50. Stilte

'Killian!' riep Rea. 'Een beetje hulp hier!' Ik keek haar kant op en schudde mijn hoofd, de flarden van de nachtmerrie die door mijn hoofd spookten te laten verdwijnen. Ik herlaadde mijn wapens en schoot de raven neer waar Rea moeite mee had.

'Bedankt,' zei ze en ademde vermoeid uit waardoor ik de neiging kreeg een arm om haar heen te slaan. 'Waarom zijn ze plots zo actief?' Ik haalde mijn schouders op en hield daarmee ook mijn verlangen onder controle.

'Als ik dat wist...' zei ik en kreeg plots een slecht gevoel. Rea zag de verandering in mijn gezicht.

'Wat is er?' vroeg ze.

'Nick,' zijn ik, draaide me om en begon te rennen. Hoe graag ik ook bij haar wilde blijven.

'Killian!' riep Rea me na en ik stopte en keek haar nog een keer aan. Het bloed stroomde naar mijn gezicht door haar altijd zo intense blik.

'Hij heeft hulp nodig,' zei ik. 'Zoek Aleron, hij kan niet ver zijn.' Rea keek me fronsend aan, maar knikte toch.

'Komt goed,' zei ze en rende de tegengestelde richting op.

Mijn benen leken gevoelloos en de nachtmerrie spookte door mijn hoofd. Als ik Nick nu niet zou vinden was alles verloren! Mijn hart begon sneller te kloppen en ik probeerde de zo echt gevoelde vlammen te negeren. Mijn vriend redden was nu mijn eerste prioriteit.

Ik rende op volle snelheid en sloeg de ene hoek naar de andere af, net zoals in mijn droom. Het enige wat nu anders was, was dat Rea niet naast me liep waardoor ik het gevoel kreeg dat ik Nick zowaar kon redden. Ik sloeg nog een keer af en stopte abrupt. Een donkere dikke mist kwam uit een ingestort huis gepaard met een vreselijk gegil. Ik rende naar het huis toe en gaf me over aan de zwarte wolken...

Alles was donker en ik concentreerde me op mijn gehoor. Sorry Nick...

Een. Twee. Stilte.
De mist loste op.

Ik haalde diep adem en liet mijn hand door mijn bloedrode haren gaan. Langzaam sloot ik mijn ogen en liet de twee legen hulzen uit mijn pistool op de grond vallen. Ik ademde uit en liep langzaam naar voren.

'Nick,' zei ik en keek naar het trillende ineengedoken lijf voor me. 'Nick,' zei ik nog eens, zijn aandacht vragend. Hij keek op, zijn ogen vol pijn. Ik sloeg de mijne neer. 'Het spijt me, maar het was dit of...' Ik zuchtte en keek achter me alsof ik iemand verwachtte, maar er kwam niemand. Ik wilde nog wat zeggen, maar hij hield me tegen.

'Killian,' zei hij zacht en slikte. 'Je hoeft je niet te verontschuldigen.' Hij wreef in zijn ogen en keek opzij naar het meisje dat daar lag. Langzaam stond hij op en liep naar haar toe. Hij knielde bij haar neer en nam haar in zijn armen. Hoewel hij had gezegd dat ik me niet hoefde verontschuldigen, kon ik het knagende gevoel niet negeren.

'Nick-' Hij keek me aan met een blik die zei dat ik niks hoefde te zeggen. Hij schudde zijn hoofd.

'Ik snap waarom je het deed... Het was stom van mij om te denken dat ik haar langer kon laten leven...' Door zijn woorden ging ik me nog schuldiger voelen, ik was degene die er een eind aan had gemaakt. Ik wendde mijn blik van hem af en keek naar de ander die ik neergeschoten had. Ik fronste, het leek Nick wel... Voorzichtig liep ik naar het lijk toe, bang dat het elk moment weer tot leven kon komen. Zachtjes draaide ik het lichaam met mijn voet op zijn rug. Hij leek op Nick, meer niet.

