19.2 Het kost minder een monsterziel te verliezen dan die van een mens

Zoals gewoonlijk, hoe dichter we bij de bron kwamen -deze keer de restanten van een oude scheur die al maanden geleden gedicht was- hoe meer monsters we tegen kwamen. Magie bleef altijd een ontmoetingsplek voor al deze wezens, maar het was het ook waar veel ontstonden. Magie zonder doel maakte zijn eigen vromen.

'Wil jij deze keer proberen de zegel de tekenen?' vroeg Redmar mij.

'Weet je dat zeker?'

'Het is niet de moeilijkste zegel die ik kan bedenken,' zei hij. 'Daarnaast... er zijn nog genoeg andere kamers waar je ze kunt oefenen. Het hoeft niet perfect. Die van mij was dat ook niet, maar het werkte.'

'Tot ik naar beneden viel.'

'Dat was niet iets waar jij iets aan kon doen,' zei hij. 'Het zorgde er wel voor dat het slijm niet brandde. Dat was het doel van de zegel.' Ik zuchtte diep.

'Oké,' zei ik, maar ik was niet helemaal zeker van mijn zaak. Redmar leek het op te merken door zijn blik zwijgend op mij te houden.

'Misschien...' begon hij en zijn blik ging naar Yee die nog steeds met een slecht humeur in mijn schaduw rondhing. 'Ik kan je helpen als Yee ze afleid.'

'Ik ga geen monsters afleiden.'

'Je magie doet het niet, dus wat was je anders van plan te doen?' vroeg ik en mijn demon keek me nijdig aan, ik voelde een rilling over mijn rug gaan, maar ik liet me er niet door intimideren.

'Oké, gaan jullie maar lekker leuk zegeltjes maken, je kan toch nooit een ronde cirkel zonder mij tekenen dus veel succes, Ni.' Hen spatte uit elkaar, maar nog wel met hun tanden bloot terwijl hen als een deken op de rustende losessen neerdaalde. 

Ik keek wat verontschuldigend naar Redmar, maar het leek hem duidelijk bekend voor te komen en hij gebaarde met zijn hoofd naar de muur. Ik ging naast hem staan terwijl hij mij uitlegde waar ik het meest op moest letten.

'Dikke rand aan de buitenkant,' zei hij en ik haalde wat bloed van mijn arm en tekende een wat scheve cirkel op de muur. 'Dunne daarbinnen.' Ik deed wat hij zei en ik keek hem vragend aan voor het volgende punt. 'Tussen de twee cirkels de tekens van keteken en verzachten.'

'En dat is het.'

'Ja. Het ziet er al beter uit dan die van mij.'

'We gaan er achter komen of die ook beter werkt,' zei ik, legde mijn hand in het lege midden en sprak de woorden uit die de zegel had. Het lichtte voor een moment wit op en magie schoot over de muren heen.

'Het werkt,' zei Redmar met einge trots in zijn stem en hij haalde zijn messen tevoorschijn. 'Zie je zo.' Voor ik het wist was hij weg. Telkens wist hij mij weer te verbazen met zijn snelheid. Iets wat me even aan Avi liet denken. Zij had ook altijd een vlugge manier van werken en het was wat het snelheidscontract duidelijk karakteriseerde. 

Ik hield mijn hand op de zegel terwijl ik met enige bewondering toekeek hoe hij links en rechts monsters neerhaalde. Hij miste er één, maar die werd al snel door Yee van kant gemaakt. De kamer zat helemaal onder de drek en Redmar haalde wat flesjes tevoorschijn toen ik de zegel verbrak.

'We zijn vergeten die vorige te verzamelen,' realiseerde ik me ineens en ik keek hem wat gespannen aan.

'Kut,' zei hij en hij had een frons op zijn gezicht. 'Het is... maar één monsterziel. Dat moet door de vingers te zien zijn.' Ik wreef een hand over mijn gezicht, maar realiseerde me te laat dat ik daardoor enkel meer groen spul in mijn ogen kreeg wat niet al te handig was.

'Soms,' zei ik, 'zou ik willen dat ik Killian was.'

'Die rotzak?' Ik lachte.

