13.2 Op berenjacht

'Maar nu met deze iviet -die we niet nodig hebben voor onze ingrediëntenlijst jammer genoeg- dood, kunnen we nu wel kamp op zetten, lijkt me?'

'Een goed plan,' zei Killian en hij liep terug naar waar hij zijn tas op de grond had gelegd voor we ons in gevecht met de iviet bevonden. 'Volgens mij is verderop een opening waar we een goed pentagram kunnen tekenen.'

'Hoe heb je dat nou weer gezien?' vroeg Jayka.

'Ogen hebben,' was het antwoord en ik schudde lachend mijn hoofd. Ik wilde hem volgen net zoals de rest, maar Redmar hield me tegen door mijn pols vast te pakken.

'Je hebt echt niks?' vroeg hij. 'Geen brandwond, of een schram of iets?' Ik schudde mijn hoofd en gaf hem een glimlach die hij waarschijnlijk niet kon zien doordat de zon nu echt achter de horizon verdwenen was.

'Jij heb me wel eens harder op de grond gegooid,' plaagde ik hem en hij liet mijn pols met een opgeluchtte zucht los.

'Gelukkig,' zei hij en maakte zijn weg achter de anderen aan.

Killian had natuurlijk gelijk over de plek die hij gespot had en we vonden een grasveld tussen alle bomen in. Niet veel later kreeg iedereen een taak. Eerst zouden we met z'n allen een beschermingszegel voor de nacht tekenen. Ik mocht het avondeten voor ons klaarmaken, Jayka en Avi zouden de tent opzetten, terwijl Killian en Redmar het pentagram op de grond zouden controleren en eventueel er wat bij tekenen als dat nodig was.

'Wat doen we met het slapen?' vroeg ik Jayka terwijl ik in een snel in elkaar geflanste soep roerde. 'Houden we afwisselend de wacht?'

'Lijkt me wel,' zei ze terwijl ze het zeil, dat over de tent lag, recht streek. 'Ik denk dat de beste volgorde eerst ik, dan jij, dan Killian gevolgd door Avi met Redmar als laatste.'

'Moet ik Killian nu echt wakker maken?' vroeg ik.

'Er wat op tegen?'

'Hij is in de ochtend nooit te harden en ook echt niet wakker te maken als hij eenmaal slaapt.'

'Prijs jezelf gelukkig dat je het ochtend probleem niet hebt, want het is dan toch midden in de nacht,' zei Avi slim. 'Daarnaast ben jij ook niet in de ochtend te harden, dus wat zeur je.'

'Wie zegt dat? Ik verslaap me enkel.'

'Volgens mij is niemand hier in de ochtend te harden,' zei Jayka met een lach.

'Ik zou Redmar niet zo snel afstrepen,' zei Avi bedenkelijk. 'Ik heb hem maar één keer in een goed humeur gezien en dat was in de ochtend.'

'Echt?' vroeg ik wat verward. 'Ik heb hem ook buiten de ochtend in een goede bui gezien.'

'Dan ben je een van de zeldzame,' zei Avi. 'Rea doet ook alleen opdrachten met hem als die in de ochtenden zijn.'

'Hoe je het ook bekijkt,' zei Jayka en ze swiepte een van haar vlechten over haar schouder, 'we zijn duidelijk een groep vol schone slapers.'

'Dat hoef je geen twee keer te zeggen,' zei ik met een lach en ik zag dat Killian onze kant op kwam op de voet gevolgd door Redmar.

'Alles staat goed met de zegel, hoe staat het met de tent en het eten?' vroeg hij ons.

'Goed,' zeiden Jayka en ik in koor onder de blijdschap van Avi die in de lach schoot.

Niet veel later zette ik het eten op tafel. Al een tafel hadden we niet en ik schepte de soep een voor een in ieders kom. Hoewel we dan geen tafel hadden, hadden we wel van die geweldige uitklap campingstoeltjes bij ons. Waar we in een halve kring in zaten en praatten over de gebeurtenis van net en wat de plannen zouden zijn van morgen. Dit alles onder het zo nu en dan een blik tussen de bomen werpen waar we gelukkig geen nieuwe ivieten meer zagen.

Hoewel alleen Redmar een ochtendmens was, zouden we proberen zo veel mogelijk gebruik te maken van het licht door vroeg uit bed te zijn. Ook zouden we steeds van bed rouleren zodat we elkaar niet al te veel in onze slaap zouden storen. Hierdoor kwam ik naast Avi voor de eerste twee uur te liggen waardoor ik het eerste uur nog niet sliep door met haar te praten. Het tweede uur sloot ik mijn ogen. Ik luisterde naar het ruisen van de wind en de diepe ademhaling van nu slapende Avi. Mijn gedachten waren voor een moment bij Yerras. Ik vroeg me af hoe het met hem ging. Zou De Dood al boos op hem zijn geworden? Of zou hij het juist met mijn meester kunnen vinden? Veel er over nadenken kon ik niet, doordat mijn schouder kort geschud werd.

