24.2 Reddingen op het spoor

Yerras zei misschien wel dat we rechts moesten, omdat het anders aanvoelde, maar ik kon niet laten te denken dat het wel ver weg was. Het hielp ook niet dat ik Redmar ondersteunde die gelukkig wel steeds meer van zijn eigen gewicht leek te dragen. En eigenlijk vond ik het zo erg nog niet dat hij dichtbij me liep, zo kon ik hem goed in de gaten blijven houden.

'Staat daar nou een huis?' vroeg ik verward toen er iets anders dan mist aan de horizon verscheen. 'Wie zet er een huis in de tussenwereld neer?'

'Dezelfde die er het spoor heeft neergelegd?' zei Redmar en ik gaf een kleine lach.

'Ja, wie weet.' De rest van de groep stond wat afwachtend bij de deuropening zonder deur van het huisje, maar had duidelijk al wat plannen neergelegd voor wij er waren.

'Kijk, we kunnen gewoon naar binnen gaan,' zei Killian, 'en dan zien we wel. We kunnen niet veel anders hier.'

'Toch vertrouw ik het niet,' zei Rea en haar blik ging naar Yerras. 'Jij voelt het ook, toch?' Mijn broer knikte. Zijn blik ging naar Killian.

'Als je wil, kan ik met je mee, dan weten we zeker dat je terugkomt.' Killian rolde met zijn ogen.

'Is dat nu echt de enige optie?'

'Wat als ik mee ga?' vroeg ik en alle blikken waren op mij gericht. 'Yerras heeft me al een keer gevonden, een tweede keer moet dan ook lukken, toch?'

'Het is een mogelijkheid,' zei mijn broer en ik keek Killian afwachtend aan.

'Dan komen we er wel achter wat er binnen is,' zei hij bedenkelijk. 'Oké. Klinkt als een plan, vind je niet Rea?' Ze knikte.

'Meer een plan dan eerst.'

'Dan gaan we naar binnen.' Mijn blik ging naar Redmar, die er iets beter uitzag dan eerst en ik was opgelucht te zien dat hij nu zonder mijn hulp op twee benen wist te staan.

'Red je het zonder steun?' vroeg ik hem. Zijn hand, die weer mijn arm had gevonden, liet bijna twijfelend los en hij gaf een klein knikje.

'Oké,' zei ik. 'Ik hoop dat ik er geen spijt van ga krijgen.'

'Daar is maar een manier om achter te komen,' zei Avi achter me. Ze had gelijk en ik liep naar Killian toe om hem daarna het huis in te volgen.

Binnen was het niet al te bijzonder. Het was wat ik verwachtte: klein en het had dezelfde ramen die aan de buitenkant zaten. Er was op een tafel na geen meubel te bekennen in de kale plek. Ik keek achterom en ik zag dat er een deur was waar eerst enkel het frame was. Een frons later pakte ik de deurknop en ik was blij te voelen dat die niet op slot was.

'Nu al terug?' vroeg Avi.

'Zien jullie de deur niet?' vroeg ik terug.

'Welke deur?'

'Deze,' zei ik en wees naar de deur die nog steeds in verbinding met mijn hand stond.

'Nee.'

'Vreemd,' zei ik en ik deed de deur zonder veel na te denken weer dicht. 'Nog wat gevonden?' vroeg ik Killian die zijn hoofd schudde. Zijn hand lag op een van de muren.

'Ik denk niet dat er- Oh, dat is leuk.'

'Wat is leuk?' Mijn ogen volgden Killians blik en ik zag dat de tafel van uiterlijk veranderd was. 'Dat was er eerst niet, toch?'

'Zeker niet,' zie Killian met een pretgezicht. Zijn vingers liet hij over de twee verschenen schermen gaan en daarna over de vreemde knoppen die er onder lagen. De beelden schoten aan en ik liep in lichte angst naar de deur toen. Kut, de deur ging niet open. Ik zocht uit gewoonte naar mijn sleutel, maar was vergeten dat ik eerder in deze dimentie al geconcludeerd had dat ik die niet op zak had.

'Weet je zeker dat je niks aan hebt geraakt wat niet moest?' vroeg ik. 'De deur is nu dicht.' Killian hoorde mijn woorden duidelijk niet. Zijn aandacht was volledig op het tafereel voor hem gericht.

'Dit is heel interessant,' zei hij en ik zag dat er nu iets op de beelden geprojecteerd was. 'Was als ik...' Zijn grijns werd breder en met een verontrustende frons kwam ik naast hem staan.

'Liggen er nu mensen op het spoor?' Mijn adem stokte in mijn keel, maar ik was al blij dat ik geen gezicht herkende.

'Het is het trolleyprobleem,' zei Killian te blij voor de situatie waar de mensen in verkeerden.

'Het wat?' vroeg ik verloren.

'Als er een trein aankomt kan je het zien.'

'Ik weet niet of ik wil dat er een trein aankomt.'

'Dan ga je weer naar buiten.'

'De deur is op slot.'

'Kan je broer daar niet iets tegen doen?'

'Had je die maar mee moeten nemen.'

'Niet een optie.' Het was even stil.

'Wat heb je eigenlijk tegen Yerras?'

'Ik vertrouw hem voor geen cent.'

'Waarom?'

'Waarom vertrouw jij hem wel?'

'Het is mijn broer.'

'En?' Ik zuchtte diep.

'Hij,' mijn gedachten gingen terug naar toen hij de kraai had gevonden, 'hij heeft nog niks gedaan om dat vertrouwen te breken.'

'Hij is zielloos, Nick. Dat moet genoeg reden zijn.'

'Dat ben jij bijna ook.'

'Ik heb nog één derde ziel,' zei hij en hij drukte op een van de knoppen onder het tweede scherm.

