13.1 Op berenjacht

'Killian?' vroeg ik verbaasd toen ik me bij De Dood wilde melden voor de grote missie. Yerras volgde mij op de voet de kamer in.

'Tijd niet gezien,' zei de roodharige eerst met een glimlach tot hij Yerras zag. 'Je neemt je broer niet mee mag ik hopen.' Zijn stem was koud en zijn ogen waren verachtend op Yerras.

'Nee,' zei De Dood achter mij en ik draaide mij om om hem zijn eigen kamer in te zien komen. 'Ik zou Yerras graag hier willen houden.' Ik keek mijn broer wat verontschuldigend aan, maar het leek hem niet veel te doen. Waarschijnlijk omdat ik hem al over dat feit geïnformeerd had.

'Het is me een genoegen tijd met u door te kunnen brengen,' zei hij en De Dood trok wat vragend een wenkbrauw op.

'Goed,' zei hij en ik merkte nu pas op dat Redmar ook in de kamer stond. Om een vreemde reden had ik hem niet opgemerkt, al hielp het niet dat Killian pontificaal voor hem stond. 'Nu jullie hier zijn, Dood Vadalin heeft Avi en Jayka al voor de eerste verkenning op weg gestuurd. Als het goed is hebben ze wanneer jullie eraan komen een goede plek voor een basiskamp gevonden. Killian, jij bent samen met Jayka een zevende-eeuws, zorg dat alles goed verloopt.'

'Natuurlijk, meester,' zei Killian, maar ik kon zien dat hij nog steeds niet al te blij was met de aanwezigheid van mijn broer. Misschien moest ik daar het een keer met hem over hebben. Oké hij had geen ziel, maar overdrijven was ook een vak. Yerras was gewoon Yerras, hij deed niks verkeerd. Er leek enkel wat mysterie hem te omhullen. Daarnaast wilde ik gewoon heel graag dat Killian mijn broer mocht. 

Het voelde bijna als een persoonlijke aanval wanneer hij hem vuile blikken wierp. Het was daarom misschien maar beter dat Yerras niet mee ging. Ik zou niet weten hoe ik met die spanning om zou moeten gaan. Mijn gevoel zei dat ik geen kant zou kunnen kiezen. Waar Yerras mijn broer was, was Killian iemand waarmee ik eeuwen mee opgetrokken had. De tien jaar die ik met Yerras in mijn eerste levensjaren had was daar niks bij. 

Alleen was het wel de broer die ik vermoord had, ik had iets goed met hem te maken. Met Killian... Sinds hij me voor de metro had gegooid was het gewoon wat anders tussen ons. Iets wat voornamelijk aan mij lag. Rea zei dat dat maar beter was, maar ik wist het zelf niet zo goed. Wie weet moest er nog een paar jaar overheen en mijn slechte geheugen zou het werk doen. Een andere optie was dat ik weer gevoelens voor hem kon krijgen, iets waar ik van hoopte dat het niet weer zou gebeuren. Als ik geluk had bleef het voor mij platonisch.

'Redmar, Nick,' sprak De Dood ons aan en ik vroeg me af of ik iets had gemist terwijl ik wat in gedachten verzonken was geraakt. 'Ik verwacht met jullie monster ervaring een goede opbrengst. Stel me niet teleur.' Ik knikte en ik keek Redmar daarna voor een moment aan. Zijn gezicht was een grimas, maar leek door ons gedeelde leed wat te verzachten.

-///-

'Dit gaat me nog een missie worden,' zei Killian toen we de kamer van De Dood uitliepen.

'Niet zo pessimistisch zijn,' zei ik. 'Het gaat vast gezellig worden, met z'n allen een paar dagen kamperen om de goede monsters te vinden.'

'Het gaat een hels karwei worden,' zei Killian met een zucht en ik fronste. Hij leek al de hele tijd in een slecht humeur te zijn en er duidelijk niet uit te willen komen. Ik keek achter me en zag dat Redmar ons op enige afstand volgde. Zijn blik zag er ook niet te zonnig uit en ik vreesde dat ik met twee zuurpruimen opgescheept zat. 

Ik miste opeens mijn broer die overal heel luchtig over leek te zijn. Dan was er, als ik Killian verachting tegenover hem niet meetelde, een betere sfeer geweest. In ieder geval voor mij dan. Gelukkig waren Jayka en Avi alles behalve zuurpruimen vandaag. Het moment dat we hun net gemaakte deur openden, werden we begroet door de brede glimlach van Jayka en een warm knikje van Avi.

