16.1 Monsters verpotten

Avi

Van het moment dat ik te horen kreeg dat hij op deze missie mee zou gaan, zou ik moeten hebben geweten dat er een moment zou komen dat ik met hem vast zou zitten. Dat moment was nu en ik vervloekte elke seconde. Gelukkig had ik Zis die me vierkant in mijn hoofd uitlachte om mijn chagerijnige staat.

'Zijn we nu beschermend, Vi'tje?' vroeg hen me in mijn hoofd.

'Jij hebt daar niks over te zeggen met Yee,' zei ik hen terug wat hen enkel deed lachen.

'Hen heeft het nodig,' zei hen. 'Ré, als ik het van Din mag geloven, niet. '

'Iedereen heeft in enige mate altijd bescherming nodig,' zei ik, maar wist van binnen dat hen gelijk had. Waarom had hen altijd gelijk? Het mogelijke antwoord was om mij te irriteren, iets waar hen goed in was. Hen wist me altijd te vertellen wat ik fout deed, wat ik beter kon doen, dat ik wat ik ook deed nooit goed genoeg zou zijn. Het deed pijn, want hen had gelijk. Hen had altijd gelijk... Rea had geen bescherming nodig, van mij in ieder geval dan. Ik stond een eeuw onder haar. Redmar naast me, twee boven haar, als het niet meer was. Waarom probeerde ik het mezelf wijs te maken dat ze meer aan mij had dan aan hem op dat gebied.

'Maar in welke maten en van wie varieert,' zei Zis en hun ogen gingen naar de klauwen die op de grond lagen. Ik was blij dat hun aandacht verschoof naar de opdracht die we doen moesten en die de reden was dat ik hen opgeropen had. 'Wat moeten we daarmee?'

'Meenemen,' zei ik nu buiten mijn hoofd tegen hen, maar ik kon niet laten te hopen dat Zis ons vorige gesprek niet aan de rest zou blootstellen en het bij deze had laten vallen. Alleen was Zis zo makkelijk niet dat te doen. Waar ik van Nick hoorde dat Yee liever niet toegaf dat hen op betere termen met mijn demon was, vertelde Zis maar al te graag over hoe de tweedegraads demon hen opzocht in plaats van andersom. Het was een van de vele voorbeelden waarbij hen hun mond expres voorbij pratte.

'Oh, voel ik hier een overname aan?' zei Zis en ik kreeg steeds meer het idee dat dit nu hun aandacht vroeg.

'Liever niet,' zei ik met een kreun.

'Weet je het zeker?' vroeg Zis mij en hen legde een klauw om mijn schouder. 'Mar laat Nir duidelijk toe.' Ik keek opzij en ik zag dat Redmars ogen fel rood gloeiden. Zijn handen waren zwartgeblakerd en hij liep zonder twijfeling naar de grootste klauwen toe. Rode magie begon zich om de ledematen te vormen en het tilde de klauwen de lucht in. Weer werd ik aan Zis' gelijk herinerd, mijn magie stelde nog niks voor in mijn contract. Waarom bleef ik ergens hopen dat wel te hebben.

'Geen hele overname,' siste ik Zis toe.

'Maak je geen zorgen, Vi,' zei hen. 'Je weet dat ik daarvoor altijd je bloed nodig heb. Hoe sterk ik ook ben, ik kan dat deel van ons contract niet verbreken.'

'Waarom geloof ik je niet?' Zis lachte kakelend. 'Maar, vooruit. Een halve overname.' Hen grijnsde blij.

'Met genoegen.' Voor ik het wist stroomde er kou mijn lichaam in en ik rilde. Zis' aanwezigheid drukte tegen die van mij aan. Zelfs na een paar jaar met hen een contract te hebben, voelde dit niet prettig. Ik voelde me klein en nietig in mijn eigen lichaam als hen dat deed.

'Klaar om te gaan?' vroeg Redmars lage stem plots en ik schrok onbewust.

'Wacht even,' zei ik en ik hoorde Zis lachen, deze keer niet achterin mijn hoofd, maar meer naar de voorkant toe. Het was wat duizelingwekkend.

'Ontspan, Vi,' zei hen spinnend. 'Ontspan, dan is het zo voorbij.'