'Het is jouw beurt,' zei Jayka toen ik mijn ogen opende, ergens leek ik toch geslapen te hebben. Ik knikte en ik merkte dat ik liever weer in slaap had willen vallen dan nu onder mijn deken vandaan moeten komen. Wat traag rolde ik van het matje af en ik pakte nog een trui mee voor ik de tent uit ging om op wacht te staan. De nacht was stil en mijn ogen vielen op een stoel die aan de rand van de zegel stond. Jayka had die daar waarschijnlijk voor een reden laten staan en ik nam plaats. Ik zuchtte terwijl ik het duister in staarde. Mijn zwaarden waren gelukkig dichtbij en ik besloot die op mijn schoot te leggen. Beter binnen handbereik dan ergens in het gras verstopt naast mijn stoel.

Hoe langer ik zat, hoe kouder het werd en ik overwoog net een rondje rond de tent te gaan lopen toen ik geritsel achter me hoorde. Het kwam van de tent. Ik kon een silhouet onderscheiden en voor een moment hoopte ik dat het Killian was, zodat ik hem niet wakker hoefde te maken, maar ik zag al snel dat dat niet het geval was. Ik was een beetje teleurgesteld, maar ik hoopte dat Redmar dat niet van mijn gezicht af kon lezen.

'Hé,' zei hij in zijn zware stem toen hij naast me stond.

'Hé,' zei ik. 'Problemen om in slaap te komen? Of ben je vergeten welke wacht je had?'

'Dat eerste,' was zijn antwoord gevolgd door: 'Killian snurkt.'

'Echt?' vroeg ik en ik keek achter me naar de tent. 'Ik hoor het niet.'

'Dan moet je er eens naast gaan liggen,' zei hij met een zucht.

'Pak anders een stoel en kom er naast zitten,' zei ik. 'Ik kan je zeggen dat ik op dit moment in ieder geval niet snurk.' Redmar lachte en klapte een stoel naast me uit. Met een zucht ging hij zitten.

'Hoe gaat de wacht?' vroeg hij.

'Ik heb enkel jou gezien,' zei ik. 'Dus zolang jij geen monster bent, heb ik nog niks gezien.'

'Zo ver ik weet... nog niet,' zei hij.

'Nog niet?' Er kwam een glimlach op zijn gezicht.

'Je weet maar nooit wanneer je een vloekzegel oploopt.'

'Daar heb je een punt,' zei ik met nu ook een kleine glimlach op mijn lippen geplakt. Het was even stil.

'Hoe... gaat het met jou?' Ik draaide mijn hoofd naar hem toe en ik keek hem even verbaasd aan. Zijn ogen waren vragend op mij gericht en ik voelde me vreemd onder zijn oprechte blik. Eerst die bezorgdheid, nu dit. Het deed me vreemd bijzonder voelen.

'Ja, wel goed? Of nou ja...'

'Iets wat je bezighoudt?' voeg hij. 'Ik neem aan dat... Avi's verhuizing deze keer niet het probleem is.' Ik gaf hem een glimlach. Ergens had ik niet verwacht dat de lichte frons die steeds tussen mijn wenbrauwen lag hem opgevallen zou zijn. Het liet me wat warmer voelen in de koude buitenlucht.

'Ik moet zeggen dat hoewel Killian in een tering slecht humeur is en Avi het duidelijk niet zo op jou heeft, dat we een best wel goede groep zijn,' zei ik. 'We hebben redelijk snel die iviet afgemaakt. Nog een keer bedankt trouwens dat je me niet hebt laten bevriezen.'

'Kleine moeite,' zei Redmar, maar keek me nog wat gepuzzeld aan. Ik vermoedde dat hij verder wilde vragen, maar niet precies wist of hij daarmee te veel in mijn persoonlijke dingen zou prikken.

'Maar ja, ik-,' ik zuchtte diep 'ik moet zeggen dat ik wat zorgen heb. Niet over deze opdracht, maar meer over mijn broer. Het voelt vreemd om hem, na zo lange tijd steeds in de gaten gehouden te hebben, plots niet meer naast me te hebben. Zeker voor meerdere dagen. Als in: ik had hem afgelopen week bij Aleron een halve dag alleen gelaten, maar dat is anders dan dit.' Ik slaakte een zachte kreeg van frustratie. 'Ik hoop gewoon dat onze meester niet allemaal gekke experimenten op hem gaat uitvoeren of zo. Of dat hij hem mee gaat nemen naar de hogere raad. Ik wil mijn broer nog niet kwijt, ik heb hem net pas terug.' Het was even stil.

'Ik... weet niet helemaal wat hier op te zeggen,' zei Redmar eerlijk. 'Het klinkt allemaal ingewikkeld.' Ik gaf hem een lach.

'Vertel mij wat,' zei ik en ik liet mijn ogen weer even naar de omgeving gaan. Het was nog steeds rustig, geen monster te zien. 'Het grootste probleem is, dat ik niet snap hoe Yerras nog leeft. Of ik snap het wel, maar eerder de waarom. Waarom heeft hij geen ziel meer? Heeft hij het verkocht? Is het van hem gestolen?'

'Hij heeft geen ziel meer?' vroeg Redmar en ik knikte.