'Welkom in dit mooie bos,' zei de paars oogige leerling. Haar haar lag in twee vlechten netjes over haar schouders waar de rest van haar kleren onder de kalk van de zegel zaten.

'Een plek om thuis te noemen,' zei ik vrolijk en we begroetten elkaar met een korte knuffel. 'Lang niet meer gezien, Jayka.'

'Maar echt, je mag best wel vaker onze kerkers lastig gaan vallen,' zei ze met een knipoog. 'We missen je.'

'Ik zal kijken of De Dood me binnenkort kan missen.'

'Je doet je best maar,' zei Avi.

'Ook goed jou weer te zien,' zei ik tegen haar en overviel haar ook met een omhelzing waar ze zich maar al te snel uit wist te wurmen.

'Je hebt me letterlijk eergisteren nog gezien,' zei ze terwijl ze haar hoofd schudde.

'Moeten we nu al een theekransje gaan houden?' kwam Killian er tussen. Jayka gaf hem een lach.

'Ah, sorry, ik had water op moeten zeggen als we dat zouden willen,' zei ze. 'Als ik het eerder had geweten had ik misschien zelfs koekjes kunnen bakken.'

'Doe geen moeite,' zei Killian en Jayka gaf mij een vragende wenkbrauw. Ik kwam naast haar staan terwijl Killian de zegels rond de deur uit interesse bekeek.

'Volgens mij is het zijn dag niet,' fluisterde ik haar toe.

'Dat of hij heeft een hekel aan bomen.' Ik lachte en haar blik ging naar Redmar die duidelijk niet helemaal wist wat te doen. 'En wie is onze laatste aanwinst?'

'Redmar,' zei ik en de ogen van de genoemde leerling gingen mijn kant op. Hij had een scherpe blik in zijn ogen.

'Wat?' vroeg hij bars.

'Ik vroeg wie je was,' was Jayka me voor en ze gaf hem een knikje. 'Ik ben Jayka trouwens. Avi, hoorde ik, ken je al.' Avi keek nu ook op en ze maakte kort oogcontact met Redmar.

'Niet van harte,' zei Avi en ze kreeg een geïrriteerde blik van hem terug.

'Maar we zullen en moeten de komende dagen met elkaar samenwerken,' zei Jayka. 'Hoe beter we deze opdracht afhandelen, hoe eerder we kunnen proberen Querret op te roepen.'

'Het is van grootste belang dat we alles goed en snel afhandelen,' zei Killian. 'De tussenwereld begint te onrustig te raken voor ons om fouten te maken.'

'Dat is ook een manier om het te zeggen,' zei Jayka en er kwam zowaar een glimlach op Killians gezicht.

'Deze twee hebben wat prestatiedruk nodig,' zei hij wijzend naar Redmar en mij.

'Hé,' zei ik wat beledigd al was Killians opmerking voor mijn geen verrassing, ik had wel gemerkt dat het alles behalve goed viel bij Redmar. 'De Dood zei wel dat wij hier de monster ervaring hebben.'

'Ik kan ook een monster neerschieten, niks bijzonders aan,' zei Killian terug. 'Dus als je weer eens bang bent fouten te maken, kan je nog steeds naar mij toe.' Ik snoof en schudde ongelovig mijn hoofd.

'Je kan schieten, maar ik geloof niet dat je een zwaard vast kan houden,' zei Redmar, leek nog iets te willen zeggen, maar beet op zijn tong. Killian keek hem uitdagend aan.

'Ik kan wel zeker een zwaard vast houden,' zei hij. 'Niks moeilijk aan. Het is net als een stok die je rond zwaait. Voor een pistool moet je tenminste je werk doen.'

'Dat ding doet het werk voor je,' zei Redmar tussen neus en lippen door.

'Wacht,' zei Jayka wat verward voor ze elkaar in de haren konden vliegen. 'Wat is het plan nu? Gaan we monsters zoeken voor hij lichaamsdelen? Of gaan we nu kijken wie de grootste lul heeft?' Killian lachte hard.

'Dat is toch duidelijk,' zei hij met een duivelse grijns. 'Bij hem is er niks te vinden.' Redmar versmalde zijn ogen.

'We weten in ieder geval wel wie de grootste lul is,' zei hij in een duistere fluistering.

'Dan hebben we dat ook weer opgelost,' zei Jayka luchitg, maar ze was duidelijk niet al te blij met de wolk die er in de lucht hing. 'Laten we op pad gaan voor we geen licht meer hebben.'

'Op berenjacht,' zei ik.