'Wie is dit?' vroeg ik.

'Yerras.'

'Yerras? Was dat niet...?' Nick knikte. 'Maar...'

'Hij...' Nickolas zuchtte. 'Hij had zijn ziel verkocht.' Ik keek hem verbaasd aan. Mijn hersenen probeerde alles te verwerken. Het was zo lang geleden dat ik dat had gehoord. De zielhandel tussen mens en demon was bijna verdwenen. Een enkele keer kwam dit nog voor. Maar nu ik erover nadacht, Nicks broer leefde wel in de middeleeuwen een tijd waar die zwarte handel nog volop leefde. Ik bekeek het lijk weer. Hij leek wel heel erg op Nick, maar dan... Perfecter? Was dat het woord?

'Killian?' Ik keek op.

'Ja?' Hij tilde het meisje op en liet haar hoofd tegen zijn borst rusten.

'Kan jij mijn broer meenemen?' Ik knikte en pakte Yerras op.

'En Yee?' vroeg ik en keek naar de glazig kijkende demon. Nick keek naar hem en draaide aan zijn armband. Yee keek op en verdween daarna in zijn eigen schaduw. Daarna zei Nick geen woord meer, zelfs niet toen Aleron en Rea verschenen.

'En?' vroeg Aleron met zijn zwaard in zijn hand. 'De raven verdwenen opeens, was dit het?'

'Ik hoop het,' zei ik en positioneerde Yerras iets beter op mijn schouder.

'Ik ben er wel zeker van,' zei Rea en gebaarde naar de half verdwijnende gebouwen. Een paar seconden later stonden we weer gewoon in het bos. Ik keek opzij naar Nick, zijn gezicht droeg geen uitdrukking, maar zijn lichaamstaal straalde verdriet uit. Zijn armen hadden het meisje stevig vast en ik vroeg me af wat haar naam was.

'Hey, Nick? Gaat het?' vroeg Rea, hij reageerde niet. Ik kreeg een vragende blik en schudde mijn hoofd.

'Laat hem voor nu,' zei ik en richtte me tot mijn senior. 'Aleron? Doen de schaduwpoorten het al?' Aleron knikte en haalde met een glimlach zijn sleutel tevoorschijn.

'Alleen die auto...' zei hij bedenkelijk. 'Wilt iemand zich opofferen?' Aleron keek rond. Hij zuchtte. 'Jil?'

'Ja?' vroeg de demon die tevoorschijn kwam.

'Kan je je ontfermen over de auto?'

'Ik heb geen andere keuze zeker?' vroeg ze zuchtend en liep al de kant van de geparkeerde auto op.

'Dat is nu ook geregeld,' zei Aleron. 'Laten terugkeren naar de kerkers.'

***

Ik zat tegenover Nick aan de eettafel. Hij staarde in zijn kom cornflakes.

'Nick?' Hij keek op, maar zijn ogen hadden geen enkele emotie. 'Is er iets wat ik voor je kan doen?' Hij liet zijn blik weer op zijn cornflakes vallen. Ik fronste en beet op mijn lip. Ik wilde iets voor hem doen, maar wist niet wat.

'Vandaag is de begrafenis, niet?' Nick knikte en keek weer op.

'Zou je-' Nick sloot zijn mond weer en schudde zijn hoofd.

'Ja, is goed. Ik weet niet wat het is, maar het is goed.' Nick lachte verdrietig.

'Zou je Underwood met me willen spelen wanneer ze-' Hij slikte. 'Wanneer ze haar...' Hij maakte zijn zin weer niet af, maar ik wist wat hij bedoelde.

'Is goed, maar dat had ik al gezegd,' zei ik met een geruststellende glimlach. Mijn hand reikte ik naar hem uit tot ik die van hem kon vastpakken. Nick reageerde met een zucht en keek zijn kom weer in.