'Ja, zo kan je hem wel noemen.'

'Ik snap niet waarom je met hem omgaat,' zei hij wat scherp.

'Veel snappen ook niet waarom ik met jou omga.' Redmar snoof.

'Niet mijn probleem,' zei hij en hij stopte de zielen die hem omringden in de flesjes. Er was een harde blik in zijn ogen die ik maar zelden zag, maar volgens anderen bij hem de standaard was. Ik wist zelf nog niet helemaal of ik dat ook ooit ging meemaken of dat ik echt -zoals Rea dat zei- de uitzondering zou blijven.

'Maar hoe komt dat dan?'

'Wat?'

'Dat veel zeggen dat je -niet mijn woorden- niet uit te staan bent? Als in ik vind je oprecht prettig gezelschap.' Bij het eerste werden zijn ogen kleiner, maar verwarring nam al snel zijn gezicht over en hij keek wat puzzelend weg.

'Bedankt,' wist hij uit te brengen. 'Het is...' hij zuchtte diep, 'ze vragen te veel van me... denk ik? Het kost me teveel tijd.'

'En ik niet?' Redmar keek me aan.

'Nee?' zei hij nog steeds wat verward en er lag een wat vreemde glimlach op zijn lippen. Hij leek nog iets te willen zeggen, maar keek in plaats daarvan weg. 'We moeten nog wat monsters doden.' Ik keek hem voor een paar seconden nog wat onderzoekend aan, maar haalde uiteindelijk weer de kaart tevoorschijn. Ik was van plan zijn verandering van het onderwerp te accepteren.

'De punten komen dichterbij elkaar te liggen,' zei ik. 'Dus we hoeven deze keer maar twee kamers verder.'

'Durf je het nu aan de zegel zelf te leggen?' Ik knikte.

'Ik denk dat het wel moet lukken.' Er kwam weer een normale glimlach op zijn gezicht en we zetten onze opdracht voort in de volgende kamer.

'Oh kut,' zei ik toen ik de planten zag. 'En ik zo hopen dat er geen gades zouden zijn.'

'Ik haal je er wel uit als je erin komt te zitten,' zei Redmar en hij gaf me een bemoedigend klopje op mijn schouder. Ik verstevigde mijn grip om mijn zwaarden en ik ademde diep in.

'Yee? Kan je me een beetje snelheid lenen?'

'Kan je dat zelf niet creeëren?' vroeg hen.

'Jij bent de beste demon die ik ken,' slijmde ik, wetend dat dat soms werkte bij hen. 'Zonder jou stel ik niks voor en dat weet je.'

'Je hebt daar een punt, Ni,' zei hen. 'Zonder mij ben je inderdaad niks. Zelfs als mijn magie niet meewerkt ben je nog steeds beter af met mijn hulp.'

'Precies, dus?' Ik voelde een bekend gevoel mijn benen intrekken. Als ik mijn demon al opgeroepen had, was ik van plan hen te gebruiken ook, maar ik snapte heel goed waarom Redmar die van hem nog niet opgeroepen had. Als het niet hoefde, dan hoefde het niet. Daarnaast bewoog hij zonder toch al snel genoeg om de bijtende tanden van de monsterplanten te ontwijken. 

Tenminste dat leek zo tot hij met een been vast kwam te zitten. Het was iets wat ik enkel uit mijn ogen zag wegens ik toch echt mijn focus op de gades moest behouden. Er was een vloek en niet veel later voelde ik dat Yee -dit waren de beste woorden die dat omschreven- ineen kroop. Het was voor een klein moment, maar het liet mij weten dat Redmars demon, een derdegraads, opgeroepen was. De plant werd aan stukken geregen onder een demonische stem die de volgende worden onheilspellend zei.

'Kon je me weer niet missen? Heb je me weer nodig?' Ik weet niet helemaal wat ik van zijn demon had verwacht, maar hen was duidelijk anders dan Zis. Hen leek gevaarlijker, maar dat kon ook komen door Yee's reactie. Waar hen steeds meer op goede termen met Avi's demon was, was dit er een demon waar hen -volgens mij dan- nooit eerder mee in contact was gekomen. 

