen maakte het enkel een beter startpunt. De focus zou nu daar zijn en niet op mij, want ik moest toegeven al die brandende ogen op mij zat te zijn. Als het alleen Killian was, kon ik daar mee leven. Hij was een leuke uitdaging die ik erbij kreeg.
'Ik hoop je binnenkort weer te zien,' zei ik toen hij duidelijk zijn nodige controle op de zegels had gedaan. Killian lachte.
'Dat ga je zeker,' zei hij en hij keek me met een doordringende blik aan die me enkel de glimlach op mijn gezicht liet behouden.
'Gelukkig, ik zou niet weten wat zonder je aanwezigheid te moeten.'
'Zoals het hoort,' zei hij duidelijk om het laatste woord te hebben. Voor nu liet ik dat toe, maar ik kon niet wachten op het moment dat ik dat zou hebben.
Een paar dagen gingen voorbij en ik begon een idee van de routine te krijgen. Rea kwam ontbijt brengen, Nick lunch en avondeten en zo nu en dan checkte Killian of ik niet al uitgebroken was, maar vaak met een van de andere twee zodat hij niet met mij hoefde te praten. Dat was tot een nacht toen zijn schaduw plots voor mijn cel verscheen.
'Waar heb ik dit bezoek aan te danken?' vroeg ik hem. Zijn rode haren zaten slordig en hier en daar hingen plukjes ongehoord voor zijn gezicht. Hij had duidelijk een zware nacht gehad, arm ding. 'Van iedereen die rond dit tijdstip kon langs komen, verwachtte ik jou als laatste.'
'Voel je maar niet te bijzonder,' zei hij met een dreigende ondertoon die mij deed glimlachen. Ik zette me zonder al te veel moeite van de celmuur af en ik ging tegenover hem achter de tralies staan. Iets wat ik maar al te graag deed als hij er was. Het irriteerde hem namelijk, meer hoefde ik niet te bereiken.
'Maar je onverwachte bezoek laat me dat wel doen, Killian,' zei ik spinnend en ik genoot van de afschuw die op zijn gezicht verscheen. 'Al denk ik niet dat je hier bent om gezellig met me te praten.'
'Hoe raad je het,' zei hij met een lach. 'Nee, ik ben hier om je te waarschuwen.'
'Oh? Waarvoor?'
'Voor mij.'
'Wat aardig van je.'
'Ach ik moet toch iets doen tegen degene die langzaam maar zeker iedereen warm voor zich maakt? Ik ben niet van plan ervoor te vallen.'
'Dat vind ik oprecht jammer om te horen, Killian. Kunnen we geen vrienden worden?'
'Nee, Yerras,' zei hij en hij spoot mijn naam uit alsof het het smerigste was wat hij ooit geproefd had. 'Maak één verkeerde stap en ik maak je van kant.'
'En Nick dan?' Hij snoof.
'Dit is voor zijn eigen bestwil,' zei hij. 'Daarnaast kan die idioot nooit lang boos op me zijn.'
'Dat gaan we nog zien,' zei ik en kantelde mijn hoofd om hem net iets beter door de houten gaten van mijn cel te kunnen zien.
'Je moet het gewoon niet zo ver laten komen.'
'Dus jij denkt dat ik uiteindelijk uit deze cel kom? Jij gaat niet zorgen dat ik hier wegrot?'
'Als ik het kon zou je hier zo lang ik leef niet meer uitkomen.'
'Wat romantisch, kom je me dan ook elke dag opzoeken?'
'Oh zeker, ik kan niet wachten je te zien wegkwijnen.'
'Ik kijk er nu al naar uit,' zei ik voor hij weer weg kon lopen.
Hij gaf me een zijdelingse blik die me enkel van binnen liet lachen. Hij dacht de overhand te hebben, maar ik wist dat ik meer kennis dan hij had. Hij zou het nooit toe willen geven en dat was perfect. Ik keek nu al uit naar onze volgende gesprekken.
---
Yerras' prespectief is echt een genot om te schrijven
Laat vooral een stem voor hem achter
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top