'Precies,' zei Jayka vrolijk. Ze gaf me een klopje op mij schouder als bedankje voor mijn hulp de sfeer wat te verlichten. Daarna keek ze iedereen uitnodigend aan en begon ze ons op door het bos te leiden. Er waren meerdere routes uitgestippeld en dit zou de eerste zijn die we af zouden leggen. Jammer genoeg hadden we vijf paar ogen we nog geen monster weten te spotten toen de zon begon te zakken.

'Oké,' zei Jayka, 'we hebben twee opties. Optie één is: we zoeken door tot de zon weer opkomt om dan te gaan slapen. We hebben een grotere kans ze dan te vinden wegens ze actiever zijn, maar ze zijn dan ook een stuk agressiever zijn. Optie twee is: dat we nu kamp op gaan zetten en morgen vroeg op zoek gaan. Het nadeel is dat ze dan minder actief zullen zijn, maar dat betekent wel dat er ze makkelijker kunnen oogsten.'

'Betekent optie twee ook dat we gaan eten?' vroeg Avi. 'Want ik heb honger.'

'Het is een onderdeel van het kamp op zetten, maar ik denk dat het sowieso handig is een pauze te hebben om te zien welke gebieden we al gehad hebben en waar we eventueel zegels neer kunnen leggen,' zei ze en haar blik ging naar de rest. 'Wat vinden jullie jongens?'

'Ik vind alles wel best,' zei ik.

'Nu kamp opzetten,' zei Redmar.

'Killian?' vroeg Jayka toen hij als enige niet reageerde. Hij hield zijn hand op als een vraag naar stilte. Wapens kwamen tevoorschijn terwijl hij richting een nu duidelijk hoorbaar geluid sloop. Tassen werden geruisloos op de grond gezet. Ik hield mijn adem in terwijl ik Killian op een paar passen afstand volgde. Naast me zag ik dat Redmar een van zijn dolken in de hand had genomen. Jayka en Avi waren duidelijk ook klaar om in actie te komen wanneer het nodig was. Killian ging door zijn knieën, wij volgden zijn beweging alsof we zijn schaduw waren.

Er viel een stilte tussen waarin we het ritselen van de bladeren duidelijk konden horen. Mijn hart klopte in mijn keel, maar ik wist door muziek door mijn hoofd te laten gaan rustig te worden. Wat ik er niet voor zou doen het lied dat ik mijn brein in forceerde door oortjes te kunnen horen, maar dit moest maar. Mijn focus kwam terug en mijn ogen tuurden Killian na. Ik kon de contouren van hem en iets in de verte steeds moeilijker onderscheiden door de ondergaande zon. Een schot klonk.

'Het is een iviet!' riep Killian en Redmar aan mijn zijde was plots weg. Niet alleen hij, maar Jayka was ook op de been waar ik en Avi een beetje verward achter bleven. Ze keek me wat verward aan terwijl we de omgeving afscanden.

'Avi, let op,' hoorde ik Jayka zeggen en Avi knikte. Ze greep het hakmes steviger vast en ik kon niet laten hetzelfde te doen bij mijn zwaarden. Er was weer een schot en ik hoorde het monster aan mijn linkerzijde. Op goed gevoel ging ik die kant op en zag nu een glimp van het monster en Killian die nog een schot loste. Het beest had iets weg van een giraf, maar het was een stuk sneller dan ik een giraf ooit had zien bewegen. De poten waren net stokken met vreemde aftakkingen en tussen hun zichtbare ribben was opeens een licht te zien. Het was een vreemd groen licht wat me een slecht gevoel gaf. 

Iets zei me dat ik dit monster ooit eerder tegen was gekomen. Iets zei me dat dat licht geen goed teken was. De drie ogen van het monster begonnen op te gloeien en ik maakte me uit de voeten. Als ik in iemands gezichtsveld niet moest staan, was het dat van dat monster wel. Ik liep met een grote boog om de iviet heen en ik kwam zo Killian tegen die duidelijk steeds het achterhoofd volgde. Jayka en Avi had ik al een tijdje niet meer gezien en Redmar was nergens te bekennen.

'Wat is het plan?' vroeg ik Killian.

'Niet gezien worden,' siste hij terug, loste een schot en maakte zich uit de voeten, ik volgde hem. Het beest draaide zich om waar we een paar seconden geleden nog stonden en het opende zijn bek. Groen licht spoot uit het hoofd en ik voelde er een vreemde kou vanaf komen.

'Maar hoe maken we het af?' vroeg ik.