'Dus dat is ook een ding wat me steeds lastig valt.' Ik liet een gefrustreerde kreun horen.

'En dit is de eerste keer dat je hem tegen bent gekomen?' Ik knikte weer.

'Hij is vijfhonderd jaar dood geweest. Vijfhonderd jaar waarin ik hem nooit gezien heb, nooit van hem gehoord heb en opeens staat hij voor mijn neus alsof ik hem nooit van de brug af heb gegooid. Ik-' Ik moest een grote teug adem halen. 'Ik snap er niks van. Het is gewoon niet logisch.'

'Zijn er vaak dingen in ons leven logisch?'

'Nee,' zei ik met een nieuwe zucht. 'Maar het lijkt de laatste tijd erger te worden.'

'Jij denkt dat ook?' vroeg Redmar mij en ik knikte. 'Deze missie is ook onlogisch als je het mij vraagt.'

'Hoezo? Het is toch best duidelijk? We hebben vanalles nodig om Querret op te kunnen roepen.'

'Maar is dat niet normaal een opdracht voor een drietal van vierde en vijfde eeuws? We zitten met twee zevende, twee zesde en een derde eeuws.' Ik was even stil terwijl ik zijn woorden tot me door liet dringen.

'Je hebt gelijk...'

'Er klopt geen hout van,' beaamde Redmar met een duidelijke frons op zijn gezicht.

'Misschien zijn we hier wel voor straf,' zei ik en Redmar lachte.

'Was onze meester maar zo.'

'Ja, je hebt een punt. Als het als straf was, was hij zelf meegegaan.'

'Om zeker te weten dat we genoeg lijden.'

'Precies.'

'Dus, wat denk je dat er gaande is, Nick?' Zijn ogen waren aandachtig op mij en ergens wilde ik dat ik de kleur ervan beter zou kunnen zien in het weinige licht van de nacht.

'Ik vrees dat de klauwen die we af moeten hakken scherper dan normaal zijn,' zei ik in een grimas.

'Die iviet was al niet waar we op gerekend hadden, zeker in dit bos niet.'

'Herinner me er nog een keer aan waarom onze meester jou niet mag?' vroeg ik. 'Je lijkt genoeg te weten om mij niet te laten sterven.'

'Ik ben van de vaste garde in dit bos, dus ik ken het hier,' zei hij. 'Buiten het bos... daar gaat het mis.'

'Ah,' zei ik en het was even stil tussen ons.

'Trouwens,' zei Redmar plots. 'Nog complimenten voor het eten.'

'Oh, bedankt,' zei ik wat verbaasd. Ik had geen compliment van hem verwacht op dat gebied en ik gaf hem een schuine grijns. 'Ik heb mijn best gedaan met wat er was.'

'Maar kook je dan vaak?'

'Wil je kooklessen krijgen?' vroeg ik met een lach.

'Ik weet niet of je daaraan wil beginnen, mijn eten smaakt altijd naar teleurstelling. Wat ik ook doe.'

'Klinkt wel als een interessante smaakt,' zei ik.

'Dat is het zeker,' zei hij met een verslagen zucht.

'Leuk theekransje aan het houden?' vroeg er een stem achter ons en ik keek om. Killian was net uit de tent gekomen met een opgetrokken wenkbrauw. 'Daarnaast Nick, ik dacht dat je wel wist waar teleurstelling naar smaakt.'

'Wauw, bedankt voor je bijdrage, Killian,' zei ik met een lach. 'Je had ook gewoon kunnen vragen of ik morgen iets anders dan soep kan maken.'

'Nah, ik moet het je niet makkelijk maken,' zei hij daarop.

'Maar is het al jouw beurt om op wacht te staan?'

'Bijna, maar eigenlijk moet je dat niet mij maar jezelf vragen. Jij bent immers degene die mij wakker moet maken.' Zijn blik ging naar Redmar die een wat vijandige houding aan leek te hebben genomen. 'Hoe lang willen jullie nog ouwehoeren?'

'Wil je zo graag op wacht staan dan?' vroeg ik en ik stond van mijn stoel op om me daarna wat uit te rekken. 'Maakt mij niet uit, het betekent enkel dat ik meer kan slapen.'

'Ga je nodig hebben,' zei Killian en hij keek weer naar Redmar. 'Moet jij ook niet naar bed, Red?'

'Gaat jou niks aan,' antwoordde die scherp en hij stond op, duidelijk geen behoefte aan Killians aanwezigheid. Ik verwachtte dat hij naar de tent zou gaan, maar in plaats daarvan liep hij het bos in.

'Redmar? Waar ga je heen?' vroeg ik verward, maar ik was te laat met mijn vraag, Redmar was al uit het zicht verdwenen.

'Verspil je tijd niet aan hem,' zei Killian. 'Zelfs zijn beste vrienden lijken een probleem te hebben met zijn onleesbare emoties.'

'Ik hoor dat wel meer over hem,' zei ik bedenkelijk. 'Alleen heb ik er zelf niet zo'n last van?'

'Dan ben je een van de weinige, zelfs onze warme Rea weet deze gozer koud te maken.'

---

Laat vooral een ster achter :]

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top