'Jij hoeft niks ervoor te betalen,' zei ik vinnig.

'Ik in mijn betalingen altijd met liefde en dat weet je.' Ik zuchtte diep en ik keek naar de klauwen. Waar Redmar zonder moeite de monster delen in magie had gewikkeld, duurde het mij even. Niet omdat Zis het niet kon, maar omdat met een halve overname ik nog steeds degene was die moest sturen. Het was alsof we met z'n tweeën aan een stuur zaten, maar beide een andere kant op wilde gaan. Waar het op sommige dagen goed ging, was Zis me vandaag opzettelijk aan het tegenwerken. Iets wat ik merkte aan het continue blije gevoel wat ik van hen doorkreeg. Mijn blik ging naar Redmar die ongeduldig op mij wachtte. Het hielp niet mij de takk beter uit te voeren.

'Had jij die zegel?' vroeg ik toen ik wat twijfelend het behouden van de magie aan Zis overliet. Het voelde niet honderd procent dat te doen. Ik vertrouwde hen vandaag niet, degene naast nog minder. Hij mocht het dan zo goed met Nick en Rea vinden, maar ik accepteerde zijn scherpe ogen niet.

'Ja,' zei Redmar en hij keek nog een keer achter zich. Er kwam voor een seconde een lichte frons, daarna was die weg en zijn ogen gingen naar de zegel in zijn hand. 'Volg mij.' Zonder verder op mij te wachten begon hij met rennen. Het moment dat ik hem achterna was gerend versnelde hij en ik volgde weer. Het was frustrerend dat ik moeite had hem bij te houden. We hadden eenzelfde contract een paar eeuwen zou toch niet zo veel uit moeten maken?

'Wil je echt geen verdere overname?' vroeg Zis mij terwijl ik zigzaggend tussen de bomen door ging. 'Dan kan je hem inhalen.'

'Blijf op je magie concentreren,' zei ik ook al was hun aanbod heel aanlokkelijk.

'Er is ook niks leuks aan je als je serieus bent,' zei hen verveeld, maar ergens merkte ik dat hen doorhad hoeveel frustratie het mij gaf dat Redmar me steeds voor was.

'We zijn er ook bijna, dus er is niks wat het uitmaakt,' zei ik, hopend daarmee mezelf terug naar de taak te brengen in plaats van mijn jaloezie me over te laten nemen.

'Leuke leugen, Vi.'

'Dank je.' Zis lachte. 'Maar het is geen leugen.'

'Oh?' Ik merkte dat Zis' aandacht verplaatste naar mijn zicht. Hen nam kort mijn ogen over en ik vroeg me af voor wat hen dat had gewisseld, omdat ik geen verandering in de magie in mijn benen voelde. Waar de bomen me bekend voor waren gekomen, zag ik nu een paarse lijn die door het bos ging en verbonden was met de zegel tussen Redmars vingers. Niet alleen dat, ik zag meerdere magiesporen op en rond de bomen zweven.

'En ik dacht dat een bos minder magie zou hebben,' zei ik onbewust tegen mijn demon.

'Er is hier ooit een grote scheur geweest,' zei Zis. 'Een groot gevecht. De monsters zijn niet de enige littekens die hier achter zijn gelaten.'

'Was jij bij dat gevecht?'

'Natuurlijk,' zei Zis trots. 'Denk je dat ik als derdegraads dat zou missen? Het was de kans om me te bewijzen. Ik heb veel engelen toen in hun aurelen laten stikken.' Een vreemd gevoel vlamde in mij op. Het was als een sterke herinnering. Een die overweldigend was. Een gevoel van naalden kwam over mij heen. Het leek of mijn hoofd prikte als een slapende arm. Ik probeerde het weg te schudden, maar het was niet aan mij dat te doen. Het was Zis' herinnering, Zis' gevoel dat nu de mijne overnam. Het maakte me bang. Bang als toen bij hun eerste overname. Bang dat ik alles van mezelf zou verliezen. Dat mijn eigen zijn tussen mijn vingers door zou glippen.

'Zis,' vroeg ik in redelijke paniek. 'Kan je aan iets anders denken?'


---

Beetje kort, maar anders werd het een te lang hoofdstuk en dit was de meest logische plek het te splitsen


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top