Mijn hart klopte zo vreemd in mijn keel dat ik maar net een hap van een gade kon ontwijken. Ik ademde diep in en uit terwijl ik mijn concentratie weer naar de monsters om mij heen verplaatste en niet naar de demon achter mij. Ik haalde een deuntje uit mijn uitgebreide muziek geheugen en ik merkte al snel weer mijn focus terug te hebben. Met enige opluchting ontwortelde ik de laatste gade en ik keek om naar waar Redmar stond. Hij haalde wat stof en wat van het groene slijm -waar we nog steeds onder zaten- van zijn benen af.

'Oh, wat een miezerig wezen,' zei Redmars demon plots, hun ogen op mij gericht. Yee leek trillend naast me te zweven.

'Nir,' zei Redmar waarschuwend in demonen tong waardoor er extra kracht achter leek te zitten, maar het leek zijn demon niet te stoppen.

'Ach, maar kijk toch. Het is een maar al te schattige tweedegraads die zich achter allemaal hogeregraads schuild.' Yee ontblootte hun tanden, maar een drukkend gevoel maakte daar al snel een einde aan. 'Pas op,' zei Nir met een zware adem en een sis geworteld in hun echoënde stem. 'Je wil toch niet gescheurd terug naar huis gaan?' Yee staarde Nir aan, hun lichaam wat zich naast mij deels gematerialiseerd had, was onrustig.

'Hoe klinkt het plan de zielen te verzamelen,' zei ik hopend de spanning op een of andere manier te kunnen verbreken, maar Nir zag dat duidelijk enkel als een suggestie die hen niet op ging volgen.

'Hoe heet de demon waar je nu bij bent? Was Kay niet leuk meer? Bang dat hen je toch op ging eten?'

'Daar moet je zelf bang voor zijn.'

'Wat fijn dat je bevestigd dat je je nog steeds achter ze verschuilt,' zei Nir en het drukkende gevoel werd sterker.

'Nir, handel dit in de tussenwereld af,' kwam Redmar ertussen voor Yee in hun woede zich, ondanks hun aanwezige angst, op Nir zou gooien. 'Er is een opdracht hier.'

'Jaloers dat ik je niet genoeg aandacht geef? Bang dat ik je verlaat voor dit mormel? Mar, maak je geen zorgen,' zei hen en hun ogen gingen nu naar mij. 'En hij hoort bij de verdrietige verschijning?' Ik slikte terwijl de demon hun millimeters vanaf mijn gezicht liet zweven.

'Nir,' zei Redmar waarschuwend.

'Is dit hem?' Er was een dodende blik vanuit Redmars kant en ik vermoedde dat een deel van het gesprek nu in zijn hoofd afspeelde. Nir gniffelde plezierig en hen nam hun afstand van mij, maar niet na mij een vreemd tevreden blik te hebben gegeven. 

Ik merkte dat ik weer kon ademen en ik ademde diep uit. Enigszins trillend gingen mijn ogen weer naar de kaart en ik was blij te zien dat Redmar Nir terug in zijn schaduw dwong. Het verklaarde nu ook waarom hij destijds in het bos meteen zijn betaling had geïnd. Ik snapte helemaal dat hij met zo'n demon zo snel als hij kon weer weg wilde hebben.

'Waar is het volgende punt?' vroeg Redmar mij vermoeid, maar ik vermoedde dat het niet van het omhakken van de gades kwam.

'Oude machinekamer, lekker groot en een perfecte plek van vinaten.'

'Je wilt die wel heel graag tegenkomen,' zei hij met een kleine lach die hem ergens wat moeite leek te kosten.

'Ik heb ze te lang niet gezien,' zei ik. 'En ze zijn best schattig als je ze al tien keer uit elkaar hebt laten spatten.' Ik kreeg een wat ongelovige blik terug, maar ik glimlachte, hopend dat het hem iets beter zou laten voelen.

Jammer genoeg waren de vinaten niet de enige die een thuis had gevonden in de machinekamer. Waar we eerst niet per se onze demonen hadden hoeven te gebruiken, kwamen ze hier meer dan van pas ondanks hun instabiele magie. Het eerste wat ik merkte toen ons gevecht tegen de wezens begon, was dat Nir extreem agressief was. 