'Wat deed je net?'

'Zorgen dat het probleem opgelost wordt.'

'Wacht over welk probleem hebben we het nu?' Killian gebaarde naar de schermen.

'Dit probleem,' zei hij. 'Ik zei toch dat je op een trein moest wachten.'

'En daarom drukte je op de knop onder het spoor met de meeste mensen?'

'Hoe meer hoe beter,' zei hij. 'De bodemwereld heeft toch last van een overpopulatie.'

'Killian, wacht. De trein gaat over ze heen rijden?'

'Ja,' zei Killian en gaf me een schouderklopje alsof ik een voldoende had gehaald voor een een of ander examen. 'Ik ga ervanuit dat door de extreme keuzes te maken we hier sneller uit komen. Het is tenslotte de tussenwereld.'

'Is dat de beste keuze?'

'Nick,' zei Killian met een zucht. 'We zijn leerlingen van De Dood. Op dagelijkse basis moeten we zielen nemen.'

'Dat is niet met een trein.'

'Nee, maar het heeft wel hetzelfde idee. Waar we van een de ziel nemen, nemen we die van een ander niet.'

'Help me onthouden dat jij in combinatie met voertuigen op het spoor gevaarlijk bent.'

'Weet je zeker dat ik je daar aan moet helpen onthouden?' Ik keek hem voor een paar seconden aan.

'Klootviool.' Killian lachte hartelijk en zijn blik ging weer naar de schermen.

'Ah, ik heb het gemist,' zei hij oprecht teleurgesteld.

'Maniak.'

'Ik moet toch ergens in dit ellenlange leven plezier uit halen.'

'Zoek gewoon betere hobby's.'

'Ik vind dit wel een goede,' zei hij. 'Kijk eens of de deur al open is?'

'Nog steeds dicht,' antwoordde ik na het op alle mogelijke manieren gecheckt te hebben.

'Dan drukken we een nieuwe knop in.' Zijn hand ging naar een knop, maar ik stopte hem.

'Dat is een hele familie,' zei ik.

'Zeg me niet dat je nooit dat hebt gedaan.'

'Toen had het een reden,' zei ik.

'Kijk, Nick, we kunnen dit de langzame manier doen, maar ik heb daar geen zin in.'

'Wie zegt dat voor het andere spoor kiezen de langzame manier is?'

'Er brandde net letterlijk een groen knopje na die groep mensen aangereden waren.'

'Dat maakt het niet beter.'

'Dat maak het de uitweg.'

'Jij wil gewoon meer mensen zien lijden.'

'Dat ook.'

'Weet je zeker dat je een ziel hebt?'

'Wie weet is die van mij gewoon veel te corrupt.'

'Duidelijk.' Killian drukte zonder pardon de knop in en ik wilde wegkijken, maar wilde tegelijkertijd zien of er inderdaad een trein kwam. Die kwam er en ik moest mijn ogen op het laatste moment sluiten.

'Is de deur al open?' vroeg Killian. Ik probeerde de deurknop weer.

'Nee,' zei ik met een zucht die gevolgd werd door een blije lach van hem.

'Nog een probleem, geweldig,' zei hij. Ik besloot bij de deur te blijven staan, hopend dat die eindelijk open ging voor ik helemaal gek werd. Hoe zou het met de rest gaan? vroeg ik me af. Zouden ze al denken dat het te lang duurde tot we terug waren? Ik hoopte dat ze niet plots door monsters belagen werden. Zou Redmar nog bij bewustzijn zijn? Zou ik Yerras elk moment moeten verwachten?

Weer probeerde ik de deur, maar ik werd weer teleurgesteld. Waar Killian de tijd van zijn leven had, was ik langzaam in een zee van paniek aan het vallen. Het leek alsof ik claustrofobisch begon te worden.

'Dat was het,' zei Killian plots.

'Dat was het?' vroeg ik wat verward.

'Probeer de deur.'

'Doe nog steeds niks.' Een frons kwam op zijn gezicht, maar toen hij achter zich keek zag hij iets.

'Dan moeten we de nieuwe deur proberen.' Mijn ogen gingen naar plots verschenen deur nummer twee en mijn gezicht ging door een sequentie van verwarring, onrust en onzekerheid.

'Ik weet niet of dat slim is...'

'Je broer zei dat hij je terug kon vinden, dus dan zou het geen probleem moeten zijn.' Ik deed mijn mond open iets te zeggen, maar het was niet of de deur aan mijn kant nu plots wel open ging.

'Oké,' zei ik, probeerde de deur voor een laatste en alweer teleurstellende keer en keek toe hoe Killian die andere opende. Voor een moment hoopte ik Redmar, Rea, Avi en Yerras te zien, maar ik werd teleurgesteld. Waar we naar binnenliepen was een enorm contrast met de ruimtes waar we eerder waren geweest. De muren leken oneffen beschilderd met bloed. Spetters waren te zien op een ooit witte vloer, waar nog op een paar plekken een aanwijzing van die kleur was. Aan onze linkerhand was het treinspoor dat onheilspellend onze aandacht vroeg.

'Ik denk dat als we het spoor terug volgen, we ze weer terug vinden,' zei Killian, maar zijn woorden trokken niet honderd procent tot me door.

'Wat?'

'Je hoorde wat ik zei. We gaan lopen.' Ik zag nu pas dat er in deze ruimte een muur miste, de muur waar het spoor lag.

'Ik hoop dat we ze snel terug vinden,' zei ik en verwachtte een opmerking over dat ik me niet moest aanstellen, maar werd verrast door de volgende woorden:

'Ik ook.'

---

Killian is een psychopaat voor wie dat nog niet door had 😇

Laat vooral een ster achter om te zorgen dat hij Nick niet weer voor een trein duwt


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top