'Ik had haar beloofd...' zei hij en sloot zijn ogen. '...voor haar... Ik wilde nog...' De tranen stroomden uit zijn ogen, zijn cornflakes in. Ik zat daar, stil en keek hoe hij zijn tranen weer droogde. 'Fack,' zei hij. 'Ik moet bijna gaan.' Hij keek me aan.

'Ik pak mijn viool, maak je maar geen zorgen.' Ik zuchtte, liet zijn hand los en stond op, maar kon het niet laten een laatste blik op de cornflakes te werpen, onaangeroerd. Was het raar dat ik daarvan een steek van verdriet kreeg?

Ik liep door de gangen die steeds verder naar beneden gingen. Ik fronste terwijl ik de muziekkamer in kwam. Meestal lag alles onder het stof -mijn vioolkist niet meetellend- waardoor de stofvrije piano opviel.
Hier zat je dus... dacht ik en controleerde of alles in de vioolkist zat wat erin moest zitten. Ik sloot de kist en pakte hem op. Hopelijk hadden we tijd om het nog een keer door te nemen. Het was al een tijd geleden dat we Uderwood samen hadden gespeeld. Ik wist dat het een van Nicks lievelingsstukken was en wilde het niet verpesten als het bij een begrafenis was...

Op mijn weg naar boven kwam ik Rea tegen. Mijn hart stopte zo wat toen ik haar zag, ik haalde diep adem en maande mezelf weer tot rust.

'Waar ga jij heen?' vroeg ze en keek me nieuwsgierig aan waardoor ik het bloed naar mijn hoofd voelde stromen. Al stroomde het snel terug door de herinnering aan Nicks lege blik en klamme hand.

'Naar een begrafenis.'

'Die van Linde?'

'Ja, Nick wil Underwood spelen...' Ze knikte begrijpelijk.

'Het is goed dat je dat doet.' Ik knikte. 'Hij heeft het nodig.' Ik knikte weer, het was iets wat ik wel wist. Meestal als wij als leerling van De Dood een relatie hadden met een sterfelijke eindigde die niet zo abrupt. Ik had met hem te doen, wij allemaal. Ik zuchtte.

'Ik moet gaan, hij is waarschijnlijk ongeduldig.' Rea knikte.

'Wens hem sterkte.'

'Zal ik doen.'

***

Iedereen in de zaal was stil. Veel hadden hun handen gevouwen op hun schoot liggen. Hier en daar zat iemand te snikken. Ik keek om naar Nick die verdrietig knikte. Ik haalde diep adem en liet de muzieknoten tot me doordringen. De piano viel stil. Ik haalde mijn strijkstok door de lucht en liet hem zachtjes op de snaren vallen.

...

De muziek leek minuten na te galmen nadat we gestopt waren. Ik zag dat de tranen uit Nicks ogen vielen en dat vele hem nadeden. Ik moest toegeven dat mijn ogen ook brandden, maar dat deden ze altijd na dit lied gespeeld te hebben. Ik zuchtte en haalde mijn viool van mijn schouder. Daarna liep ik naar Nick toe en legde een hand op zijn schouder.

'Kom,' zei ik zacht en hielp hem weer op zijn benen.

De rest van de dienst was rustig, Nick daarentegen niet en ik hield hem nauwlettend in het oog. Zo nu en dan reikte ik hem een zakdoek aan die hij afwisselend weigerde of aannam. We zeiden beide niks, maar ik wist dat hij mijn aanwezigheid waardeerde.

-----------------------
#cry 😢

Killians perspectief, omdat Nick het niet meer aan kan...

Ik houd echt van Einaudi's stukken en deze is echt een van mijn favorieten.

Nog maar 1 hoofdstuk en een epiloog, dan is het klaar... Zo raar... Het geeft altijd een vreemd gevoel om een verhaal op compleet te zetten...

Verder is mijn vorige SE week nu al beter afgelopen dan de vorige keer 💪

Groedels :)

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top