Ik was bekend met Yee's bloedlust, maar dit was duidelijk een schepje erbovenop, of misschien wel tien schepjes als ik er wat meer over na dacht. Het was ook iets te snel voorbij. De vinaten leken zich niet te kunnen te verdubbelen in Nirs aanwezigheid en de zegel die op de grond was getekend zorgde ervoor dat alle vinaten zich moordlustig op Redmar stortten die ondanks zijn demon er niet zonder kleerscheuren vanaf kwam. Ik stortte mezelf op de gades die ik snel bijsnoeide.

'Nick, de losessen,' hoorde ik Redmar roepen en ik zag door een snelle blik dat hij een andere zegel geactiveerd had die rood onder hem opgloeide.

'Komt goed,' riep ik terug en met de snelheid die Yee me had gegeven haalde ik links en recht losessen naar beneden. Ik probeerde alle groene drek te negeren, maar het was me een ervaring zo vreselijk onder te zitten. Het laatste monster stierf een jammerlijke dood en ik schudde al het groen, zo goed als ik kon, van me af. 

Er was een diepe zucht en ik keek hoe Redmar ervoor stond. Dat moment had Nir zich van hem losgemaakt, tanden bloot en klauwen scherp. Een haal en Redmar dook krampachtig in elkaar. Wat wankelend bleef hij staan en ik liep met snelle passen naar hem toe om te zien hoe het met hem ging.

'Ik had hen nooit op moeten roepen,' zei hij zwak, terwijl hij het bloeden probeerde te stoppen. 'Nir is niet... een demon die ik aanraad.'

'Is er überhaupt een demon die aan te raden is?' vroeg ik hem met een lach.

'Ik ben zeker aan te raden, Ni,' zei Yee beledigd. 'En ik ben duizendmaal beter dan die Nir. Mijn naam is voor een reden het plezier dat jullie mensen uitkramen als iets goed vinden.'

'Hoe kon ik dat zijn vergeten,' zei ik. 'Yee is waarschijnlijk de beste demon die iemand kan krijgen.'

'Precies.'

'Hen is zelfs zo geweldig dat hun betalingen perfect voor mij zijn.'

'Hoor je dat?' vroeg Yee aan Redmar. 'Niemand die tegen mij op kan.' Hen gniffelde wat tevreden in zichzelf.

'Dus wat is de betaling vandaag, Yee?' Mijn demon dacht even na.

'Omdat je zo aardig bent vandaag,' zei hen. 'Geen schaafwonden deze keer.' Ik voelde meteen opluchting door mij heen gaan bij die woorden. 'Maar ik wil je wel zien lijden.'

'Zoals gewoonlijk.'

'Oké, ik heb een raadsel voor je.'

'Een raadsel?'

'Wat komt niet van het duister, maar draagt het wel? Wat kan de tussenwereld raken, maar er niet binnenkomen? Wat volgt je, maar zal zichzelf nooit verraden?'

'Euhm,' zei ik wat verward en ik probeerde de vragen in mijn hoofd na te gaan. Hoe meer tijd er verstreek, hoe harder Yee begon te lachen. 'Het volgt je, maar kan zich niet verraden?'

'Ja,' zei Yee plezierig en ik zag hoe dit als betaling gezien kon worden. Mijn hersenen deden pijn van het denken. Ik had geen idee.

'Ik weet het niet,' gaf ik toe.

'Dan is de betaling volbracht,' zei hen en hen verdween met een kakelende lach.

'Hé, dat is oneerlijk! Wat is het antwoord?' Verbluft keek ik naar de plek waar mijn demon was en ik keek daarna naar Redmar. 'Jij een idee?' Hij schudde zijn hoofd.

'Ik heb te veel pijn om op iets zinnigs te komen,' bracht hij uit. Ik knikte en ik hoopte dat ik misschien ooit op een later moment het antwoord zou kunnen raden.

---

Oh ja, Yee's raadsel is belangrijk dus onthoud het vooral 👀

En zoals altijd: laat vooral een ster achter :]

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top