'Ben jij niet de monster expert hier?' vroeg hij terug.

'Je weet dat mijn geheugen niet zo goed is als dat van jou. Het is dat ik meer monster missies aanneem en goed afhandel dan anderen...'

'We zijn vroeger genoeg van deze krengen tegen gekomen, het doet me een beetje pijn dat je die missies met mij bent vergeten,' zei Killian die duidelijk had besloten mijn tweede opmerking te negeren.

'Ja, sorry,' zei ik onbedoeld wat geïrriteerd en ik volgde hem weer buiten het zicht van de iviet.

'Wat denk je dat het zwakke punt is?'

'Iets zegt me de nek.'

'En dan zeg je het vergeten te zijn,' zei Killian met een lach. 'Als je goed kijkt zie je dat Redmar duidelijk op het goede moment aan het wachten is dichterbij te komen. Misschien moet jij dat ook doen.' De woorden leken mijn ogen te openen en ik snapte opeens wat we aan het doen waren. Killian en Jayka waren afwisselend het monster aan het afleiden zodat er steeds openingen zouden ontstaan. Redmar en ik waren de monster experts, volgens onze meester, onze rol was duidelijk, mijn rol was duidelijk. 

Ik liep Killian nog een keer achterna en besloot daarna mijn eigen route te gaan. Het was moeilijk dichtbij te komen, merkte ik al snel, zeker omdat de iviet rap reageerde op elk geluid wat er was. Het koude groene licht wat het rond gooide hielp niet echt om het goed aan te kunnen vallen. Even zag ik een moment, een opening en ik rende naar voren. Jayka was samen met Avi de afleiding en ik zag mijn kans schoon het beest op te klimmen. Enkel had ik daar een fout gemaakt. Waar ik misschien een paar centimeter van de nek verwijderd was, merkte de Iviet mijn aanwezigheid te snel op.

'Nick! Kijk uit!' hoorde ik iemand roepen terwijl ik in het groene licht keek. Voor het mij kon raken voelde ik dat een hand me bij de kraag pakte en me van het monster aftrok. Ook hoorde ik een slag van een mes en ik zag een flikkering in het groene licht om het daarna uit te zien doven. Het werd pikkedonker er het duurde even tot mijn ogen aan de duisternis gewend waren.

'Nick, jij idioot!' hoorde ik Killian roepen waarvan ik dacht dat hij degene was die naast me stond. Maar zijn stem kwam van ver.

'Alles oké?' vroeg Redmar mij. Ik keek hem voor een moment wat verwonderd aan. Zijn ogen keken bezorgd terug, in hoeverre ik dat in het donker kon zien. Ik knikte uiteindelijk als antwoord op zijn vraag, maar ik merkte dat ik nog wat van de schrik moest bekomen.

'Ja, bedankt,' zei ik wat trillend en ik voelde plots een klap tegen mijn hoofd aan.

'Heb je soms een doodswens?' vroeg Killian mij.

'Vraag jij,' zei ik met een snuif en ik had de neiging hem terug te slaan.

'Nick? Alles nog goed?' hoorde ik plots Avi vragen.

'Het licht heeft je niet geraakt toch?' vroeg Jayka daarna, ik schudde mijn hoofd.

'Daar moet je Redmar voor bedanken,' zei ik en ik keek hem even dankbaar aan. Ik merkte dat ik weer adem kon halen, maar ik merkte ook dat zijn blik nog steeds wat bezorgd op mij lag.

'Maar goed dat je niks hebt,' zei Jayka daarop. 'Dat licht kan voor vreselijke vrieswonden zorgen. Dat hadden we echt niet kunnen hebben als we nog meer dagen in dit bos door moeten brengen.'

'Ik zal niet meer op ivieten springen,' zei ik.

'Hoewel het voor de juiste opening zorgde, lijkt me dat een goed idee,' zei ze met een glimlach die niet bij mij naar boven kwam, omdat ik weer een mep van Killian kreeg.

'Dat is je geraden dat je er niet weer op een springt. Moet ik zo alle monsters met je doornemen?' zei hij.

'Ach, als hij het wel weer doet, trek Redmar hem er wel weer vanaf,' zei Avi en ik kon niet laten en naar de genoemde te kijken. Alleen zijn expressie was totaal niet lezen in het slechte licht. Was het nog steeds bezorgd? Of had het plaats gemaakt voor iets anders?

'Wie weet ben jij wel de volgende die mij er vanaf trekt,' zei ik tegen Avi.

'Reken er maar niet op.'


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top